Hoger beroep van Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland), 12 de Agosto de 2008

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak12 de Agosto de 2008
Uitgevende instantie:Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)

Parketnummer: 20-001806-07

Uitspraak : 12 augustus 2008

TEGENSPRAAK

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

economische kamer

Arrest

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de economische politierechter in de rechtbank 's-Hertogenbosch van 17 april 2007 in de strafzaak met parketnummer 01-075575-04 tegen:

de vennootschap onder firma [verdachte],

statutair gevestigd te [woonplaats], [adres].

Hoger beroep

De officier van justitie heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het beroepen vonnis zal worden vernietigd en dat het hof, opnieuw rechtdoende, verdachte zal veroordelen tot een voorwaardelijke geldboete van EUR 800,-, met een proeftijd van twee jaren.

Vonnis waarvan beroep

Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat de eerste rechter ingevolge artikel 9a Wetboek van Strafrecht heeft bepaald dat aan verdachte geen straf of maatregel zal worden opgelegd, terwijl het hof zich met dat oordeel en met de daaraan ten grondslag liggende overweging niet kan verenigen. Om redenen van efficiency zal het hof evenwel het gehele vonnis vernietigen.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:

zij in of omstreeks de periode 3 mei 2004 tot en met 27 mei 2004 te Odiliapeel al dan niet opzettelijk als eigenaar of houder van hoog- of gespecificeerd hoog-risicomateriaal, dit niet overeenkomstig de "Uitvoeringsregeling E.G.-verordening gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten" heeft aangegeven bij de ondernemer binnen wiens werkgebied het materiaal zich bevond, immers heeft zij toen daar als aangifteplichtige van categorie 2-materiaal, te weten 10, althans één of meer kadavers van varkens, niet uiterlijk op de eerste werkdag, volgende op de dag waarop het materiaal was ontstaan aangifte gedaan bij het op grond van artikel 13 van verordening (EG) nr. 1774/2002 door de Minister erkende categorie 2-verwerkingsbedrijf in wiens werkgebied het materiaal zich bevond.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd.

De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:

zij in de periode 3 mei 2004 tot en met 27 mei 2004 te Odiliapeel opzettelijk als eigenaar of houder van hoog- of gespecificeerd hoog-risicomateriaal, dit niet overeenkomstig de "Uitvoeringsregeling E.G.-verordening gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten" heeft aangegeven bij de ondernemer binnen wiens werkgebied het materiaal zich bevond, immers heeft zij toen daar als aangifteplichtige van categorie 2-materiaal, te weten 10 kadavers van varkens, niet uiterlijk op de eerste werkdag, volgende op de dag waarop het materiaal was ontstaan aangifte gedaan bij het op grond van artikel 13 van verordening (EG) nr. 1774/2002 door de Minister erkende categorie 2-verwerkingsbedrijf in wiens werkgebied het materiaal zich bevond.

Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat deze daarvan wordt vrijgesproken.

Door het hof gebruikte bewijsmiddelen

Indien tegen dit verkort arrest beroep in cassatie wordt ingesteld, worden de door het hof gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het verkort arrest. Deze aanvulling wordt dan aan het verkort arrest gehecht.

Bijzondere overwegingen omtrent het bewijs

De beslissing dat het bewezen verklaarde door de verdachte is begaan berust op de

feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang beschouwd.

Uit de door het hof gebezigde bewijsmiddelen blijkt het volgende.

Blijkens het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Algemene Inspectiedienst, AID Zuid Nederland, proces-verbaalnummer 20738, in wettelijke vorm opgemaakt door de verbalisanten [verbalisant 1]...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT