Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Almelo, 21 de Diciembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak21 de Diciembre de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank Almelo

Rechtbank Almelo

Sector strafrecht

Parketnummer: 08-700182/12

Datum vonnis: 21 december 2012

Vonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Almelo, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Almelo tegen:

[verdachte],

geboren op [datum] in [plaats],

wonende in [plaats],

nu verblijvende in het Huis van Bewaring Ooyershoek te Zutphen.

  1. Het onderzoek op de terechtzitting

    Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 15 juni 2012, 7 september 2012, 20 november 2012 en 7 december 2012. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. L. Grooters en van wat door de verdachte en zijn raadsman mr. A.B.G.T. von Bóné, advocaat te Rotterdam, naar voren is gebracht.

  2. De tenlastelegging

    De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:

    Feit 1 primair: alleen of met een ander of anderen heeft geprobeerd om [slachtoffer] dood te schieten;

    Feit 1 subsidiair: alleen of met een ander of anderen heeft geprobeerd om [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen door op hem te schieten met een vuurwapen;

    Feit 2: alleen of met een ander of anderen een pistool en munitie voorhanden heeft gehad;

    Feit 3: alleen of met een ander of anderen luxe goederen had(den), terwijl hij/zij wist(en) dat deze goederen van een misdrijf afkomstig waren.

    Voluit luidt de tenlastelegging – na wijziging – aan de verdachte, dat:

  3. hij op of omstreeks 2 maart 2012,

    te Enschede,

    ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededaders(s) voorgenomen

    misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,

    opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade een persoon genaamd [slachtoffer]

    van het leven te beroven, met dat opzet en al dan niet na kalm beraad en

    rustig overleg een vuurwapen heeft/hebben gericht (gehouden) op die [slachtoffer]

    en/of met een vuurwapen op die [slachtoffer] heeft/hebben geschoten en/althans een of

    meer kogel(s) heeft/hebben afgevuurd in de richting van die [slachtoffer] en/of

    (daarbij) die [slachtoffer] door/in een been heeft/hebben geschoten, terwijl de

    uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

    art 289 Wetboek van Strafrecht

    art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht

    ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou

    kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat

    hij op of omstreeks 2 maart 2012,

    te Enschede,

    ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededaders(s) voorgenomen

    misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,

    opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade aan een persoon, genaamd I.

    [slachtoffer], opzettelijk zwaar lichamelijk toe te brengen, met dat opzet en al dan

    niet na kalm beraad en rustig overleg een vuurwapen heeft/hebben gericht

    (gehouden) op die [slachtoffer] en/of met een vuurwapen op die [slachtoffer] heeft/hebben

    geschoten en/althans een of meer kogel(s) heeft/hebben afgevuurd in de

    richting van die [slachtoffer] en/of (daarbij) die [slachtoffer] door/in een been heeft/hebben

    geschoten, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

    art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht

    art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht

    art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht

  4. hij op of omstreeks 2 maart 2012,

    te Enschede,

    tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,

    een vuurwapen, zijnde een (semi)automatisch pistool van het merk Glock,

    althans een vuurwapen van categorie II en/of III van de Wet Wapens en Munitie

    en/of (bijbehorende) munitie en/of (6) hulzen van het merk/kaliber 9 mm Parabellum en/of (6) patronen van het kaliber 9 mm Parabellum voorhanden heeft gehad;

    De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover

    daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde

    betekenis te zijn gebezigd;

    art 26 lid 1 Wet wapens en munitie

  5. hij in of omstreeks de periode van 1 februari 2012 tot en met 20 maart 2012,

    te Enschede, althans in Nederland,

    (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,

    van een of meer voorwerpen (Audi Q7 en/of luxe goederen/inventaris) en/of

    geldbedragen, in ieder geval geld, de werkelijke aard, de herkomst, de

    vindplaats, de vervreemding of de verplaatsing heeft/hebben verborgen of

    verhuld, dan wel heeft/hebben verborgen of verhuld wie de rechthebbende(n) op

    die voorwerpen en/of dat geld was/waren en/of die voorwerpen en/of dat geld

    voorhanden heeft/hebben gehad, terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en)

    en/althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die voorwerpen en/of dat

    geld (onmiddellijk of middellijk) afkomstig was/waren uit enig misdrijf en/of

    een of meer voorwerpen en/of geldbedragen, in ieder geval geld, heeft

    verworven, voorhanden heeft/hebben gehad, heeft/hebben overgedragen en/of

    omgezet, althans van een of meer voorwerpen en/of geldbedragen, in ieder geval

    geld, gebruik heeft gemaakt, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s)

    wist(en) dat deze voorwerpen en/of geldbedragen - onmiddellijk of middellijk -

    afkomstig was/waren uit enig misdrijf;

    art 420bis lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht.

  6. De vordering van de officier van justitie

    De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het onder 1 primair, 2 en 3 tenlastegelegde wordt veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van tien jaar, met aftrek van het voorarrest, met verbeurdverklaring van het beslag.

  7. De voorvragen

    De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in haar vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

  8. De beoordeling van het bewijs .

    5.1 Feit 1 primair en subsidiair

    De standpunten van de verdediging en de officier van justitie

    Wat het onder 1 primair en subsidiair ten laste gelegde feit betreft stelt de officier van justitie dat verdachte met anderen geprobeerd heeft om [slachtoffer] te vermoorden door met een pistool op die [slachtoffer] te schieten. De officier van justitie stelt dat verdachte na de ruzie met [slachtoffer] bij een ander een pistool heeft opgehaald of laten ophalen en vervolgens (terug) is gegaan naar café Demi’s om de confrontatie met [slachtoffer] op te zoeken. Zij concludeert dat verdachte zich dus heeft kunnen beraden op zijn daad. Dat [slachtoffer] in de voet...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT