Raadkamer van Court of Appeal of Arnhem (Netherlands), 17 de Diciembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak17 de Diciembre de 2012
Uitgevende instantie:Court of Appeal of Arnhem (Netherlands)

GERECHTSHOF LEEUWARDEN

zitting houdende te ARNHEM

Pkn: 21-002025-10

Avnr: 1103-12

Het gerechtshof heeft te beslissen op het hoger beroep ingesteld door

[naam appellant],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],

domicilie kiezende te [kantoor raadsman],

ten kantore van zijn raadsman,

hierna te noemen appellant.

Het hoger beroep is ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank Groningen, zittinghoudende te Arnhem, van 4 april 2012, houdende de beslissing op een verzoek ex artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering.

Het hof heeft gehoord in openbare raadkamer van 8 november 2012 de advocaat-generaal en mr. [naam raadsman].

Appellant is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.

Het hof heeft kennis genomen van:

- het verzoekschrift van appellant, ingekomen op 29 september 2011 ter griffie van de rechtbank te Groningen;

- het proces-verbaal van de behandeling op 14 maart 2012 van het verzoek door de rechtbank;

- voormelde beschikking van de rechtbank;

- de akte van beroep van 24 mei 2012, opgemaakt door de griffier van de rechtbank te Arnhem, waarbij namens appellant hoger beroep werd ingesteld tegen voormelde beschikking;

- de overige zich in het dossier bevindende stukken.

OVERWEGINGEN

  1. Bij vonnis van 10 mei 2012 heeft de rechtbank te Groningen, zittinghoudende te Arnhem, het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard in zijn vervolging.

    De zaak is derhalve geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel en zonder dat toepassing is gegeven aan artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht.

  2. Het inleidend verzoekschrift strekt tot toekenning van een vergoeding voor de door appellant ten behoeve van het onderzoek en de behandeling der zaak gemaakte reiskosten en in de kosten van de raadsman, vermeerderd met de kosten voor het indienen en behandelen van het verzoekschrift. Het verzoek strekt tevens strekkende tot toekenning van een vergoeding ex artikel 591 van het Wetboek van Strafvordering en artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering. Hierop heeft de rechtbank bij afzonderlijke beschikking beslist.

  3. Bij de beschikking waarvan beroep heeft de rechtbank een vergoeding toegekend voor de door appellant ten behoeve van het onderzoek en de behandeling der zaak gemaakte reiskosten en het verzoek tot vergoeding in de kosten van de raadsman afgewezen omdat onvoldoende aannemelijk is geworden dat de gevraagde kosten daadwerkelijk ten laste van appellant zijn gekomen.

  4. Het hoger beroep is tijdig ingediend.

  5. De raadsman...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT