Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Arnhem, 21 de Diciembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak21 de Diciembre de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank Arnhem

RECHTBANK ARNHEM

Sector strafrecht

Promis II

Parketnummer : 05/900635-12

Data zittingen : 29 augustus 2012, 5 oktober 2012 en 7 december 2012

Datum uitspraak : 21 december 2012

TEGENSPRAAK

Vonnis van de meervoudige kamer in de zaak van

de officier van justitie in het arrondissement Arnhem

tegen

naam : [verdachte]

geboren op : [geboortedatum]

adres : [adres]

plaats : [woonplaats]

thans gedetineerd in [adres].

raadsman : mr. B.J. Schadd, advocaat te Arnhem.

  1. De inhoud van de tenlastelegging

    Aan verdachte is ten laste gelegd dat:

    hij op of omstreeks 14 mei 2012 te Velp, gemeente Rheden, in elk geval Nederland, opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, hierin bestaande dat verdachte opzettelijk na kalm beraad en rustig overleg, althans na een (kort) tevoren genomen besluit, die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal met een mes, althans een scherp voorwerp in zijn hals en/of nek, tengevolge waarvan voornoemde persoon is overleden;

    althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:

    hij op of omstreeks 14 mei 2012 te Velp, gemeente Rheden, in elk geval in Nederland, aan een persoon genaamd [slachtoffer]., opzettelijk en met voorbedachte rade zwaar lichamelijk letsel (een of meerdere diepe steekwond(en) in de nek en/of hals), heeft toegebracht, door opzettelijk na kalm beraad en rustig overleg, die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal met een mes, althans een scherp voorwerp in zijn hals en/of nek, te steken, terwijl dat feit de dood tengevolge heeft gehad.

  2. Het onderzoek ter terechtzitting

    De zaak is laatstelijk op 7 december 2012 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. B.J. Schadd, advocaat te Arnhem.

    Als benadeelde partij heeft zich schriftelijk in het geding gevoegd: [benadeelde partij].

    De officier van justitie, mr. B. Molenaar, heeft gerekwireerd.

    Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.

  3. De beslissing inzake het bewijs

    De feiten

    Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.

    Op 14 mei 2012 is te Velp, in de gemeente Rheden, [slachtoffer] door verdachte met een mes in de hals gestoken. Ten gevolge van de verwondingen die daardoor zijn ontstaan, is [slachtoffer] overleden.

    Het standpunt van de officier van justitie

    De officier van justitie heeft gerekwireerd tot vrijspraak van moord. Hij is van mening dat wel wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan doodslag, aangezien verdachte in de hals van [slachtoffer] heeft gestoken ten gevolge waarvan die [slachtoffer] is overleden.

    Het standpunt van de verdediging

    De raadsman heeft vrijspraak van moord bepleit aangezien er bij verdachte op geen enkel moment sprake is geweest van voorbedachte rade om [slachtoffer] van het leven te beroven. Ten aanzien van de impliciet subsidiair ten laste gelegde doodslag heeft de raadsman ook vrijspraak bepleit, aangezien er onvoldoende grond is tot het aannemen van opzet op de dood van [slachtoffer], ook niet in voorwaardelijke zin. Zo heeft verdachte niet de bedoeling gehad om [slachtoffer] van het leven te beroven, maar heeft hij hem per ongeluk in zijn hals geraakt. Ook kan naar de mening van de raadsman uit het handelen van verdachte niet worden afgeleid dat hij willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat [slachtoffer] zou komen te overlijden.

    Ten aanzien van de subsidiair ten laste gelegde zware mishandeling heeft de raadsman eveneens vrijspraak van de voorbedachte raad bepleit en betoogd dat zijn cliënt hoogstens (voorwaardelijk) opzet op het toebrengen van zware mishandeling verweten kan worden.

    Beoordeling door de rechtbank

    De rechtbank is allereerst met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat verdachte dient te worden vrijgesproken van moord, nu niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat er sprake is geweest van voorbedachte raad.

    Niet ter discussie staat echter dat verdachte met een mes in de hals van [slachtoffer] heeft gestoken en dat [slachtoffer] ten gevolge daarvan is overleden. Naar algemene ervaringsregels geldt dat, indien een persoon met een mes in de hals(streek) wordt gestoken, de kans aanmerkelijk is te achten dat die gedraging de dood ten gevolge heeft. In de hals(streek) bevinden zich immers kwetsbare en vitale lichaamsdelen. Verdachte heeft ter zitting verklaard dat dit hem bekend is. Ook heeft verdachte verklaard dat hij bovenhands zijwaarts heeft gestoken tussen de schouder en de kin van [slachtoffer]. Het door verdachte gehanteerde mes had een lemmet van 7 centimeter lengte. De wond bij het slachtoffer had een diepte van tussen de 5,5 en 7,5 centimeter . Hieruit concludeert de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT