Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Zutphen, 21 de Diciembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak21 de Diciembre de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank Zutphen

RECHTBANK ZUTPHEN

Sector Straf

Meervoudige kamer

Parketnummer: 06/850518-12

Uitspraak d.d. 21 december 2012

Verstek / dip

VONNIS

in de zaak tegen:

[verdachte],

geboren te [plaats op 1945],

wonende te [plaats, adres].

Onderzoek van de zaak

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 11 december 2012.

De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:

  1. hij op of omstreeks 10 februari 2012 te Brummen, in elk geval in Nederland,

    als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig

    (personenauto), daarmede rijdende over de voor het openbaar verkeer

    openstaande weg, de Burgemeester Dekkerstraat,

    roekeloos, althans zeer, althans aanmerkelijk onoplettend, onvoorzichtig en/of

    onachtzaam,

    terwijl het zicht ter plaatse niet werd belemmerd, beperkt en/of werd

    gehinderd, en/of

    terwijl hij (goed) bekend was met de verkeerssituatie ter plaatse, en/of

    terwijl op die Burgemeester Dekkerstraat bij het naderen van genoemde

    voetgangersoversteekplaats een bord model L2 van de bijlage 1 van Reglement

    verkeersregels en verkeerstekens 1990 was geplaatst, inhoudende een aanduiding

    van een voetgangersoversteekplaats, en/of

    terwijl hij op het trottoir van die kruisende weg, Graaf van Limburg

    Stirumplein, lopende voetgangers, had zien naderen, en/of

    niet, althans in onvoldoende mate op het voor hem gelegen gedeelte van die weg,

    de Burgemeester Dekkerstraat, en/of het overige verkeer heeft gelet en/of is

    blijven letten, en/of

    (daarbij) in strijd met het gestelde in artikel 19 van voormeld Reglement

    verkeersregels en verkeerstekens 1990 zijn snelheid niet zodanig heeft

    geregeld dat hij, verdachte, in staat was voormeld motorrijtuig tot stilstand

    te brengen binnen de afstand waarover hij, die weg, de Burgemeester

    Dekkerstraat, kon overzien en waarover deze vrij was, en/of

    (daarbij) in strijd met het gestelde in artikel 49 lid 2 van voormeld

    reglement, op die Burgemeester Dekkerstraat bevindende voetgangers, welken

    doende waren om, een op die weg gesitueerde voetgangersoversteekplaats over te

    steken, niet voor heeft laten gaan, en/of

    (vervolgens) die voetgangersoversteekplaats met onverminderde snelheid is

    opgereden en/of overgereden, en/of

    (vervolgens) is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met een van die

    voetgangers, ten gevolge waarvan die voetganger ten val is gekomen,

    en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan verdachtes schuld te wijten

    verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander ([slachtoffer]) zwaar

    lichamelijk letsel, althans zodanig lichamelijk letsel dat daaruit tijdelijke

    ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is

    ontstaan, werd toegebracht;

    terwijl het feit is veroorzaakt of mede is veroorzaakt doordat hij,

    verdachte, in strijd met voormeld bord en/of voormeld Reglement geen voorrang

    heeft verleend aan op die kruisende weg, de Burgemeester Dekkerstraat,

    lopende voetganger

    art 6 Wegenverkeerswet 1994

    ALTHANS, dat

    hij op of omstreeks 10 februari 2012 te Brummen, in elk geval in Nederland,

    als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg,

    Burgemeester Dekkerstraat,

    terwijl het zicht ter plaatse niet werd belemmerd, beperkt en/of werd

    gehinderd, en/of

    terwijl hij (goed) bekend was met de verkeerssituatie ter plaatse, en/of

    terwijl op die Burgemeester Dekkerstraat bij het naderen van genoemde

    voetgangersoversteekplaats een bord model L2 van de bijlage 1 van Reglement

    verkeersregels en verkeerstekens 1990 was geplaatst, inhoudende een aanduiding

    van een voetgangersoversteekplaats, en/of

    terwijl hij op het trottoir van die kruisende weg, Graaf van Limburg

    Stirumplein, lopende voetgangers, had zien naderen, en/of

    niet, althans in onvoldoende mate op het voor hem gelegen gedeelte van die weg,

    de Burgemeester Dekkerstraat, en/of het overige verkeer heeft gelet en/of is

    blijven letten, en/of

    (daarbij) in strijd met het gestelde in artikel 19 van voormeld Reglement

    verkeersregels en verkeerstekens 1990 zijn snelheid niet zodanig heeft

    geregeld dat hij, verdachte, in staat was voormeld motorrijtuig tot stilstand

    te brengen binnen de afstand waarover hij, die weg, de Burgemeester

    Dekkerstraat, kon overzien en waarover deze vrij was, en/of

    (daarbij) in strijd met het gestelde in artikel 49 lid 2 van voormeld

    reglement, op die Burgemeester Dekkerstraat bevindende voetgangers, welken

    doende waren om, een op die weg gesitueerde voetgangersoversteekplaats over te

    steken, niet voor heeft laten gaan, en/of

    (vervolgens) die voetgangersoversteekplaats met onverminderde snelheid is

    opgereden en/of overgereden, en/of

    (vervolgens) is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met een van die

    voetgangers, ten gevolge waarvan die voetganger ten val is gekomen,

    door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt,

    althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd,

    althans kon worden gehinderd;

    De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover

    daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven, geacht in dezelfde

    betekenis te zijn gebezigd;

    art 5 Wegenverkeerswet 1994

  2. hij op of omstreeks 10 februari 2012 te Brummen, in elk geval in Nederland,

    als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), gekentekend [kenteken],

    daarmede heeft gereden op de voor het openbaar verkeer openstaande weg,

    Burgemeester Dekkerstraat, zonder dat er voor dit motorrijtuig een verzekering

    overeenkomstig de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen was

    gesloten en in stand gehouden;

    art 30 lid 4 Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen.

    Taal- en/of schrijffouten

    Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

    Overwegingen ten aanzien van het bewijs1

    Aanleiding van het onderzoek

    Op 10 februari 2012 te 18:46 uur kreeg de politie kennis van een verkeersongeval op de Burgemeester Dekkerstraat te Brummen. Ter plaatse werd een onderzoek ingesteld en is verdachte als bestuurder van de bij dit verkeersongeval betrokken personenauto als verdachte aangemerkt. De bij het ongeval betrokken voetganger werd per ambulance naar het ziekenhuis in Zutphen overgebracht.

    Standpunt van het Openbaar Ministerie

    De officier van justitie heeft geconcludeerd tot bewezenverklaring van het onder 1 primair tenlastegelegde in de zin dat verdachte aanmerkelijk onoplettend en onvoorzichtig en onachtzaam heeft gereden (artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994) en van het onder 2 tenlastegelegde. Ter zitting heeft de officier van justitie de bewijsmiddelen opgesomd en toegelicht.

    ...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT