Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Leeuwarden, 20 de Diciembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak20 de Diciembre de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank Leeuwarden

RECHTBANK LEEUWARDEN

Sector bestuursrecht, belastingkamer

procedurenummer: AWB 12/294

uitspraak van de meervoudige kamer van 20 december 2012 als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)

in het geding tussen

[eiseres],

statutair gevestigd te [vestigingsplaats],

eiseres,

gemachtigde [gemachtigde eiseres],

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Súdwest-Fryslân,

verweerder,

gemachtigde [gemachtigde verweerder].

Procesverloop

Verweerder heeft bij beschikking krachtens artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak, plaatselijk bekend als [adres] (hierna: de onroerende zaak), per waardepeildatum 1 januari 2010, vastgesteld voor het kalenderjaar 2011 op € 13.728.000. In het desbetreffende geschrift is ook de aanslag onroerende-zaakbelasting (OZB) 2011 bekend gemaakt.

Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 16 december 2011, verzonden op 19 december 2011 de waarde en de aanslag gehandhaafd.

Eiseres heeft daartegen bij brief van 27 januari 2012, ontvangen bij de rechtbank op 31 januari 2012, beroep ingesteld.

Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 17 oktober 2012 te Leeuwarden.

Eiseres is daar verschenen bij haar gemachtigde. Namens verweerder is zijn gemachtigde verschenen, bijgestaan door [bijstand]. Zoals ter zitting door de rechtbank met partijen is afgestemd, heeft eiseres na afloop van de mondelinge behandeling van de zaak, alsnog de stukken overgelegd, waaruit blijkt dat degene die de reeds overgelegde volmacht heeft verleend, daartoe bevoegd was. Verweerder heeft met instemming van partijen na afloop van de mondelinge behandeling van de zaak alsnog een kopie van de akte van levering van [datum] 2008 overgelegd.

Motivering

Feiten

Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:

1.1 Eiseres is eigenaar van de onroerende zaak, een viersterren hotelaccomodatie met onder meer een restaurant en vergaderzalen gebouwd in 2010.

1.2 De grond, waarop het hotel werd gebouwd, is bij akte van levering van [datum] 2008 geleverd. Het totale perceel beslaat 24.371 m². De koopsom voor de grond bedroeg € 1.657.228. Dit bedrag is door middel van deelbetalingen voldaan. De eerste factuur (25% van voornoemd bedrag) is gedateerd op 8 februari 2008.

1.3 De onroerende zaak is in juli 2010 in gebruik genomen. De (af)bouw van het hotel was op dat moment nog niet voltooid. Op 1 januari 2011 is dit, met uitzondering van de ontspanningsruimte, wel het geval.

1.4 Ter zitting heeft de gemachtigde van eiseres verklaard dat de verzekerde waarde van de onroerende zaak € 13.000.000 bedraagt.

Geschil

2.1 In geschil is de waarde van de onroerende zaak op de waardepeildatum.

2.2 Eiseres is van mening dat verweerder de waarde van de onroerende zaak op een te hoog bedrag heeft vastgesteld. Zij bepleit een waarde volgens de dekkingswaardemethode van € 3.476.000 en volgens de gecorrigeerde vervangingswaarde van € 6.872.650. Ter zitting heeft eiseres...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT