Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Alkmaar, 27 de Diciembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak27 de Diciembre de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank Alkmaar

RECHTBANK ALKMAAR

Sector bestuursrecht

zaaknummers: AWB 11/1025, 11/1026 en 11/1027

uitspraak van de meervoudige kamer van 27 december 2012 in de zaken tussen

[naam eiser], te [woonplaats eiser], eiser

(gemachtigde: mr. R. Kiewitt),

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Castricum, verweerder

(gemachtigde: F.C. ten Kleij).

Procesverloop

AWB 11/1025

Bij besluit van 29 mei 2010 (het primaire besluit I) heeft verweerder de uitbetaling van eisers uitkering op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) per 1 mei 2010 geblokkeerd. Eiser heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt.

Bij besluit van 7 maart 2011 (het bestreden besluit I) heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.

AWB 11/1026

Bij besluit van 18 augustus 2010 (het primaire besluit II) heeft verweerder de WWB-uitkering van eiser per 6 maart 2006 ingetrokken. Eiser heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt.

Bij besluit van 28 februari 2011 (het bestreden besluit II) heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.

AWB 11/1027

Bij besluit van 31 augustus 2010 (het primaire besluit III) heeft verweerder de aan eiser over de periode van 6 maart 2006 tot en met 25 april 2010 betaalde uitkering tot een bedrag van

€ 53.783,74 bruto van eiser teruggevorderd. Voorts heeft verweerder de betaalde uitkering over de periode van 26 april 2010 tot en met 30 april 2010 tot een bedrag van € 181,30 bruto van eiser teruggevorderd. Tegen dit besluit heeft eiser bezwaar gemaakt.

Bij besluit van 28 februari 2011 (het bestreden besluit III) heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.

Alle zaken

Eiser heeft tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld.

Verweerder heeft verweerschriften ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 oktober 2012. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

De rechtbank heeft de termijn voor het doen van uitspraak met zes weken verlengd.

Overwegingen

  1. De rechtbank gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden.

    1.1. Eiser heeft met ingang van 6 maart 2006 een bijstandsuitkering voor levensonderhoud naar de norm van een alleenstaande met een toeslag van 20% ontvangen. Eiser woont op het adres [adres eiser] te [woonplaats eiser].

    1.2. Naar aanleiding van een fraudesignaal heeft verweerder een onderzoek ingesteld. Tijdens dit onderzoek hebben sociaal rechercheurs van de Sociale Recherche Noord-Holland Noord (hierna: sociale recherche) eiser, [naam getuige 1] (hierna: [naam getuige 1]), [naam getuige 2] (hierna: [naam getuige 2]) en een aantal andere getuigen gehoord.

  2. Aan de bestreden besluiten ligt ten grondslag het advies van de commissie bezwaarschriften (hierna: de commissie) van 18 januari 2011. Verweerder stelt dat het besluit om de bijstand te blokkeren in eerste instantie is gebaseerd op de vaststelling van een gezamenlijke huishouding over de periode van 1 maart 2006 tot en met 25 april 2010. Tot intrekking en terugvordering van de bijstandsuitkering is overgegaan omdat eiser de inlichtingenverplichting heeft geschonden door over de periode van 6 maart 2006 tot 18 augustus 2011 te verzwijgen dat hij heeft samengewoond en dat er een bankrekening op zijn naam stond. De psychische omstandigheden van eiser zijn niet van zodanige aard dat eiser niet aan zijn inlichtingenverplichting heeft kunnen voldoen. Verweerder stelt dat eiser in staat is om aan de inlichtingenverplichting te voldoen, omdat hij ook in staat is voor derden administratieve handelingen te verrichten.

    Volgens verweerder had eiser redelijkerwijs kunnen begrijpen dat de WWB-uitkering onverschuldigd werd betaald. Bij de terugvordering is er geen reden voor toepassing van de hardheidsclausule.

  3. Eiser voert aan dat zijn uitkering ten onrechte is geblokkeerd, ingetrokken en teruggevorderd. Hij heeft niet samengewoond. [naam getuige 2] had een eigen huis. [naam getuige 1] verbleef langere periode in detentie. Eiser heeft bij de sociale recherche een plausibele verklaring gegeven en de gestelde vragen adequaat beantwoord. In de gedingstukken bevindt zich geen informatie afkomstig van energiebedrijven. De sociale recherche heeft...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT