Hoger beroep van Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands), 19 de Diciembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak19 de Diciembre de 2012
Uitgevende instantie:Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands)

Rolnummer: 22-002582-12

Parketnummer: 10-691260-11

Datum uitspraak: 19 december 2012

TEGENSPRAAK

Gerechtshof te 's-Gravenhage

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam van 8 mei 2012 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],

adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 5 december 2012.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.

Procesgang

In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het ten laste gelegde veroordeeld tot taakstraf voor de duur van 100 uren, subsidiair 50 dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest, in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 maand met een proeftijd van 2 jaren, waarbij naast de algemene voorwaarden als bijzondere voorwaarde is bepaald dat het de verdachte gedurende de proeftijd niet is toegestaan het voetbalstadion "De Kuip" en het/de daarbij omringend(e) (parkeer)terrein(en) te betreden waarin een voetbalwedstrijd wordt gespeeld van de betaalde voetbalorganisatie Feyenoord in het kader van enige door de KNVB of de internationale voetbalbond georganiseerde competitie.

De officier van justitie heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:

hij op of omstreeks 17 september 2011 te Rotterdam op of aan de openbare weg, het Van Zandvlietplein, in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen het Maasgebouw en/of één (of meer) lid/leden van de Mobiele Eenheid en/of een of meer (andere) politieagenten en/of beveiligingsmedewerker(s) werkzaam in/bij het Maasgebouw en/of een of meer andere toen daar bij het Maasgebouw aanwezige personen, welk geweld bestond uit het

- bestormen van het Maasgebouw, en/of

- slaan en/of stompen en/of schoppen en/of trappen en/of duwen tegen de glazen gevel en/of (een) deur(en) van het Maasgebouw, en/of

- gooien van vuurwerk en/of (een) rookbom(men) en/of (een) ste(e)n(en) en/of vuilnisbak(ken) en/of asbak(ken), althans een (of meer) (zware en/of) hard(e) voorwerp(en), in/tegen, althans in de richting van, het Maasgebouw en/of tegen/naar/in de richting van die leden van de Mobiele Eenheid en/of die politieagenten en/of die beveiligingsmedewerker(s) en/of die toen daar aanwezige andere personen waarbij een (hard en/of zwaar) voorwerp tegen het hoofd van een beveiligingsmedewerker aankwam, en/of

- (meermalen, althans eenmaal) rammen/slaan met een (metalen) pijp/buis op een glazen deur van het Maasgebouw en/of (aldus) kapot slaan van die glazen deur en/of(vervolgens) gooien van die pijp/buis in de richting van die beveiligingsmedewerker(s) en/of leden van de Mobiele éénheid en/of politieagenten en/of toen daar aanwezige andere personen, waarbij die pijp tegen een been van een lid van die Mobiele Eenheid aankwam;

Het vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.

Nadere bewijsoverweging en bewijsverweren

Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de raadsvrouw - overeenkomstig haar overgelegde pleitnotities - betoogd dat, door het openbaar ministerie de verbaliseringsplicht overeenkomstig het gestelde in artikel 152 van het Wetboek van Strafvordering, is geschonden nu geen proces-verbaal van de opsporingsberichtgeving is opgemaakt. Daarnaast heeft de raadsvrouw betoogd dat het openbaar ministerie met betrekking tot het vertonen van beelden van de verdachte op intranet en in het programma Opsporing Verzocht niet overeenkomstig de Aanwijzing Opsporingsberichtgeving heeft gehandeld en dat deze vorm van opsporing bovendien niet voldoende wettelijke basis heeft. Dit alles leidt tot een schending van artikel 8 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (hierna EVRM) en, is in combinatie met artikel 6 van het EVRM, een onherstelbaar vormverzuim, overeenkomstig artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering, hetgeen dient te leiden tot bewijsuitsluiting en mitsdien tot vrijspraak, subsidiair tot strafvermindering.

Gelet op de zich in het dossier bevindende bewijsmiddelen en het onderzoek ter terechtzitting stelt het hof de volgende feiten en omstandigheden vast.

Op zaterdag 17 september 2011 heeft voorafgaand aan de voetbalwedstrijd Feyenoord - De Graafschap een demonstratie plaatsgevonden tegen het bestuur van Feyenoord. Een groep van ongeveer 300 personen heeft deze demonstratie verlaten en heeft zich begeven naar het Maasgebouw aan het Van Zandvlietplein op het terrein van het Feyenoordstadion. Deze groep personen was van plan het Maasgebouw te bestormen. Daarnaast hebben zij uiting aan hun ongenoegen gegeven door met stenen, vuurwerk en prullenbakken in de richting van het Maasgebouw te gooien. In het Maasgebouw stond de politie om hen tegen te houden. Uiteindelijk werd een toegangsdeur vernield. Door aanwezige politieagenten is hun dienstwapen getrokken.

Bij deze ongeregeldheden bij het Maasgebouw zijn camerabeelden veiliggesteld. De beelden zijn door de politie zorgvuldig bekeken teneinde tot herkenning te komen van één of meer verdachten. De onderhavige verdachte, zichtbaar op de beelden, werd hierbij niet herkend. Op 20 september 2011...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT