Kort geding van Rechtbank Oost-Nederland, 19 de Febrero de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak19 de Febrero de 2013
Uitgevende instantie:Rechtbank Oost-Nederland

RECHTBANK OOST-NEDERLAND

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Almelo

Zaaknummer : 134677 KG ZA 13-17

Uitspraak : 19 februari 2013 (b)

Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Oost-Nederland, rechtdoende in kort geding, in de zaak van:

[eiser]

wonende te Enschede

eiser

hierna te noemen: [eiser]

advocaat: mr. P. Benders te Enschede

tegen

[gedaagde], h.o.d.n. Diso Wandafwerking

wonende en kantoorhoudende te Borne

gedaagde

hierna te noemen: [gedaagde]

advocaat: mr. S. Bonsen te Goor

  1. De procedure:

    1.1

    [eiser] heeft gesteld en gevorderd als staat vermeld in de dagvaarding van 25 januari 2013.

    1.2

    De zaak is behandeld ter terechtzitting van 5 februari 2013.

    Partijen hebben hun standpunten doen toelichten door hun advocaten, waarbij de gemachtigde van [gedaagde] zich heeft bediend van een pleitnota.

    1.3

    Het vonnis is bepaald op heden.

  2. De feiten:

    2.1 Bij de beoordeling van dit geschil wordt uitgegaan van de navolgende feiten. Deze worden als vaststaand beschouwd omdat zij door een van partijen zijn gesteld en door de andere partij zijn erkend dan wel niet of onvoldoende zijn betwist.

    2.2 [eiser], geboren op [geboortedatum] 1986, is sedert 3 december 2007 in dienst bij Diso, in de functie van stukadoor. Zijn salaris bedraagt € 1.831,50 bruto per maand exclusief 8% vakantietoeslag. [eiser] heeft zich op 29 mei 2012 ziek gemeld.

  3. Het geschil:

    3.1 [eiser] vordert, bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

    I [gedaagde] te veroordelen om binnen 2 dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis het salaris van [eiser] vanaf week 37 2012 te voldoen, te vermeerderen met de wettelijke verhoging wegens de vertraging in de betaling;

    II [gedaagde] te veroordelen om het aan [eiser] toekomende loon te blijven betalen totdat een rechtsgeldig einde is gekomen aan de arbeidsovereenkomst tussen partijen;

    III [gedaagde] te veroordelen in de kosten van het geding.

    3.2 [eiser] legt aan zijn vordering, kort samengevat, ten grondslag dat [gedaagde] zijn loondoorbetalingsverplichting bij ziekte niet, althans niet volledig, is nagekomen. Pas na talrijke sommaties (12 juli 2012, 24 juli 2012 en 6 september 2012) door de gemachtigde van [eiser] heeft [gedaagde] het salaris tot en met week 36 ofwel tot en met 7 september 2012 voldaan. [eiser] betwist dat hij zijn re-integratieverplichtingen niet nakomt en stelt daar tegenover dat [gedaagde] zijn re-integratieverplichtingen niet nakomt. [gedaagde] heeft ondanks verzoeken van [eiser] geweigerd om samen met [eiser] een “Plan van Aanpak”op te stellen. [eiser] stelt verder dat [gedaagde] een ontslagvergunning heeft aangevraagd bij het UWV WERKbedrijf wegens bedrijfseconomische redenen, UWV een ontslagvergunning heeft verleend en [gedaagde] de arbeidsovereenkomst bij brief van 21 december 2012 heeft opgezegd met ingang van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT