Hoger beroep van Gerechtshof Amsterdam (Nederland), 5 de Septiembre de 2008
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 5 de Septiembre de 2008 |
Uitgevende instantie: | Gerechtshof Amsterdam (Nederland) |
arrestnummer:
parketnummer: 23-003456-07
datum uitspraak: 5 september 2008
TEGENSPRAAK
ARREST VAN HET GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Haarlem van 8 mei 2007 in de strafzaak onder parketnummer 15-800135-07 van het openbaar ministerie
tegen
(verdachte),
geboren te (geboorteplaats) op (geboortedatum),
ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens op het adres
(adres)
thans gedetineerd in (naam).
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg van 24 april 2007 en op de terechtzittingen in hoger beroep van 3 juli 2007, 25 september 2007, 20 december 2007, 13 maart 2008, 15 mei 2008, 5 augustus 2008 en 28 augustus 2008.
Het hof heeft kennis genomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen vermeld staat in de inleidende dagvaarding. Van die dagvaarding is een kopie in dit arrest gevoegd. De daarin vermelde tenlastelegging wordt hier overgenomen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, leest het hof deze verbeterd. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de eerste rechter.
Vordering van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straffen als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.
Vrijspraak
Tijdens de behandeling in hoger beroep heeft het hof met instemming van de advocaat-generaal en de verdediging met betrekking tot de vaststelling van de feiten en de waardering van het bewijs het volgende uitgangspunt vastgesteld: als uitgangspunt bij de beoordeling van deze zaak dient te gelden dat de mogelijkheid bestaat dat zich in het ruim van een vliegtuig bagage bevindt met daaraan een bagagelabel op naam van een meereizende persoon die die bagage niet heeft ingecheckt.
De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting in hoger beroep betoogd dat in de onderhavige zaak de zogenaamde "airbag-methode" is gehanteerd. Bij deze methode wordt bagage, waarin verdovende middelen zijn verstopt, op naam van een meereizende passagier ingecheckt, zonder dat de passagier bemoeienis met die bagage heeft gehad. De advocaat-generaal stelt echter dat de...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT