Hoger beroep van Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands), 19 de Diciembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak19 de Diciembre de 2012
Uitgevende instantie:Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands)

GERECHTSHOF ’s-GRAVENHAGE

Sector Civiel recht

Uitspraak : 19 december 2012

Zaaknummer : 200.110.489/01

Rekestnummer rechtbank : FA RK 11-9247

[appellant],

thans verblijvende op een geheim adres – woonplaats kiezende te Dordrecht,

verzoekster in hoger beroep,

hierna te noemen: de moeder,

advocaat mr. E. Hartog te Dordrecht,

tegen

[geïntimeerde],

wonende te [woonplaats],

verweerder in hoger beroep,

hierna te noemen: de vader,

advocaat mr. H.E. Visscher te Dordrecht.

Als degene wier verklaring in verband met de beoordeling van het verzoek van betekenis kan zijn, is aangemerkt:

de Stichting Bureau Jeugdzorg Haaglanden/Zuid-Holland,

locatie Dordrecht,

hierna te noemen: Jeugdzorg.

In verband met het bepaalde in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend:

de raad voor de kinderbescherming te Middelburg,

hierna te noemen: de raad.

PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP

De moeder is op 25 juli 2012 in hoger beroep gekomen van een beschikking van 25 april 2012 van de kinderrechter in de rechtbank Dordrecht.

De vader heeft op 5 september 2012 een verweerschrift ingediend.

Bij het hof zijn voorts de volgende stukken ingekomen:

van de zijde van de moeder:

- op 27 november 2012 een faxbericht van diezelfde datum met bijlage.

De raad heeft het hof bij brief van 2 augustus 2012 laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen.

Jeugdzorg heeft een schriftelijke reactie ingediend, gedateerd 28 augustus 2012 en bij het hof binnengekomen op 29 augustus 2012.

De zaak is op 28 november 2012 mondeling behandeld.

Ter zitting waren aanwezig:

- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;

- de vader, bijgestaan door mevrouw mr. S. Zwiers, zijn advocaat

- mevrouw C.A. Vlietstra (gezinsvoogd) en de heer W.E.D. van der Linden namens Jeugdzorg.

PROCESVERLOOP IN EERSTE AANLEG EN VASTSTAANDE FEITEN

Voor het procesverloop en de beslissing in eerste aanleg verwijst het hof naar de bestreden beschikking.

Bij die beschikking heeft de rechtbank – voor zover van belang in hoger beroep – uitvoerbaar bij voorraad, het gezamenlijk gezag van de ouders over de hierna te noemen minderjarige beëindigd en bepaald dat het gezag over de minderjarige voortaan alleen aan de vader toekomt.

Het hof gaat uit van de door de rechtbank vastgestelde feiten, voor zover daar in hoger beroep geen grief tegen is gericht.

Onder meer staat het volgende vast:

De minderjarige [kind X], geboren op [geboortedatum] 2004 te [geboorteplaats], hierna: de minderjarige, is...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT