Voorlopige voorziening van Rechtbank Maastricht, Voorzieningenrechter, 25 de Julio de 2008

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak25 de Julio de 2008
Uitgevende instantie:Voorzieningenrechter

RECHTBANK MAASTRICHT

Sector Bestuursrecht

Procedurenummer: AWB 08 / 1086

Uitspraak van de voorzieningenrechter voor bestuursrechtelijke zaken

in het geding tussen

[naam],

wonend te Maastricht, verzoekster,

en

het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht,

verweerder.

Datum bestreden besluit: 28 april 2008

Kenmerk: 100012564

  1. Procesverloop

    Bij het in de aanhef van deze uitspraak genoemde besluit heeft verweerder door verzoekster en haar echtgenoot ingediende bezwaarschriften tegen door verweerder genomen besluiten ingevolge de Wet maatschappelijke ondersteuning (hierna: WMO) deels ongegrond en deels niet-ontvankelijk verklaard. Bij brief van 11 maart 2008 is tegen het uitblijven van eerstgenoemd besluit namens verzoekster beroep ingesteld door haar gemachtigde L. Bovenkamp, advocaat te Maastricht. Het eerstgenoemde besluit komt niet tegemoet aan de bezwaren.

    Op 29 april 2008 is namens verzoekster een verzoek binnen gekomen bij de voorzieningenrechter van de rechtbank , als bedoeld in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb)

    De door verweerder ter uitvoering van artikel 8:83 van de Awb ingezonden stukken zijn in kopie aan de gemachtigde van eiser gezonden.

    Het verzoek is behandeld ter zitting van de voorzieningenrechter van deze rechtbank op 24 juli 2008, waar verzoekster zich heeft laten vertegenwoordigen dor haar gemachtigde. Verweerder heeft zich ter zitting doen vertegenwoordigen door P. Kalmar.

  2. Overwegingen

    De voorzieningenrechter is van oordeel dat aan de twee eerstgenoemde voorwaarden voor het treffen van een voorziening, als bedoeld in artikel 8:81 van de Awb, is voldaan. Ook is de voorzieningenrechter van oordeel dat aan de vereiste spoedeisendheid is voldaan, omdat tussen aanvraag en de afwijzende beslissing op bezwaar sprake is van zodanig tijdsverloop dat, gelet op de gevraagde woonvoorziening in de vorm van een verhuisindicatie in relatie tot wachttijden op de woningmarkt voor gelijkvloerse woningen, helderheid over de vraag of er rechtmatig een afwijzend besluit is genomen, wenselijk is. De voorzieningenrechter merkt op dat voor het treffen van een voorziening slechts aanleiding bestaat, indien de beslissing in de bodemprocedure (AWB 08 / 390) niet zonder onevenredig nadeel voor verzoekster kan worden afgewacht. De rechter in de bodemprocedure is bovendien niet gebonden aan het oordeel van de voorzieningenrechter.

    Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is het bestreden...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT