Voorlopige voorziening van Rechtbank Haarlem, Voorzieningenrechter, 21 de Diciembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak21 de Diciembre de 2012
Uitgevende instantie:Voorzieningenrechter

RECHTBANK Haarlem

Sector bestuursrecht

zaaknummer: AWB 12/5568

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van

21 december 2012 in de zaak tussen

[naam verzoeker], te [woonplaats], verzoeker

(gemachtigde: mr. R. Kücükünal),

en

het college van burgemeester en wethouders van Purmerend, verweerder

(gemachtigde: J.M. Dekker-Koenders).

Procesverloop

Bij besluit van 9 november 2012 (het primaire besluit) heeft verweerder verzoekers aanvraag om toekenning van een uitkering in het kader van de Wet werk en bijstand (Wwb) afgewezen, omdat verzoeker niet heeft voldaan aan de medewerkings- en inlichtingenplicht.

Verzoeker heeft tegen het primaire besluit bezwaar gemaakt. Hij heeft voorts de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 21 december 2012. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Voorts was ter zitting aanwezig R. Stam, werkzaam bij de gemeente Purmerend.

Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk op uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter :

wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.

Overwegingen

  1. De voorzieningenrechter geeft hiervoor de volgende motivering.

  2. Verzoeker heeft een Wwb-aanvraag ingediend. Op grond hiervan rust op hem de bewijslast betreffende de vraag of hij in bijstandsbehoevende omstandigheden verkeert.

  3. Verzoeker heeft gesteld dat hij zijn hoofdverblijf heeft in Purmerend op het adres [adres]. Hij heeft voor de betreffende woning een huurovereenkomst, heeft de sleutels van deze woning en verzoeker ontvangt er zijn post. Deze laatste feiten en omstandigheden zijn niet in geschil.

  4. Op 9 november 2012 hebben medewerkers van verweerder met verzoeker een gesprek gevoerd. In dit gesprek gaf verzoeker onder meer aan dat hij slechts een paar keer heeft overnacht in voormelde woning, omdat er nog geen bed in stond. Ook verklaarde verzoeker dat hij het merendeel van de week in [plaatsnaam] verblijft bij zijn moeder en dat hij vaak oppast bij zijn dochtertje in [plaatsnaam].

  5. In verband hiermee heeft verweerder het noodzakelijk geacht dat er een huisbezoek zou...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT