Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Alkmaar, 20 de Diciembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak20 de Diciembre de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank Alkmaar

RECHTBANK AMSTERDAM

Sector bestuursrecht

zaaknummer: AWB 12/1420

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 december 2012 in de zaak tussen

[naam eiser], te [woonplaats], eiser

(gemachtigde: G. Gieben),

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Huizen, verweerder

(gemachtigden J. van Beek en C. van Unen).

Procesverloop

Bij beschikking van 29 februari 2012 heeft verweerder ter uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) de waarde van eisers onroerende zaak aan de [adres] te [woonplaats] (hierna: eisers woning) voor het belastingjaar 2012 vastgesteld op € 240.000, waarbij is uitgegaan van 1 januari 2011 als waardepeildatum.

Bij uitspraak op bezwaar van 24 april 2012 (de bestreden uitspraak) heeft verweerder het bezwaar van eiser niet-ontvankelijk verklaard.

Eiser heeft tegen de bestreden uitspraak beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 19 november 2012. Eiser heeft zich laten vertegenwoordigen door M. Uijen, kantoorgenoot van eisers gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden.

Overwegingen

  1. De rechtbank moet in deze zaak beoordelen of verweerder het bezwaar van eiser terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.

  2. De volgende regelgeving is van belang bij deze beoordeling.

    Op grond van artikel 2:1, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan het bestuursorgaan van een gemachtigde een schriftelijke machtiging verlangen.

    Op grond van artikel 6:6, aanhef en onder a, van de Awb kan, indien niet is voldaan aan een bij de wet gesteld vereiste voor het in behandeling nemen van het bezwaar of beroep, dit niet-ontvankelijk worden verklaard, mits de indiener de gelegenheid heeft gehad het verzuim te herstellen binnen een hem daartoe gestelde termijn.

  3. De rechtbank gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden.

    Bij brief van 4 april 2012 heeft Previcus Vastgoed (Previcus) namens eiser een bezwaarschrift ingediend tegen de beschikking van 29 februari 2012. Verweerder heeft Previcus bij brief van 5 april 2012 verzocht om een machtiging waaruit blijkt dat namens eiser wordt gehandeld. Previcus wordt de gelegenheid geboden om binnen twee weken na dagtekening van de brief een machtiging toe te sturen. Bij brief van 13 april 2012 heeft verweerder Previcus erop gewezen dat de termijn van twee weken op 19 april 2012 zal vervallen. Tevens staan in deze brief vermeld dat het bezwaarschrift niet ontvankelijk zal worden...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT