Hoger beroep van Council of State (Netherlands), 9 de Enero de 2013

Datum uitspraak 9 de Enero de 2013
Uitgevende instantie:Council of State (Netherlands)

201112768/1/A2.

Datum uitspraak: 9 januari 2013

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

[appellant], wonend te [woonplaats],

tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 26 oktober 2011 in de zaken nrs. 10/2693 en 11/1562 in het geding tussen:

[appellant]

en

de Belastingdienst/Toeslagen.

Procesverloop

Bij onderscheiden besluiten van 30 september 2009 heeft de Belastingdienst/Toeslagen de aan [appellant] over 2008 en 2009 toegekende voorschotten kinderopvangtoeslag gewijzigd vastgesteld op nihil.

Bij besluit van 25 juli 2011 heeft de Belastingdienst/Toeslagen het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar opnieuw ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 26 oktober 2011 heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.

De Belastingdienst/Toeslagen heeft een verweerschrift ingediend.

[appellant] heeft nadere stukken ingediend.

De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.

Met toestemming van partijen heeft de Afdeling afgezien van behandeling van de zaak ter zitting en het onderzoek gesloten.

Overwegingen

  1. Ingevolge artikel 1a, eerste lid, van de Wet kinderopvang (hierna: de Wko), zoals die luidde ten tijde van belang en voor zover thans van belang, is op deze wet de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (hierna: de Awir), met uitzondering van artikel 49 voor 1 januari 2009 en artikel 5 na 1 januari 2009, van toepassing.

    Ingevolge artikel 5, eerste lid, heeft een ouder jegens het Rijk aanspraak op een kinderopvangtoeslag in de door hem of zijn partner te betalen kosten, indien de opvang door tussenkomst van een geregistreerd gastouderbureau plaatsvindt.

    Ingevolge artikel 7, eerste lid, is de hoogte van de kinderopvangtoeslag afhankelijk van:

    1. de draagkracht en

    2. de kosten van kinderopvang per kind die worden bepaald door:

    1. het aantal uren kinderopvang per kind in het berekeningsjaar,

    2. de voor die kinderopvang te betalen prijs, met inachtneming van het bedrag, bedoeld in het tweede lid, en

    3. de soort kinderopvang.

    Ingevolge artikel 14, eerste lid, van de Awir wordt een tegemoetkoming op aanvraag toegekend door de Belastingdienst.

    Ingevolge artikel 16, eerste lid, verleent de Belastingdienst/Toeslagen de belanghebbende, indien de tegemoetkoming naar verwachting niet binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag zal worden toegekend...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT