Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Arnhem, 19 de Diciembre de 2012
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 19 de Diciembre de 2012 |
Uitgevende instantie: | Rechtbank Arnhem |
vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 232869 / HA ZA 12-572
Vonnis van 19 december 2012
in de zaak van
de naamloze vennootschap
N.V. KEMA,
gevestigd te Arnhem,
eiseres,
advocaat mr. F.A.M. Knüppe te Arnhem,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TCN ASSETS B.V.,
gevestigd te Utrecht,
gedaagde,
advocaat mr. J.M.W. Werker te Arnhem.
-
De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding,
- de beslissing van de rolrechter dat het recht van gedaagde om te mogen concluderen voor antwoord is vervallen.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
-
De beoordeling
2.1. De stellingen van eiseres kunnen het gevorderde dragen en zijn door gedaagde niet weersproken. Het gevorderde moet daarom worden toegewezen, met inachtneming van het navolgende.
2.2. Eiseres vordert gedaagde te veroordelen tot betaling van de beslagkosten. Deze vordering is gelet op het bepaalde in art. 706 Rv toewijsbaar nu de beslagen met inachtneming van de wettelijke formaliteiten en termijnen zijn gelegd. De beslagkosten worden begroot op € 4.622,62 (4 x € 189,97 + € 76,74 aan explootkosten, € 575,00 aan griffierecht en € 3.211,00 voor salaris advocaat 1 rekest x € 3.211,00).
2.3. Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eiseres worden begroot op:
- dagvaarding € 90,64
- griffierecht 3.046,00
- salaris advocaat 3.211,00 (1,0 punt × tarief € 3.211,00)
Totaal € 6.347,64
-
De beslissing
De rechtbank,
3.1. veroordeelt gedaagde om aan eiseres tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 5.137.021,40 (vijfmiljoenéénhonderdzevenendertigduizendenéénentwingig euro en veertig eurocent), te vermeerderen met de contractueel verschuldigde boete van 0,5% per maand vanaf 16 mei 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, en tevens te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in art. 6:119a BW over het totaal verschuldigde bedrag (inclusief contractueel verschuldigde boete) met ingang van 16 mei 2012 tot de dag van volledige betaling,
3.2. veroordeelt gedaagde om aan eiseres tegen behoorlijk bewijs...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT