Hoger beroep van Court of Appeal of Arnhem (Netherlands), 18 de Diciembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak18 de Diciembre de 2012
Uitgevende instantie:Court of Appeal of Arnhem (Netherlands)

GERECHTSHOF ARNHEM

Sector civiel recht

zaaknummer gerechtshof 200.096.226

(zaaknummer rechtbank 285538)

arrest van de derde kamer van 18 december 2012

in de zaak van

  1. [appellant sub 1],

    wonende te [woonplaats],

    hierna: [appellant sub 1],

  2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

    Vimac Consultancy B.V.,

    gevestigd te Rotterdam,

    hierna: Vimac,

    appellanten in het principaal hoger beroep,

    geïntimeerden in het incidenteel hoger beroep,

    hierna tezamen: [appellanten],

    advocaat: mr. R.W.L. Russell,

    tegen:

    de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

    [bedrijf X],

    gevestigd te Leersum, gemeente Utrechtse Heuvelrug,

    geïntimeerde in het principaal hoger beroep,

    appellante in het incidenteel hoger beroep,

    hierna: [bedrijf X],

    advocaat: mr. R.S. Schouten.

  3. Het geding in eerste aanleg

    Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van de vonnissen van 16 juni 2010 en 20 juli 2011 die de rechtbank Utrecht tussen [appellanten] als eisers en [bedrijf X] als gedaagde heeft gewezen.

  4. Het geding in hoger beroep

    2.1 Het verloop van de procedure blijkt uit:

    - de dagvaarding in hoger beroep d.d. 19 oktober 2011,

    - de memorie van grieven tevens houdende verandering van eis en aanvulling van grondslag,

    - de memorie van antwoord tevens memorie van grieven in incidenteel appel,

    - de memorie van antwoord in incidenteel appel, tevens houdende akte uitlating producties,

    - de akte van [bedrijf X] d.d. 12 juni 2012.

    2.2 Vervolgens hebben partijen de stukken voor het wijzen van arrest aan het hof overgelegd en heeft het hof arrest bepaald.

  5. De vaststaande feiten

    Het hof gaat uit van de door de rechtbank in het vonnis van 20 juli 2011 onder 2.1 tot en met 2.11 weergegeven feiten, met uitzondering van de feitenvaststelling onder 2.2, waartegen [appellanten] grief 1 hebben gericht. Het hof zal hierna – voor zover voor de beoordeling van belang – ingaan op hetgeen in die grief is aangevoerd.

  6. De motivering van de beslissing in hoger beroep

    In het principaal en incidenteel hoger beroep:

    4.1 Het gaat in deze zaak om het volgende. [appellanten] hebben in maart en juni 2007 onder meer de volgende vier beelden gekocht van [bedrijf X]:

    - “Figure de femme à mi corps”

    - “L’Age d’airain”

    - “Le Chien”

    - “Buste (Grande tête de Diego)”.

    De eerste twee beelden bevatten de signatuur “[A]” en de laatste twee de signatuur “[B]”.

    4.2 In een brief van 22 maart 2007 van [bedrijf X] aan [appellant sub 1] is onder meer vermeld:

    ‘Door u gekocht, de volgende bronze beelden:

    Figure de Femme a mi corps

    Hoogte 72,5 cm

    Gesigneerd [A]

    Gietersmerk A. Rudier Fondeur Paris € 120.000

    (…)

    Le Chien

    Afmetingen: 102x12x47,5 cm

    Gesigneerd: [B]

    Gietersmerk A. Rudier Fondeur Paris € 28.000

    (…)”.

    In een brief van 28 maart 2007 van [bedrijf X] aan [appellant sub 1] staat onder meer:

    “Refererend aan uw verzoek doen wij u de verzekeringswaarde toekomen va de volgende bronzen sculpturen:

    Figure de Femme a mi corps

    Gesigneerd [A]

    Gietersmerk A. Rudier Fondeur Paris

    Hoogte 72,5 cm € 120.000

    (…)

    Le Chien

    Gesigneerd: [B]

    Gietersmerk A. Rudier Fondeur Paris

    Afmetingen: 102x12x47,5 cm € 28.000

    (…)

    Genoemde taxaties zijn gedaan naar onze beste kennis en ervaring (…)”.

    4.3 Op 19 oktober 2007 hebben [appellanten] een brief van Brame & Lorenceau S.A. ontvangen, waarin is vermeld dat een tweetal door [appellanten] bij [bedrijf X] gekochte Degas-bronzen niet authentiek zijn. Op 15 mei 2008 hebben [appellanten] [bedrijf X] naar aanleiding hiervan geschreven:

    “(…) Wij zijn zelfs aan het twijfelen geraakt over de andere bij u gekochte sculpturen. Binnenkort verwacht ik een expert op [A] gebied bij mij thuis”

    4.4 [appellanten] hebben bij brief van 8 september 2008 [bedrijf X] bericht:

    “(…) U heeft mij een tweetal [A]-bronzen verkocht. Van beide heeft u nadrukkelijk gesteld dat dit de originele afgietsels zijn van het model, zoals gemaakt door [A]. Beide zijn gesigneerd [A]. De gietsels zouden zijn gegoten door A. Rudier fondeur Paris, zoals gemerkt. (…) Helaas heeft de heer [C] een even negatieve beoordeling van deze twee [A]-bronzen, als van de eerder besproken Dega’s. (…) “De bronzen zijn matige kopieën; ze zijn niet veel meer waard dan de kosten van het gieten, zeg +/- €...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT