Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank 's-Gravenhage, 20 de Diciembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak20 de Diciembre de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank 's-Gravenhage

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE

Sector familie- en jeugdrecht

Meervoudige kamer

Parketnummer 09/753601-12; 09/715805-12 (t.b.g.); 09/760813-10-12 (tul)

Datum uitspraak: 20 december 2012

Tegenspraak

(Promis)

De rechtbank 's-Gravenhage heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte/veroordeelde (hierna te noemen verdachte):

[verdachte],

geboren te [plaats A] op [datum] 1993,

wonende te [plaats B]

thans gedetineerd in Penitentiaire Inrichting Haaglanden - Zoetermeer.

  1. Het onderzoek ter terechtzitting

    Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 6 december 2012.

    De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. K. Sanders en van hetgeen door de raadsvrouw van de verdachte mr. R. el Hessaini, advocaat te [plaats D], en door de verdachte naar voren is gebracht.

  2. De tenlastelegging

    Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:

  3. hij, op of omstreeks [datum] 2012 te [plaats C], tezamen en in vereniging met anderen of een ander, in elk geval alleen, opzettelijk brand heeft gesticht en/of een ontploffing teweeg heeft gebracht in een woning gelegen aan de [adres], immers heeft/hebben verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s) toen aldaar

    - opzettelijk (open) vuur in aanraking gebracht met een zogenaamde lawinepijl / zwaar vuurwerk, althans met een brandbare stof en/of

    - deze lawinepijl/brandbare stof door/in de brievenbus van voornoemde woning gegooid en/of gebracht,

    - waardoor/waarna die lawinepijl/brandbare stof is ontploft, in elk geval waardoor een ontploffing teweeg werd gebracht en/of

    - waardoor (een) ruit(en) werd(en) vernield en/of een of meer kledingstukken en een handdoek in brand is/zijn geraakt, in elk geval in die woning (een begin van) brand is ontstaan,

    terwijl in die woning mw. [slachtoffer A], haar echtgenoot en haar zoon aanwezig

    was/waren en/of lag(en) te slapen,

    door welke brand en/of ontploffing levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor genoemde personen te duchten was en/of door welke ontploffing en/of brand gevaar voor genoemde woning en/of het interieur en/of goederen binnen die woning en/of de aangrenzende woningen, in elk geval gemeen gevaar voor goederen te duchten was;

    art 157 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht

  4. hij op of omstreeks [datum] 2012 te [plaats C], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een ruit (aan de voorzijde van de woning gelegen aan de [adres]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer A], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt door toen en daar opzettelijk en wederrechtelijk een steen (deel van

    een trottoirband) door die ruit te gooien;

    art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht

    art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht

  5. hij op of omstreeks [datum] 2012 te [[plaats C], met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de [adres], in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen goederen en/of personen, welk geweld bestond uit

    - het aansteken van een zogenaamde lawinepijl (althans zwaar vuurwerk) en/of het gooien/brengen van deze lawinepijl door/in de brievenbus van voornoemde woning, waardoor/waarna die lawinepijl is ontploft, en/of

    - het gooien van een steen (deel van een trottoirband) door de ruit van voornoemde woning,

    terwijl in die woning mw. [slachtoffer A], haar echtgenoot en haar zoon aanwezig was/waren en/of lag(en) te slapen;

    art 141 lid 1 Wetboek van Strafrecht

    art 141 lid 2 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht

  6. Ter berechting gevoegd wordt de zaak met parketnummer 09-715805-12:

    hij op of omstreeks [datum] 2012 te [plaats D] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk iemand, op openbaar gezag of krachtens rechterlijke uitspraak of beschikking van de vrijheid beroofd, te bevrijden of bij zijn zelfbevrijding behulpzaam te zijn, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen

    - zich naar strafinrichting [JJI] heeft begeven en/of

    - (met een betonschaar) een gat in het hek van strafinrichting [JJI] heeft geknipt (nabij een luchtplaats waar de gedetineerden luchten)

    terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid

    art 47 Wetboek van Strafrecht

    art 45 Wetboek van Strafrecht

    art 191 Wetboek van Strafrecht

    Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een

    veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

    hij op of omstreeks [datum] 2012 te [plaats D] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een hek, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan (strafinrichting [JJI] in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt door toen en daar opzettelijk en wederrechtelijk (met een betonschaar) een gat in dat hek te knippen;

    art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht

    art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht

  7. Bewijsoverwegingen

    3.1 Inleiding1

    ten aanzien van de feiten 1, 2 en 3

    Op [datum] 2012 zijn bij aangeefster [slachtoffer A] een steen (een deel van een trottoirband2) door een raam aan de voorzijde3 en een explosief door de brievenbus van haar woning aan de [adres] te [plaats C] naar binnen gegooid4, waarna een handdoek en een jasje, die achter de voordeur aan een rek hingen, brandden.5 Door de explosie zijn drie ramen van de voordeur beschadigd.6

    De aangeefster, haar man en haar zoon lagen op dat moment in deze woning boven in bed. Zij lagen te slapen.7

    De politie heeft geconcludeerd dat het aannemelijk is dat er van buiten een steen door het raam naar binnen is gegooid en dat er een brandend stuk vuurwerk via de briefplaat van de voordeur naar binnen is gebracht.8

    De resten van het vuurwerk zijn herkend als resten van een signalrakete Zinkno. 901, in Nederland bekend onder de naam lawinepijl. Afhankelijk van de exacte plaats van treffen kan het tot ontploffing komen van een signaalraket in direct contact ernstig lichamelijk tot dodelijk letsel opleveren.9

    De getuige [getuige 1] heeft kort nadat hij een harde klap hoorde, twee jongens voorbij zijn raam aan de [adres] in [plaats C] zien rennen.10

    De verdachte heeft ontkend deze feiten te hebben gepleegd.

    ten aanzien van feit 411

    Op zondag [datum] 2012 hebben twee jongens een gat geknipt in het hekwerk van [JJI] te [plaats D].12 Het betrof een hekwerk van een gesloten Justitiële Opvanginrichting, grenzend aan een luchtplaats waar gedetineerden luchten.13

    In [JJI] zat op dat moment op grond van een door de rechtbank afgegeven bevel gevangenhouding een vriend van de verdachte en zijn mededader gedetineerd. Zij zijn met een groep van vier jongens naar [JJI] gegaan.14 Ze zijn naar [plaats D] gegaan met het doel het hek van [JJI] open te knippen.15

    De verdachte heeft ter terechtzitting bekend samen met een ander met een betonschaar het gat in het hekwerk te hebben geknipt. Hij heeft ontkend dit gedaan te hebben om iemand te helpen ontsnappen uit de inrichting.

    3.2 Het standpunt van de officier van justitie

    Ten aanzien van de feiten 1, 2 en 3

    De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte zich samen met zijn medeverdachte [medeverdachte], schuldig heeft gemaakt aan het brengen van deze brandende lawinepijl in de brievenbus alsmede aan het gooien van een stuk van de trottoirband door de ruit van de woning van de aangeefster.

    Zij heeft daartoe aangevoerd dat uit het chatgesprek tussen de medeverdachte en [kennis 1] op [datum] 2012, de historische gegevens van de telefoon van de verdachte en het overzicht van de pingchats van de verdachte volgt dat de verdachte en zijn medeverdachte na 21.10 uur naar [plaats C] zijn gereden en dat zij rond 21.45 uur op de terugweg waren naar [plaats B]

    Voorts blijkt naar de mening van de officier van justitie uit het telefoongesprek van [kennis 1] en de verdachte op [datum] 2012, eenzelfde latje als behoort bij een vuurpijl bij de auto van de verdachte is aangetroffen, en uit het chatgesprek van [kennis 2] met de medeverdachte waarin gesproken wordt over een cobra en "gisteren was het menens", en uit het aangetroffen DNA-spoor op het deel van de trottoirband in de woning van de aangeefster, dat de verdachte de feiten 1, 2 en 3, samen met zijn mededader Aertse, heeft gepleegd.

    Ten aanzien van feit 4

    De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan knippen van een gat in het hekwerk van [JJI] met als doel om zijn vriend [medeverdachte], die daar gedetineerd zat, te helpen ontsnappen.

    Zij heeft daartoe aangevoerd dat de verdachte en zijn mededader op heterdaad zijn betrapt toen zij een gat in het hekwerk aan het knippen waren, dat de verdachte heeft bekend dit gedaan te hebben en dat de verdachte zijn vriend [medeverdachte] eerder behulpzaam is geweest bij een ontsnapping.

    3.3 Het standpunt van de verdediging

    ten aanzien van de feiten 1, 2 en 3

    De raadsvrouw van de verdachte heeft vrijspraak ten aanzien van de feiten 1, 2 en 3 bepleit.

    Zij heeft daartoe aangevoerd dat uit de telefoongegevens blijkt dat de verdachte zich op [datum] 2012 voornamelijk in [plaats B] bevond, waaruit kan worden afgeleid dat hij zich die dag niet in [plaats C] heeft bevonden. Nu de medeverdachte blijkens telecomgegevens wel in [plaats C] is geweest, kunnen de verdachte en hij tijdens het incident niet samen zijn geweest.

    De verdachte heeft verklaard de hele avond met [kennis 1] samen te zijn geweest, wat wordt ondersteund door de telecomgegevens van de mobiele telefoon van [kennis 1] en diens verklaring.

    Ten aanzien van het DNA-spoor heeft zij betoogd dat dit spoor een complex DNA-mengprofiel betreft dat per...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT