Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Utrecht, 28 de Diciembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak28 de Diciembre de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank Utrecht

RECHTBANK UTRECHT

Sector strafrecht

parketnummer: 16/604101-11 [P]

vonnis van de meervoudige kamer d.d. 28 december 2012

in de strafzaak tegen

[verdachte]

geboren op [1959] te [geboorteplaats]

wonende te [woonplaats], [adres]

raadsvrouw mr. W.R. Kasteleijn, advocaat te Utrecht

1 Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 18 december 2012, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2 De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:

in de periode van 30 november 2010 tot en met 21 januari 2011 te [woonplaats] als fysiotherapeut ontucht heeft gepleegd met zijn patiënte [benadeelde].

3 De voorvragen

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging en er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4 De beoordeling van het bewijs

4.1 Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het hem ten laste gelegde feit heeft begaan en baseert zich daarbij op de aangifte en de verklaring van verdachte.

4.2 Het standpunt van de verdediging

De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen en verzoekt de rechtbank dan ook om verdachte vrij te spreken van het hem ten laste gelegde feit.

De verdediging heeft primair aangevoerd dat niet kan worden bewezen dat verdachte aangeefster heeft behandeld in de uitvoering van zijn beroep als fysiotherapeut en dat er sprake was van een afhankelijkheidsrelatie tussen verdachte en aangeefster. Voorts waren de door verdachte gegeven ontspanningsmassages geheel vrijwillig, op verzoek en met toestemming van aangeefster.

De verdediging heeft subsidiair aangevoerd dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen het uittrekken dan wel naar beneden trekken van de onderbroek van aangeefster, het betasten van de schaamstreek, het – proberen – te (tong)zoenen en het masseren dan wel betasten van de tepels, heupen en billen. De verklaring van aangeefster wordt hierin niet ondersteund door enig ander bewijs.

4.3 Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het hem ten laste gelegde feit heeft begaan en overweegt daartoe het volgende.

Vaststelling van de feiten

[benadeelde] ging op 30 november 2011 naar haar fysiotherapeut in [woonplaats], te weten verdachte, voor behandeling van haar lichamelijke klachten. Verdachte adviseerde haar ontspanningsmassage. Toen [benadeelde] op haar rug lag masseerde hij haar lichaam door met zijn handen strijkbewegingen te maken over onder andere haar borsten. Toen aangeefster op haar buik lag masseerde hij haar billen. Hij trok daarbij haar onderbroek naar beneden tot halverwege haar billen.

Op 21 januari 2011 had [benadeelde] wederom een afspraak voor een behandeling bij verdachte. Tijdens de behandeling masseerde verdachte de borsten en tepels van aangeefster. Verdachte kneep in haar tepels en maakte draaibewegingen met zijn duim. Tevens heeft hij haar onderbroek uigetrokken. Vervolgens heeft hij geprobeerd om haar te zoenen.

Verdachte heeft bekend dat hij als fysiotherapeut ontucht heeft gepleegd met zijn patiënte [benadeelde], door haar borsten, tepels, billen en heupen te masseren en haar onderbroek naar beneden en uit te trekken. Ook heeft...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT