Voorlopige voorziening van Rechtbank Rotterdam, Voorzieningenrechter, 14 de Julio de 2008
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 14 de Julio de 2008 |
Uitgevende instantie: | Voorzieningenrechter |
RECHTBANK ROTTERDAM
Sector Bestuursrecht
Voorzieningenrechter
Reg.nr.: VBC 08/2472 WILD
Uitspraak naar aanleiding van het verzoek om voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht
in het geding tussen
X, gevestigd te Y, verzoekster,
gemachtigden mr. M.J. Geus en mr. drs. D.P. Kuipers, advocaten te Den Haag,
en
De Consumentenautoriteit, verweerder.
1 Ontstaan en loop van de procedure
Bij brief van 18 maart 2008 heeft verweerder aan verzoekster de informatie, die van verzoekster is ontvangen en die wordt meegenomen in het onderzoek dat verweerder doet naar verzoekster, toegezonden. Bij deze brief is verzoekster verzocht aan te geven welke informatie zij vertrouwelijk acht. Verweerder heeft aangegeven dat het aanmerken als vertrouwelijk betekent dat de betreffende informatie wordt verwijderd uit de stukken die bij de zaak ter inzage worden gelegd. Voorts is gesteld dat ter inzage leggen betekent dat specifiek derde belanghebbenden bij een zaak inzage in de stukken krijgen. Er is geen sprake van een algemene openbaarmaking.
Bij brief van 31 maart 2008 heeft verzoekster - kort gezegd - geageerd tegen het in de voorbereidingsfase van een besluit ter inzage leggen van stukken voor (specifiek) belanghebbenden. Verzoekster heeft verweerder verzocht niet over te gaan tot ter inzage legging van het dossier of tot toezending van het rapport aan de specifiek belanghebbenden of andere derde belanghebbenden, noch deze partijen in de gelegenheid te stellen een zienswijze te geven in de voorbereiding van het eventueel te nemen besluit tegen verzoekerster. Voorts blijkt dat verzoekster eveneens ageert tegen het door verweerder als niet-vertrouwelijk aanmerken van bepaalde stukken en het niet eens is met de door verweerder gehanteerde criteria bij de beoordeling of er sprake is van vertrouwelijke stukken.
Bij brief van 10 april 2008 heeft verweerder een reactie gegeven op verzoeksters brief van 31 maart 2008. Verweerder heeft hierbij het verzoek om niet over te gaan tot ter inzage legging van het dossier of tot toezending van het rapport aan de specifiek belanghebbenden of andere derde belanghebbenden, noch deze partijen in de gelegenheid te stellen een zienswijze te geven, afgewezen. Verweerder heeft verzoekster een nieuwe termijn gegeven om de vertrouwelijkheid van de toegezonden stukken nader te onderbouwen.
Bij brief van 8 mei 2008 is verweerder nader ingegaan op de vertrouwelijkheid en heeft bepaalde informatie -...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT