Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Rotterdam, 4 de Junio de 2008

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 4 de Junio de 2008
Uitgevende instantie:Rechtbank Rotterdam

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Sector civiel recht

Zaak-/rolnummer: 275843 / HA ZA 07-37

Uitspraak: 4 juni 2008

VONNIS van de enkelvoudige kamer in de zaak van:

[eiser],

wonende te [woonplaats],

eiser in conventie,

verweerder in reconventie,

procureur mr. R.J. Wybenga,

advocaat mr. A.C. van der Bent,

- tegen -

de publiekrechtelijke rechtspersoon

POLITIEREGIO ROTTERDAM-RIJNMOND,

hierna ook aan te duiden als: Politieregio Rijnmond,

gevestigd te Rotterdam,

gedaagde in conventie,

eiser in reconventie,

procureur mr. W.J. Hengeveld,

advocaat mr. D.J. van der Kolk.

  1. Het verloop van de procedure.

    De rechtbank heeft kennis genomen van de navolgende stukken:

    de dagvaarding van 20 juli 2004 en de producties 1 tot en met 15;

    de conclusie van antwoord in conventie, tevens eis in reconventie, met de producties 1 tot en met 21;

    het tussenvonnis van 9 februari 2005, waarbij een comparitie van partijen is gelast;

    het proces-verbaal van de comparitie van partijen van 25 maart 2005;

    de conclusie van repliek in conventie, houdende wijziging van eis, tevens conclusie van antwoord in reconventie, met de producties 16 tot en met 19;

    de conclusie van dupliek in conventie, tevens repliek in reconventie, met de producties 22 tot en met 26;

    de akte in conventie, tevens dupliek in reconventie;

    de antwoordakte in conventie.

  2. Het geschil.

    In conventie:

    Kort samengevat vordert [eiser], na eiswijziging, dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

    1. Politieregio Rijnmond veroordeelt tot vergoeding van eisers schade als gevolg van (het onrechtmatige deel van) het besluit van 27 maart 1997, primair op te maken bij staat, subsidiair te begroten in deze procedure, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 27 maart 1997;

    2. te verklaren voor recht dat bij het opmaken van bedoelde omzetschade;

      de omzetschade tot en met 2001 voor 100%, over 2002 voor maximaal 70%, over 2003 over maximaal 50% en over 2004 voor maximaal 30% in aanmerking moet worden genomen;

      de tariefsverhoging met 28,3% per 1 januari 1999 in aanmerking moet worden genomen;

      het vervallen van de korting van 30% per 1 oktober 2003 in aanmerking moet worden genomen;

      het fiscale nadeel bestaande uit gemiste zelfstandigenaftrek in aanmerking moet worden genomen;

    3. Politieregio Rijnmond veroordeelt tot betaling van € 17.449,16 wegens kosten van rechtsbijstand, te vermeerderen met wettelijke rente;

    4. Politieregio Rijnmond veroordeelt tot vergoeding van € 7.500,= wegens immateriële schade, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 27 maart 1997;

    5. Politieregio Rijnmond te veroordelen in de kosten van de procedure, inclusief nasalaris en te vermeerderen met wettelijke rente.

      Politieregio Rijnmond bestrijdt deze vorderingen en concludeert tot niet-ontvankelijk-verklaring, althans tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van [eiser] in de proceskosten, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad.

      In reconventie:

      Politieregio Rijnmond vordert in reconventie dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

    6. voor recht verklaart dat [eiser] aansprakelijk is voor door Politieregio Rijnmond geleden schade;

    7. [eiser] veroordeelt tot vergoeding van de door Politieregio Rijnmond geleden schade als gevolg van de ongerechtvaardigde verrijking van [eiser], te begroten in deze procedure althans op te maken bij staat, te vermeerderen met wettelijke rente.

      [eiser] bestrijdt de vordering in reconventie en concludeert tot niet-ontvankelijk-verklaring, althans tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van Politieregio Rijnmond in de proceskosten, inclusief nasalaris en te vermeerderen met wettelijke rente, een en ander bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad.

  3. De beoordeling.

    In conventie en in reconventie:

    3.1 De rechtbank gaat uit van de navolgende vaststaande feiten.

    Voor wat betreft het schadeveroorzakende besluit:

    [eiser], geboren op [geboortedatum], heeft vanaf 1976 voor (in hoofdzaak) politie en justitie (OM) tolk- en vertaalwerkzaamheden in de Turkse taal verricht.

    [eiser] is per 1 april 1994 als economisch beleidsmedewerker in dienst getreden bij Politieregio Rijnmond.

    Bij besluit van 27 maart 1997 (hierna ook: het primaire besluit) is namens Politieregio Rijnmond besloten medewerkers van het Regiokorps Rotterdam-Rijnmond, onder wie [eiser], niet langer op te nemen op de Tolkenlijst van de Centrale Eenheid Vreemdelingenzorg.

    Bij beslissing op bezwaar van 30 oktober 1997 is het hiertegen gerichte bezwaar van [eiser] ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 2 juni 1999 heeft de rechtbank het hiertegen gerichte beroep van [eiser] gegrond verklaard wegens een motiverings-gebrek.

    [eiser] heeft zijn dienstverband bij Politieregio Rijnmond per 1 september 1999 opgezegd. Tegen die datum is hem ontslag verleend.

    Opnieuw beslissende op bezwaar, heeft Politieregio Rijnmond op 6 januari 2000 het bezwaar voor zover het is gericht tegen het niet meer mogen tolken voor de politie ongegrond verklaard en het bezwaar voor het overige (betreffende vertaalwerkzaam-heden voor de politie en vertaal- en tolkwerkzaamheden voor justitie) gegrond verklaard.

    [eiser] heeft hiertegen beroep ingesteld voor zover zijn bezwaar ongegrond was verklaard. Bij uitspraak van 1 oktober 2004 heeft de rechtbank, sector bestuursrecht, het beroep ongegrond verklaard, welke uitspraak door de Centrale Raad van Beroep bij uitspraak van 18 mei 2006 is bevestigd.

    en voor wat betreft de schade:

    [eiser] heeft Politieregio Rijnmond verzocht een (zelfstandig) schadebesluit te nemen, hetgeen heeft geleid tot een beslissing op bezwaar van 29 januari 2004. Voorts is op 24 mei 2004 een besluit genomen, inhoudende een weigering tot vergoeding van immateriële schade.

    In de beslissing op bezwaar van 29 januari 2004 is het primaire schadebesluit (van 31 oktober 2001) deels herroepen en is besloten tot een aanvullende betaling (van € 26.988,81 en wettelijke rente), op basis van de volgende uitgangspunten: - gederfde inkomsten uit vertaalwerk, gerelateerd aan een gemiddeld inkomen uit vertaalwerk over de jaren 1992 tot en met 1996 van fl. 56.613,=, berekend over een schadeperiode van 2,5 jaar (zijnde 2,5 x fl. 56.613,00 = fl. 141.532,50); - gederfde inkomsten uit tolkwerkzaamheden, gerelateerd aan een gemiddeld inkomen uit tolkwerkzaamheden over de jaren 1992 tot en met...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT