Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Rotterdam, 21 de Noviembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak21 de Noviembre de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank Rotterdam

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Sector civiel recht

zaaknummer / rolnummer: 382804 / HA ZA 11-1659

Vonnis van 21 november 2012

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

TREE REAL ESTATE B.V.,

gevestigd te Rotterdam,

eiseres in het verzet,

advocaat mr. R. van Gelder,

tegen

de publiekrechtelijke rechtspersoon

GEMEENTE ROTTERDAM,

zetelend te Rotterdam,

gedaagde in het verzet,

advocaat mr. V. Wiegman.

Partijen zullen hierna Tree Real Estate en de gemeente genoemd worden.

1. De procedure

1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding d.d. 5 juli 2011, met producties

- de conclusie van antwoord, met producties

- de conclusie van repliek, met producties

- de conclusie van dupliek, met producties

- de ‘akte uitlaten producties’ aan de zijde van Tree Real Estate.

1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

2. De feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, gelet ook op de inhoud van de in zoverre niet betwiste inhoud van de in het geding gebrachte producties, staat tussen partijen -voor zover van belang- het volgende vast:

2.1. Bij besluit van 14 februari 2000 zijn [A] (hierna: [A]) en [B] (hierna: [B]) als (toenmalig) eigenaren van het pand [X] (hierna: het pand) aangeschreven om binnen een in dat besluit genoemde termijn bepaalde -in een aan het besluit gehechte voorzieningenlijst genoemde- werkzaamheden aan het pand te verrichten. Dit besluit luidt, voor zover hier van belang:

“(…) besluiten wij u overeenkomstig de artikelen 14, eerste lid en 17, eerste lid, van de Woningwet aan te schrijven om binnen 6 weken na de dagtekening van dit besluit de in de voorzieningenlijst genoemde werkzaamheden op afdoende wijze te (laten) verrichten. Tevens dienen de eventueel uit deze voorziening(en) voortvloeiende (herstel)werkzaamheden te worden uitgevoerd (…).

Indien u niet, of onvoldoende binnen de hierboven genoemde termijn aan dit besluit gevolg geeft, zullen de in de voorzieningenlijst genoemde werkzaamheden krachtens artikel 125, van de Gemeentewet in samenhang met artikel 26, van de Woningwet en de artikelen 5:21 tot en met 5:31 van de Algemene wet bestuursrecht van gemeentewege worden uitgevoerd. De daaraan verbonden kosten zullen, vermeerderd met 15% beheerskosten, op u of uw rechtsopvolger(s) worden verhaald (…)”.

2.2. De onder 2.1 bedoelde aanschrijving is op 22 februari 2000 ingeschreven in de openbare registers van het Kadaster.

2.3. Een brief van de gemeente aan [A] en [B] d.d. 25 maart 2003 luidt, voor zover hier van belang:

“(…)

Omdat aan de aanschrijving (d.d. 14 februari 2000; opm rb) niet is voldaan en de termijn waarbinnen de in de aanschrijving genoemde werkzaamheden dienden te zijn uitgevoerd inmiddels is verstreken, zijn de in de aanschrijving genoemde werkzaamheden alsnog uitgevoerd. Uitvoering vond van gemeentewege plaats op 23 augustus 2001.

(…)

Voor de in totaal door de gemeente gemaakte kosten, vermeerderd met 18% beheerskosten, treft u bijgaand een factuur aan. U wordt verzocht deze zo spoedig mogelijk doch in ieder geval voor 24 april 2003 te voldoen (…)”.

De bij die brief gevoegde factuur luidt, voor zover hier van belang:

“(…)

Ingevolge Artikel 125 van de Gemeentewet

bent u onderstaand bedrag verschuldigd

voor werkzaamheden welke in opdracht van

de Gemeente zijn verricht aan het/de

pand(en) [X], onder regnr.

991133.

Kosten volgens kopierekening(en) ovz. 65.136,45

Beheerskosten 18% 11.724,56

14.603,59

Totaal te voldoen voor

24-04-2003

91.464,60

(…)”.

2.4. Omdat [A] en [B] de onder 2.3 genoemde factuur niet hebben betaald, heeft de gemeente op 28 augustus 2003 een dwangbevel jegens [A] en [B] uitgevaardigd. Bij exploot van 12 september 2003 is dit dwangbevel aan hen betekend. Dit dwangbevel heeft evenmin tot betaling van de onder 2.3 genoemde factuur geleid.

2.5. Het pand is op 15 december 2004 tijdens een executieveiling openbaar verkocht aan Tree Real Estate. In 2006 is het pand geleverd aan Tree Real Estate en per 21 juni 2006 is Tree Real Estate als eigenaar van het pand ingeschreven in de registers.

2.6. Bij brief d.d. 24 maart 2005 heeft de gemeente [A] en [B] een creditfactuur gestuurd voor de onder 2.3 genoemde factuur d.d. 25 maart 2003 en daarnaast een nieuwe (gewijzigde) factuur voor de in de aanschrijving genoemde uitgevoerde werkzaamheden. In het nieuwe factuurbedrag ad € 89.139,23 is een percentage van 15% beheerskosten opgenomen, in plaats van 18%, zoals in de onder 2.3 genoemde factuur. Deze nieuwe factuur diende uiterlijk 23 april 2005 betaald te worden.

2.7. Een brief van de gemeente aan Tree Real Estate d.d. 24 januari 2011 luidt, voor zover hier van belang:

“(…)

Recentelijk is gebleken dat u in 2006 het pand aan de [X] hebt aangekocht. De toenmalige eigenaar van het pand is op 14 februari 2000 (…) aangeschreven en dit is verwerkt in het kadaster. De noodzakelijke uitvoering is niet door de voormalige eigenaar uitgevoerd en om die reden heeft de gemeente de werkzaamheden uitgevoerd. Vervolgens is de nota op 24 maart 2005 naar de voormalige eigenaar gestuurd, die ze niet heeft voldaan.

Ik ben van mening, dat u tijdens de overdracht op de hoogte geweest moest zijn van de kosten van uitvoering van gemeentewege. De gemeente stelt u als eigenaar van het pand nog in de gelegenheid om binnen 6 weken het bedrag ad

€ 121.322,17 (zijde het factuurbedrag ad € 89.139,23 en een rentebedrag ad € 32.182,94 over te maken (…)”.

2.8. Omdat Tree Real Estate niet tot betaling van het in de brief van 24 januari 2011 genoemde bedrag (zie 2.7) is overgegaan, heeft de gemeente op 20 april 2011 een dwangbevel uitgevaardigd tegen Tree Real Estate. Dit dwangbevel is bij exploot d.d. 25 mei 2011 aan Tree Real Estate betekend.

3. Het geschil

3.1. Tree Real Estate vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Tree Real Estate te verklaren tot goed opposante tegen het dwangbevel d.d. 20 april 2011 zoals betekend bij exploot d.d. 25 mei 2011 en derhalve het verzet gegrond te verklaren en Tree Real Estate te ontheffen van het bepaalde in het dwangbevel d.d. 20 april 2011, althans deze buiten effect te stellen, met veroordeling van de gemeente in de proceskosten.

3.2. De gemeente voert gemotiveerd verweer.

3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4. De beoordeling

4.1. De rechtbank stelt voorop dat met ingang van 1 juli 2009 de Vierde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) in werking is getreden. Ingevolge artikel IV lid 1 van de Wet van 25 juni 2009, Stb. 2009, 264 (Vierde tranche van de Awb) blijft, indien een bestuurlijke sanctie wordt opgelegd wegens een overtreding die plaatsvond voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, het recht zoals dat gold voor dat tijdstip van toepassing.

Tussen partijen staat vast dat in het onderhavige geval de overtreding waarvoor de bestuurlijke sanctie is opgelegd voor 1 juli 2009 plaatsgevonden en dat...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT