Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Assen, 28 de Diciembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak28 de Diciembre de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank Assen

De rechtbank heeft op vrijdag 28 december 2012 vonnis gewezen in de zaken tegen zeven verdachten, die werden verdacht van het plegen van onder meer overvallen op supermarkten in Drenthe.

Hieronder volgt een samenvatting van de vonnissen.

De volgende feiten zijn ten laste gelegd:

-Verdachte S.A.: 7 overvallen waarvan 3 pogingen;

-Verdachte B.A.: 4 overvallen waarvan 1 poging;

-Verdachte J.K.: 5 overvallen waarvan 1 poging;

-Verdachte O.B.: 2 overvallen waarvan 1 poging;

-Verdachte K.K.: 2 pogingen tot een overval;

-Verdachte M.V.: 1 poging tot een overval;

-Verdachte D.K.: een inbraak en een brandstichting;

Verder is aan alle verdachten ten laste gelegd de deelname aan een criminele organisatie.

De rechtbank zal een aantal algemene opmerkingen maken over het bewijs en vervolgens per overval aangeven of er naar haar oordeel voldoende bewijs tegen de verschillende verdachten aanwezig is.

Voorts zal de rechtbank ingaan op de vorderingen van de benadeelde partijen.

Tot slot zal de rechtbank per persoon aangeven tot welke straf zij heeft besloten.

Algemene opmerkingen ten aanzien van het bewijs

In het dossier wordt veelvuldig verwezen naar de beschrijvingen van de daders: de gedragen kleding, hun lichaamsbouw en de wijze van voortbewegen en de wijze waarop ze hun wapens vasthouden. Hieruit komt niet een eenduidig beeld van de daders naar voren in die zin dat deze gegevens onomstotelijk zijn te koppelen aan verdachten uit deze zaak. De rechtbank zal dit daarom buiten de bewijsvoering laten.

De rechtbank acht de modus operandi onvoldoende specifiek om als schakelbewijs te gebruiken. Dat leidt er toe dat van elk van de overval(len) afzonderlijk moet worden vastgesteld of deze wettig en overtuigend kunnen worden bewezen.

Wel laat de rechtbank bij de weging van de bewijsmiddelen meewegen dat uit een aantal bronnen, met name de afgeluisterde gesprekken, observaties en tapgesprekken, blijkt van betrokkenheid in zijn algemeenheid van verdachten bij (de voorbereiding van) overvallen.

de poging tot overval in Sleen op 24 april 2012

verdachten verdachte S.A., verdachte B.A. en verdachte M.V..

De officier van justitie achtte dit feit ten aanzien van alle drie de verdachten bewezen.

De rechtbank acht bewezen dat deze drie verdachten hebben getracht de Albert Heijn supermarkt in Sleen op 24 april 2012 te overvallen. Zij zijn in de auto van één van hen naar Sleen gereden met de bedoeling deze overval te plegen. Ze waren voorzien van tape en messen en hadden bivakmutsen op. Zij wilden deze overval ’s ochtends vroeg bij de opening van de supermarkt plegen. Zij wachtten in de nabijheid van de supermarkt op een plek van waaruit zij uitzicht hadden op de supermarkt op het geschikte moment. Op het moment dat zij iemand tot twee keer toe zagen langslopen achtten ze het doorzetten van het plan te gevaarlijk en zijn ze vertrokken. De rechtbank is van oordeel dat het hier gaat om een voltooide poging, terwijl er geen sprake is van vrijwillige terugtred.

de overval op het casino in Ter Apel op 11 januari 2012

verdachte S.A., verdachte J.K. en verdachte O.B..

De officier van justitie achtte dit feit ten aanzien van verdachten verdachte S.A. en verdachte J.K. bewezen en vorderde vrijspraak ten aanzien van verdachte O.B..

De rechtbank acht bewezen dat verdachte S.A. samen met anderen het Casino in Ter Apel heeft overvallen. Zij hebben daar het aanwezige personeel onder bedreiging van een vuurwapen en een mes gedwongen geldbedragen af te geven. Om de bedreiging kracht bij te zetten zijn diverse ramen van de kassaruimte kapot geslagen met een moker en werd één van de casinomedewerksters hard in het gezicht gestompt. De daders hebben een aanzienlijk geldbedrag meegenomen.

Het bewijs ten aanzien van verdachte S.A. bestaat hieruit dat hij kort voor de overval op voorverkenning in het casino is geweest, zijn eigen verklaringen, zoals afgeluisterd en zoals afgelegd bij de politie, en de verklaring van een medeverdachte dat verdachte S.A. zelf tegen hem heeft gezegd dat hij erbij was.

De rechtbank acht onvoldoende bewijs aanwezig voor de deelname van verdachte J.K. en verdachte O.B. aan deze overval en spreekt hen van deze overval vrij

de overval op de supermarkt C1000 in Schoonebeek op 20 januari 2012.

verdachte S.A., Verdachte B.A. en verdachte J.K..

De officier van justitie achtte dit feit bewezen ten aanzien van alle drie verdachten.

De rechtbank acht bewezen dat verdachte verdachte S.A. met anderen de supermarkt C1000 in Schoonebeek heeft overvallen. Na sluitingstijd zijn verdachte S.A. en twee anderen via de personeelsingang de winkel binnen gegaan op het moment dat één van de medewerkers het pand wilde verlaten via de personeelsingang. De drie overvallers waren gewapend met een vuurwapen, mes en een hamer. De personeelsleden werden bijeengebracht in de kantoorruimte. De bedrijfsleider en een caissière moesten kassaladen openen en het daarin aanwezige geld in een zwarte sporttas te doen. De armen van de bedrijfsleider en drie medewerkers werden vastgebonden met tie-rips. Tijdens de overval werden de medewerkers bedreigd met wapens. De overvallers verlieten de winkel met een geldbedrag van €12.500 en sieraden ter waarde van ongeveer € 3000.

De rechtbank acht voldoende bewijs aanwezig voor de betrokkenheid van verdachte S.A. bij deze overval. Zijn betrokkenheid blijkt uit de verklaring van een medeverdachte dat verdachte S.A. hem omstreeks de datum van de overval heeft gebeld en heeft verteld dat ze een dikke klapper hadden gemaakt en de verklaring van een andere medeverdachte dat verdachte S.A. hem zelf heeft verteld dat hij de man was die de overval in Schoonebeek had gepleegd. Voorts vond er een kasstorting plaats van € 500,- op 24 januari 2012 op de rekening van verdachte S.A., waarvoor hij geen verklaring kon geven.

De rechtbank acht onvoldoende bewijs aanwezig ten aanzien van verdachte B.A. en verdachte J.K. en spreekt hen van deze overval vrij.

De overval op de supermarkt Albert Heijn in Roden op 20 februari 2012.

verdachte S.A., verdachte B.A. en verdachte J.K.

De officier van justitie achtte dit feit ten aanzien van alle drie de verdachten bewezen.

De rechtbank acht bewezen dat verdachte S.A. en verdachte B.A. en nog een ander de supermarkt Albert Heijn in Roden hebben overvallen.

De overvallers zijn de supermarkt binnen gekomen door de personeelsingang op het moment dat medewerkers het magazijn verlieten. De 18 aanwezige medewerkers werden onder bedreiging van wapens naar het magazijn gebracht en getapet. De bedrijfsleider en later ook de assistent bedrijfsleider zijn naar het telkantoor gebracht om daar de kluizen te openen. Er is papiergeld meegenomen en een...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT