Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Groningen, Sector kanton, 5 de Diciembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 5 de Diciembre de 2012
Uitgevende instantie:Sector kanton

RECHTBANK GRONINGEN

Sector kanton

Locatie Groningen

Zaak\rolnummer: 537030 CV EXPL 12-2187

Vonnis d.d. 5 december 2012

inzake

de stichting Technisch Bureau voor de Bouwnijverheid,

statutair gevestigd te [plaatsnaam],

eiseres, hierna TBB te noemen,

gemachtigde mr. drs. M.H.D. Vergouwen, advocaat, werkzaam bij De Koning en Vergouwen advocaten, gevestigd te Amsterdam,

tegen

de vennootschap naar buitenlands recht Ha-Sa Insaat Taahhut Sanayi ve Ticaret Limited Sirketi,

kantoorhoudende te [plaatsnaam],

gedaagde, hierna Ha-Sa te noemen,

gemachtigden mr. H.P. de Lange en mr. E. Bosscher, advocaten bij Aardema en

Van Boetzelaer advocaten, gevestigd te Heerenveen.

PROCESGANG

De procesgang blijkt uit het volgende:

- dagvaarding

- conclusie van antwoord

- een brief d.d. 13 juli 2012 met bijlage van mr. Vergouwen voornoemd

- een brief d.d. 10 september 2012 met bijlage van mr. De Lange voornoemd

- pleitnotities, tevens houdende eisvermeerdering van mr. Vergouwen voornoemd

- pleitnotities van mr. Bosscher voornoemd.

Partijen hebben producties in het geding gebracht.

Ingevolge het tussenvonnis van 13 juni 2012 heeft op 13 september 2012 een comparitie van partijen plaatsgevonden. Partijen zijn, deugdelijk vertegenwoordigd en vergezeld van hun gemachtigden, ter zitting verschenen. Van het verhandelde ter zitting is aantekening gehouden door de griffier.

Vonnis is nader bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

  1. De feiten

    1.1 TBB - opgericht door representatieve werknemers- en werkgeversorganisaties in de bouwsector - is onder meer belast met de controle op de correcte naleving van de algemeen verbindend verklaarde Cao voor de Bouwnijverheid en de Cao Bedrijfstakeigen Regelingen voor de Bouwnijverheid.

    1.2 Bij een gegrond vermoeden van overtreding van die Cao's is TBB ingevolge artikel 100 van de Cao voor de Bouwnijverheid en artikel 12 van de Cao Bedrijfstakeigen Regelingen voor de Bouwnijverheid bevoegd een zogeheten nalevingonderzoek in te (doen) stellen waaraan aangesloten werkgevers onder meer door aanlevering van bescheiden - personeelslijsten, loonstroken, uitbetalinglijsten, jaaropgaven, verzamelloonstaat, maandelijkse journaalposten, overzichten uitbetaalde overuren, getekende arbeidsovereenkomsten - verplicht volledig dienen mee te werken.

    1.3 Afhankelijk van de uitkomst van een dergelijk onderzoek heeft TBB ingevolge eerder genoemde Cao-artikelen en artikel 7 van het Reglement Naleving de bevoegdheid van werkgevers een (forfaitaire) schadevergoeding te vorderen. Bij het bepalen van de hoogte daarvan dient overeenkomstig lid 5 van dat reglement in ieder geval rekening te worden gehouden met de aard, de omvang en de duur van de niet-naleving, alsmede met de loonsom van de onderneming. Daarnaast kan rekening worden gehouden met de mate waarin de werkgever alsnog achterstallige verplichtingen jegens zijn personeel nakomt dan wel daartoe zekerheid stelt.

    1.4 Lid 6 van voormeld artikel bepaalt dat de schadevergoeding dient ter dekking van de kosten van het onderzoek, gevoerde procedures en geleden imagoschade, waarbij TBB niet hoeft aan te tonen dat zij de gevorderde schade daadwerkelijk heeft geleden.

    1.5 In de vergadering van 20 oktober 2011 heeft de Commissie Naleving een model voor de vaststelling van schade vastgesteld (S=A(0,5% loonsom, minimaal € 250,- maximaal € 5000) x W (aantal weken van verzuim).

    1.6 Ha-Sa is een internationaal opererend Turks bedrijf en gespecialiseerd in het realiseren van grote betonconstructies in het kader waarvan zij met name het ijzervlechtwerk verzorgt. Ha-Sa heeft gewerkt aan de bouw van een energiecentrale in de Eemshaven ten behoeve van het internationale energieconcern RWE, de moeder van Essent. De werkzaamheden van Ha-Sa zijn inmiddels geëindigd.

    1.7 Op de rechtsverhouding van Ha-Sa en haar werknemers, die (grotendeels) afkomstig zijn uit Polen en Turkije, zijn de in het geding zijnde algemeen verbindend verklaarde Cao's van toepassing.

    1.8 Over de periode augustus 2009 tot en met mei 2011 heeft TBB in verband met haar controletaak door het (externe) bureau Cordares onderzoek doen instellen bij Ha-Sa.

    1.9 Middels het rapport van 4 mei 2011, verzonden op 5 mei 2011, heeft de Commissie Naleving de bevindingen van Cordares conform artikel 6 van het Reglement Naleving onder de aandacht van Ha-Sa gebracht en haar overeenkomstig artikel 6 van dat reglement in de gelegenheid gesteld de geconstateerde omissies te herstellen. De gestelde omissies laten zich aldus TBB als volgt omschrijven:

    - Op de overgelegde arbeidsovereenkomsten zijn geen arbeidstijden vermeld (artikel 1 Cao);

    - Werkroosters worden toegepast die niet voldoen aan de arbeidsduur en arbeidstijden in de Cao (artikel 8 Cao);

    - Uit de aangeleverde urenregistraties blijkt dat de gehanteerde diensten in strijd zijn met de in de Cao gestelde lengte van nachtdiensten, de aantallen opvolgende nachtdiensten en de verplichte tussenliggende rustperiodes (artikel 9 Cao);

    - De norm voor de gehanteerde pauzes is in strijd met de Cao. De berekende indicatieve materiële benadeling ter zake de ten onrechte ingehouden pauzes bij de werknemers bedraagt over het jaar 2010 bij een indicatief uurloon van € 12,74 tot 1 juli 2010 en € 12,77 per 1 juli 2010 tot 31 december 2010 een bedrag van € 1.130.993,10. Over de maanden januari 2011 tot en met mei 2011 bedraagt deze materiële benadeling van werknemers bij een indicatief uurloon van € 12,77 een bedrag ad € 450.525,60 (artikel 9 juncto artikel 8 lid 4 juncto bijlage 4 Cao);

    - Ten aanzien van de loonbetaling aan bouwplaatswerknemers ontbreekt in strijd met de Cao bij werknemers D.K. Machnik en L.Kasiurek de eindafrekening (artikel 26a Cao).

    - Het vast overeengekomen uurloon wordt niet op de juiste wijze en met inachtneming van de juiste (overwerk)percentages verhoogd.

    - De vergoeding voor bouwplaatswerknemers bij verafgelegen werken ad € 6,65 is ten onrechte niet betaalbaar gesteld. Over het jaar 2010 is een indicatieve materiële benadeling van de werknemers vastgesteld ad € 589.422,75. De materiële benadeling over de maanden januari 2011 tot en met mei 2011 is vastgesteld op € 234.612,00 (artikel 40 Cao);

    - De levensloopbijdrage is niet correct berekend en/of niet uitgekeerd (artikel 83 Cao);

    Namens Ha-Sa heeft Accountantskantoor Spijk bij brief van 10 juni 2011 onder overlegging van een urenregistratie gereageerd op voormeld rapport.

    1.10 Vervolgens heeft TBB Ha-Sa bij brieven van 14 september 2011, 24 oktober 2011 en 20 december 2011 gesommeerd...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT