Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Utrecht, 28 de Diciembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak28 de Diciembre de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank Utrecht

RECHTBANK UTRECHT

Sector strafrecht

parketnummer: 16/711351-11 [P]

vonnis van de meervoudige kamer d.d. 28 december 2012

in de strafzaak tegen

[verdachte]

geboren op [1967] te [geboorteplaats]

wonende te [woonplaats], [adres]

thans gedetineerd te HvB Nieuwegein

raadsman mr. J.P.M. Denissen, advocaat te Utrecht

  1. Onderzoek van de zaak

    De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 18 december 2012, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

  2. De tenlastelegging

    De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De tenlastelegging is gewijzigd overeenkomstig artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering.

    De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:

    in de periode van 1 oktober 2002 tot en met 27 juni 2012 te Veenendaal een grote hoeveelheid kinderporno onder andere heeft verworven, in bezit heeft gehad en heeft verspreid en dat verdachte van dat misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.

  3. De voorvragen

    De rechtbank stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

    De rechtbank overweegt in dat verband, ten aanzien van het door de verdediging gevoerde verweer het volgende.

    De geldigheid van de dagvaarding

    De verdediging heeft bepleit dat de dagvaardig partieel nietig moet worden verklaard ten aanzien van hetgeen onder A, tweede gedachtestreepje, is ten laste gelegd. Dit deel van de tenlastelegging is onleesbaar, onbegrijpelijk en innerlijk tegenstrijdig, zodat hieruit niet kan worden afgeleid wat verdachte wordt verweten.

    Tevens dient naar het oordeel van de verdediging de dagvaarding partieel nietig te worden verklaard voor wat betreft de periode genoemd onder B, nu de periode van 1 oktober 2002 tot en met 29 augustus 2011 ten laste wordt gelegd terwijl in de nadere aanduiding een periode van 1 januari 2010 tot en met 29 augustus 2011 wordt genoemd. Daarmee is volgens de verdediging de tenlastelegging innerlijk tegenstrijdig.

    De officier van justitie heeft aangevoerd dat zij de tenlastelegging voor de genoemde onderdelen voldoende begrijpelijk acht.

    De rechtbank verwerpt het verweer van de verdediging en overweegt daartoe dat het onder het tweede gedachtestreepje onder A ten laste gelegde feit weliswaar dubbelop, maar niet onleesbaar, onbegrijpelijk of innerlijk tegenstrijdig is. Met betrekking tot onderdeel B overweegt de rechtbank dat de periode van 1 januari 2010 tot en met 29 augustus 2011 betrekking heeft op het zich toegang verschaffen tot kinderporno met gebruikmaking van een communicatiedienst, hetgeen pas met ingang van 1 januari 2010 strafbaar is gesteld. De rechtbank acht de tenlastelegging voldoende duidelijk.

  4. De beoordeling van het bewijs

    4.1. Het standpunt van de officier van justitie

    De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de hem ten laste gelegde feiten heeft begaan en baseert zich daarbij op de bevindingen van de politie in het onderzoek naar de bij verdachte aangetroffen gegevensdragers, de internettap en de verklaring van verdachte.

    4.2. Het standpunt van de verdediging

    De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen van de gehele ten laste gelegde periode en verzoekt de rechtbank dan ook om verdachte gedeeltelijk vrij te spreken. De verdediging heeft daartoe het volgende aangevoerd.

    De onder A, eerste gedachtestreepje, ten laste gelegde afbeeldingen zijn blijkens het onderzoek pas op 14 augustus 2011 verkregen.

    De afbeeldingen die onder B zijn ten laste gelegd, zijn blijkens het onderzoek vermoedelijk gedownload of op de harde schijf geplaatst tussen 1 januari 2000 en 28 augustus 2011. Dit is echter slechts een niet nader onderbouwd vermoeden, waardoor de periode slechts kan worden bewezen vanaf het moment waarop de afbeeldingen zijn aangetroffen.

    De onder C ten laste gelegde afbeeldingen zijn blijkens het onderzoek vermoedelijk aangemaakt op 13 december 2009. Ook dit is slechts een niet nader onderbouwd vermoeden, waardoor de periode slechts kan worden bewezen vanaf het moment waarop de afbeeldingen zijn aangetroffen.

    4.3. Het oordeel van de rechtbank

    De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de hem ten laste gelegde feiten heeft begaan en overweegt daartoe het volgende.

    Vaststelling van de feiten

    In de periode van 30 augustus 2011 tot en met 6 september 2011 is het internetverkeer van verdachte getapt. Tijdens die tap bleek dat verdachte met enige regelmaat de site [naam] bezocht. Dit is een bestandsuitwisselingsprogramma waarbinnen gebruikers in besloten netwerken bestanden met elkaar kunnen uitwisselen. De versleutelde data, verkregen uit die tap, zijn inzichtelijk gemaakt. De data bleken afbeeldingen te zijn. [verbalisant 1] en [verbalisant 2], beiden gecertificeerd zedenrechercheur, hebben vastgesteld dat 3281 bestanden kinderpornografisch zijn. Hiervan zijn er 529 door verdachte ontvangen en 2752 door verdachte verspreid. De verbalisanten hebben de afbeeldingen vervolgens beschreven. Uit die beschrijvingen volgt dat deze afbeeldingen een kinderpornografisch karakter hebben, zoals in de bewezenverklaring onder D vermeld.

    Op 7 september 2011 is de woning van verdachte te Veenendaal doorzocht. Bij die doorzoeking zijn onder andere een desktop en een harddisk in beslag genomen.

    Op de desktop van het merk HP (goednummer 2) zijn vier afbeeldingen aangetroffen welke door verbalisant [verbalisant 1] zijn beschreven en gekwalificeerd als kinderporno. Uit die beschrijvingen volgt dat deze afbeeldingen een kinderpornografisch karakter hebben, zoals in de bewezenverklaring onder A vermeld.

    Op de harddisk van het merk Lacie (goednummer 5) zijn 74.366 afbeeldingen en 2.505 films aangetroffen welke door verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] zijn beschreven en zijn gekwalificeerd als kinderporno. Uit die beschrijvingen volgt dat deze afbeeldingen een kinderpornografisch karakter hebben, zoals in de bewezenverklaring onder A en B vermeld.

    Op 27 juni 2012 is de woning van verdachte te Veenendaal wederom doorzocht. Daarbij is onder andere een harddisk van het merk Lacie (goednummer 50) in beslag genomen. Hierop zijn twee afbeeldingen aangetroffen welke door verbalisant [verbalisant 2] zijn beschreven en zijn gekwalificeerd als kinderporno. Uit die beschrijvingen volgt dat deze afbeeldingen een kinderpornografisch karakter hebben, zoals in de bewezenverklaring onder C vermeld.

    Verdachte heeft bekend dat hij voornoemde afbeeldingen heeft verworven, in bezit heeft gehad en heeft verspreid vanaf het najaar van 2006. Tevens heeft verdachte bekend dat deze afbeeldingen kinderporno bevatten. Hij downloadde en deelde de afbeeldingen middels zijn computer via het internet.

    De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de hem ten laste gelegde afbeeldingen vanaf het najaar van 2006 heeft verworven, in bezit heeft gehad, heeft verspreid en dat hij zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft en dat verdachte van dat misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.

    Aanvullende bewijsoverweging ten aanzien van de periode

    Nu in het onderzoek naar de afbeeldingen slechts vermoedelijke aanmaakdata en download data konden worden bepaald en verdachte onderbouwd heeft verklaard dat hij vanaf het najaar 2006 afbeeldingen heeft gedownload en de rechtbank deze verklaring aannemelijk acht, stelt de rechtbank...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT