Wraking van Supreme Court (Netherlands), 15 de Febrero de 2013

Datum uitspraak15 de Febrero de 2013
Uitgevende instantie:Supreme Court (Netherlands)

15 februari 2013

nr. 12/02015, 12/02016 en 12/02018

Beslissing

van de Vierde kamer van de Hoge Raad der Nederlanden naar aanleiding van het verzoek om wraking van de hierna te noemen raadsheren in de Hoge Raad, ingediend door X te Z, verder te noemen verzoeker.

  1. De procedure

    1.1 Verzoeker heeft beroepen in cassatie ingesteld in de zaken die bij de Derde kamer van de Hoge Raad zijn ingeschreven onder de nummers 12/02015, 12/02016 en 12/02018. Bij brieven van 6 december 2012 is aan verzoeker meegedeeld dat op 14 december 2012 ter terechtzitting de beslissingen in die zaken in het openbaar zullen worden uitgesproken. Tevens is daarin meegedeeld dat de arresten zullen worden gewezen door de leden C. Schaap, M.W.C. Feteris en Th. Groeneveld.

    1.2 Bij op 10 december 2012 ter griffie van de Hoge Raad ingekomen verzoekschrift heeft verzoeker de wraking verzocht van de hiervoor in 1.1 vermelde leden van de Hoge Raad.

    1.3 Voorts heeft verzoeker bij het hiervoor in 1.2 vermelde verzoekschrift de wraking verzocht van G.J.M. Corstens en J. de Hullu, leden van de wrakingskamer. Daartoe heeft hij als gronden voor wraking aangevoerd dat die leden in de procedures 11/03915 tot en met 11/03918, 11/03920, 11/03983, 11/04374, 11/04401 en 11/04535 reeds betrokken waren hetzij door middel van (i) beroepen in cassatie, (ii) herzieningsverzoeken, (iii) verzetschriften en (iv) wrakingsverzoeken. In die procedures hebben zij reeds aangetoond op de stoel van de tegenpartij te zitten met andere woorden vooringenomen en partijdig te zijn en zich daarmee onder andere schuldig makend aan bijvoorbeeld artikel 12 van de Wet op de rechterlijke organisatie en artikel 364 van het Wetboek van Strafrecht. Verder heeft verzoeker verwezen naar de gronden die zijn aangevoerd in een verzoek om wraking, bij de Hoge Raad per fax ingekomen op 14 september 2012, ter zake van een andere door hem bij de Hoge Raad aanhangig gemaakte procedure, met zaaknummer 12/02162.

  2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het onder 1.3 aangeduide wrakingsverzoek

    De wrakingskamer acht, mede gelet op de behandeling van en de beslissing op eerdere wrakingsverzoeken die verzoeker heeft ingediend met betrekking tot andere bij de Hoge Raad aanhangig gemaakte zaken, het indienen van het onder 1.3 bedoelde wrakingsverzoek op gronden, die bestaan uit negatieve kwalificaties zonder dat daarvoor feitelijke gronden worden aangevoerd, kennelijk misbruik van recht. Samenstelling van een nieuwe wrakingskamer kan...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT