Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Groningen, 5 de Diciembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 5 de Diciembre de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank Groningen

vonnis

RECHTBANK GRONINGEN

Sector civielrecht

zaaknummer / rolnummer: 132098 / HA ZA 12-76

Vonnis van 5 december 2012

in de zaak van

  1. rechtspersoon

    REGIOPOLITIE AMSTERDAM-AMSTELLAND,

    gevestigd te Amsterdam,

  2. de stichting

    STICHTING VAN GOGH MUSEUM,

    gevestigd te Amsterdam,

    eiseressen,

    advocaat mr. C.A.M.J. Raymakers,

    tegen

  3. [A],

    wonende te [woonplaats],

  4. [B],

    wonende te [woonplaats],

  5. [C],

    wonende te [woonplaats],

  6. [D],

    wonende te [woonplaats],

  7. [E],

    wonende te [woonplaats],

    gedaagden,

    advocaat mr. U. van Ophoven.

  8. De loop van het geding

    Op in de dagvaarding uiteengezette gronden hebben eiseressen een vordering ingesteld tegen gedaagden.

    Gedaagden hebben de vordering gemotiveerd weersproken bij conclusie van antwoord.

    Bij vonnis van 25 april 2012 is een comparitie van partijen bepaald, die heeft plaatsgevonden op 11 juli 2012, waarvan proces-verbaal. Aan het slot van de mondelinge behandeling is bepaald dat vonnis zou worden gewezen.

    Eiseressen hebben bij brief van 25 juli 2012 van hun advocaat, opmerkingen gemaakt naar aanleiding van de tekst van het proces-verbaal.

  9. De feiten

    Het volgende kan, gezien het over en weer aangevoerde, tussen partijen als vaststaand worden aangemerkt.

    2.1. In het Groningse dorp Tolbert (gemeente Leek) is er een groep ondernemers die elk jaar ter gelegenheid van de jaarwisseling een ‘stunt’ bedenkt en uitvoert; doorgaans is het georganiseerde evenement gericht op verkrijging van aandacht voor een goed doel in het dorp.

    De ‘oudejaarsclub’ heeft geen juridische structuur en evenmin een vaste samenstelling; per evenement ontwikkelt zich tussen betrokken personen de samenwerking.

    2.2. Op 7 december 2002 zijn uit het museum dat te Amsterdam wordt geëxploiteerd door de Stichting Van Gogh Museum (de rechtspersoon wordt hierna verder kort aangeduid als: het museum) twee kostbare schilderijen van Van Gogh ontvreemd. Van de daders ontbrak elk spoor. In de Nederlandse media is veel aandacht geweest voor de diefstal.

    2.3. In een bijeenkomst van de ‘oudejaarsclub’ in december 2002, waaraan (onder meer) deelnamen gedaagde sub 1 (hierna ook te noemen: [A]), gedaagde sub 2 (hierna ook te noemen: [B]) en gedaagde sub 3 (hierna ook te noemen: [C]), kwam de gedachte op om voor de oudjaarstunt 2002/2003 aan te haken bij de publiciteit rondom de diefstal van de Van Gogh-schilderijen. De voetbalvereniging VV Tolbert had € 50.000,- voor een nieuwe tribune nodig en het bij wijze van stunt binnenhalen van ‘losgeld’ zou de gemeente een zetje in de rug geven. De stunt zou zijn geslaagd als er iemand op oudejaarsdag zou verschijnen met een koffertje met daarin het gevraagde geldbedrag; er zou een publieke ontvangst worden georganiseerd, maar het was uitdrukkelijk niet de bedoeling dat het geld daadwerkelijk in ontvangst zou worden genomen.

    De eerste gedachtevorming omtrent de oudjaarstunt leidde tot betrokkenheid van en een reeks van uitvoeringshandelingen bij meer dan tien personen aan de Tolberter zijde, waaronder [A], [B] en [C]. Na de eerste bijeenkomst zijn gedaagde sub 4 (hierna ook te noemen: [D]) en gedaagde sub 5 (hierna ook te noemen: [E]) bij de ‘stunt’ betrokken geraakt.

    2.4. Het was gebruikelijk dat in een vroeg stadium een contactpersoon bij de plaatselijke politie (politiebureau Leek) werd geïnformeerd over een voorgenomen stunt van de ‘oudejaarsclub’. Met deze persoon is in december 2002 contact gezocht, maar hij verbleef in het ziekenhuis. Aan de telefoniste is gevraagd aan de contactpersoon door te geven dat de club bezig was met een ludieke actie “met wat tricky kantjes”. Tegenover de telefoniste is verder niet in details getreden.

    2.5. Meerdere bijeenkomsten van de ‘oudejaarsclub’ tijdens welke de voortgang van de stunt werd besproken, hebben plaatsgevonden in het kantoor van [C]; hij participeerde in de besluitvorming.

    In het kantoor van [C] is via een van zijn computers op internet gezocht naar wat er bekend was over de schilderijendiefstal; afbeeldingen van de schilderijen zijn toen door [C] uitgeprint.

    2.6. Op 23 december 2002 ontving het museum een brief van de volgende inhoud.

    Stichting “Het komt vast wel goed”. Afdeling Noord.

    Noord Nederland, 23 december 2002.

    Geacht Museum,

    Het lijkt op een grap, die uit de hand dreigt te lopen. Wij weten waar uw beide van Gogh’s zich ophouden. Wij denken dat het vast wel goed zal komen. Voor slechts € 50.000,00 kunt u ze terug in uw bezit hebben. Dat geld is bestemd voor een goed doel. Plaatst u op zaterdag 28 december a.s. een advertentie in het “Dagblad van het Noorden” bij de HAASJES onder de rubriek: te koop aangeboden KUNST EN ANTIEK met de volgende vermelding:

    “Het komt vast wel goed”AKKOORD!

    Daarna volgt u onze aanwijzingen. Uiterlijk op 31 december moet de zaak rond zijn.

    Hartelijke groeten Bestuur “Het komt vast wel goed”.

    2.7. De brief van 23 december 2002 werd door [B] getypt en gepost.

    [B] stelde een actielijst (opsomming van te ondernemen stappen) op met betrekking tot de stunt; tenminste [A] en [B] zelf beschikten over deze lijst en handelden ernaar.

    2.8. Het museum hield er serieus rekening mee dat de afzender van de brief van 23 december 2002 in het bezit was van de schilderijen en dat dit een mogelijkheid betrof om deze terug te krijgen.

    Op 24 december 2012 heeft het museum eiseres sub 1 (hierna te noemen: de Regiopolitie, of kortweg: de politie) ingeschakeld, waarna de politie een opsporingsonderzoek is gestart.

    In overleg met de politie heeft het museum de in de brief van 23 december 2002 opgegeven advertentie geplaatst.

    2.9. De ‘oudejaarsclub’ was toch nog enigszins verrast dat het museum de advertentie daadwerkelijk plaatste. Besloten werd om op de ingeslagen weg door te gaan.

    Op 28 december 2012 werd aan het museum een fax gezonden met de volgende inhoud.

    Stichting “Het komt vast wel goed”.

    Noord Nederland, 28 december 2002.

    Geacht Museum,

    Hartelijk dank voor uw reactie in het Dagblad van het Noorden. Wij denken dat het nu vast wel goed gaat komen. Uw schilderijen zijn bij ons in veilige handen.

    U plaatst op dinsdag 31 december opnieuw een advertentie in het Dagblad van het Noorden, zelfde rubriek, met de volgende tekst: Het komt vast wel goed, ….. (hier vult u een mobiel telefoonnummer in)

    Wij willen graag de zaken als volgt met u regelen. Op dinsdag 31 december meldt u zich om 18.30 uur bij de carpoolplaats aan de A7 afslag Leek, zuidzijde. Let op! 1 auto per persoon! Géén politie.

    Deze persoon is voorzien van een telefoontoestel met het mobiele nummer dat u ons hebt opgegeven, daarna volgen de volgende instructies per SMS. Communiceren vanaf dat ogenblik alleen per SMS.

    De persoon in kwestie is in het bezit van een koffer met € 50.000,00 in coupures van 50.

    Nogmaals, géén politie!!!

    Stichting “Het komt vast wel goed”.

    2.10. De brief van 28 december 2002 is getypt op het kantoor van [C] en werd verzonden met het mobiele fax-apparaat van [E]. De ‘oudejaarsclub’ koos voor dit apparaat omdat men niet traceerbaar wilde zijn. [E] was van de actie op de hoogte en had de brief gelezen voordat deze verzonden werd.

    Ook [A] was op de hoogte van verzending van deze brief; de fax werd eerst bij wijze van proef verstuurd naar het bedrijf van [A] om zeker te stellen dat er geen telefoonnummer van de afzender werd meegezonden.

    De gedachte aan de zijde van de Tolberter ondernemers was dat de persoon die met losgeld zou verschijnen, met SMS-berichten naar de voetbalkantine van VV Tolbert zou worden geleid; aldaar zou worden onthuld dat het om een ‘grap’ ging.

    2.11. In overleg met de politie heeft het museum naar aanleiding van de brief van 28 december 2002 een tweede advertentie geplaatst, waarin om bewijs werd gevraagd.

    2.12. Op 31 december 2012 ontving het museum in reactie op de tweede advertentie een nieuwe faxbrief, met de volgende tekst.

    Stichting “Het komt vast wel goed”. Afdeling Noord Nederland.

    Noord Nederland, 31 december 2002.

    Geacht Museum,

    Hartelijk dank voor uw reactie van hedenmorgen. Wij waren lichtelijk in u teleurgesteld omdat u schijnbaar enig wantrouwen koestert omtrent onze eerlijkheid.

    Hierbij leveren wij u het bewijs. Twijfelt u niet, maar houdt u zich nauwkeurig aan onze instructies,

    [volgt een opsomming van instructies, rechtbank]

    Vanaf dit ogenblik communiceren wij alleen nog verder per SMS. Wij willen vóór 12.00 uur vandaag in het bezit zijn van uw mobiele nummer.

    Namens de Stichting “het komt vast wel goed.

    Vriendelijke groet.

    2.13. Met deze fax van 31 december 2002 werd een foto meegestuurd van de twee schilderijen, met daarop een recent exemplaar van de “Midweek”, een plaatselijk huis-aan-huisblad.

    De betreffende ‘schilderijen’ waren gemaakt door [D], mede-eigenaar van een bedrijf in grafische vormgeving. [A] had hem benaderd met het verzoek foto’s van de gestolen schilderijen op ware grootte af te drukken. [A] stelde [D] op de hoogte van het plan...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT