Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Alkmaar, 20 de Diciembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak20 de Diciembre de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank Alkmaar

RECHTBANK ALKMAAR

Sector bestuursrecht

zaaknummer: AWB 11/1700

uitspraak van de meervoudige kamer van 20 december 2012 in de zaak tussen

[naam], te [woonplaats], eiser,

(gemachtigde: mr. drs. G.A.M.C. Verschuren),

en

Allure Stichting voor openbaar primair onderwijs, verweerster,

(gemachtigde: mr. drs. A. Hoekstra-Borzymowska).

Procesverloop

Bij besluit van 25 februari 2011 (het primaire besluit) heeft verweerster eiser per 1 maart 2011 onder toepassing van artikel 4.15, derde lid, onder e, van de CAO Primair Onderwijs 2009 (hierna: CAO) de disciplinaire maatregel van ontslag opgelegd.

Bij besluit van 1 juni 2011 (het bestreden besluit) heeft verweerster het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Verweerster heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 25 oktober 2012. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerster heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde. Tevens is [naam1] verschenen, algemeen directeur van de Stichting Allure.

De rechtbank heeft de termijn voor het doen van uitspraak verlengd.

Overwegingen

1.1. De rechtbank gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden.

1.2. Eiser is op 5 februari 1980 in dienst getreden bij de rechtsvoorgangster van verweerster. Tot 1 augustus 2010 werkte hij als directeur en laatstelijk als adjunct-directeur op de openbare basisschool [naam2]. Naast zijn directiewerkzaamheden gaf eiser in de jaren 2008/2009 les aan groep 6/7; in de jaren 2009/2010 was hij tevens aanvullende leerkracht in de bovenbouwgroepen. In de jaren 2010/2011 was eiser naast adjunct-directeur tevens werkzaam als leerkracht in de groepen 3/4 en 7/8 en als intern begeleider. Als intern begeleider gaf hij elke week individuele begeleiding aan leerlingen met leerproblematiek.

1.3. In 2008 is eiser in verband met mogelijke betrokkenheid bij een misdrijf op grond van artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht, te weten het in bezit hebben van kinderporno, door de politie aangehouden.

1.4. Bij vonnis van 7 december 2010 heeft de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken van deze rechtbank eiser veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van één maand met een proeftijd van twee jaren. Uit het vonnis blijkt dat naar het oordeel van de rechtbank vast staat dat eiser 17 afbeeldingen van kinderpornografische aard bewust op zijn computer heeft opgeslagen en dat deze afbeeldingen niet slechts per ongeluk door het surfen op internet op eisers computer terecht kunnen zijn gekomen.

2.1. Verweerster heeft zich in het bestreden besluit op het standpunt gesteld dat zij op basis van de bewijsmiddelen in het strafvonnis een zelfstandige afweging heeft gemaakt ten aanzien van eisers gedragingen. Voor verweerster staat vast dat eiser pornosites heeft bezocht waaronder een paar met kinderporno en dat eiser downloads van de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT