Kort geding van Rechtbank Zwolle, 11 de Septiembre de 2008

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak11 de Septiembre de 2008
Uitgevende instantie:Rechtbank Zwolle

vonnis

RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD

Sector civiel recht

zaaknummer / rolnummer: 148174 / KG ZA 08-384

Vonnis in kort geding van 11 september 2008

in de zaak van

[eiser],

wonende te [plaats],

eiser,

advocaat mr. R.K.E. Buysrogge,

tegen

de naamloze vennootschap

DEXIA BANK NEDERLAND N.V.,

gevestigd te Amsterdam,

gedaagde,

advocaat mr. J.M.K.P. Cornegoor.

Partijen zullen hierna [eiser] en Dexia genoemd worden.

  1. De procedure

    1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

    - de dagvaarding van 19 augustus 2008 met producties

    - de door mr. Cornegoor bij brief van 27 augustus 2008 overgelegde producties

    - de mondelinge behandeling ter openbare terechtzitting van 28 augustus 2008

    - de pleitnota van Dexia.

    1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

  2. De feiten

    2.1. [eiser] heeft in de jaren 1997 en 1998 met de (rechtsvoorgangster van) Dexia negen effectenleaseovereenkomsten (hierna: de leaseovereenkomsten) gesloten. Hij heeft in totaal EUR 110.134,- aan Dexia betaald maar ook dividend ontvangen.

    2.2. De echtgenote van [eiser] (hierna: de echtgenote) heeft bij brief van 21 december 2005 aan Dexia bericht de leaseovereenkomsten te vernietigen op grond van artikel 1:88 lid 1 sub d en 1:89 BW.

    2.3. Bij [eiser] is door middel van een MRI-scan een afwijking in de hersenen vastgesteld. De behandelend neurochirurg heeft de waarschijnlijkheidsdiagnose epidermoidcyste gesteld. Hij acht een operatie geïndiceerd.

    2.4. [eiser] heeft Dexia doen dagvaarden in een bodemprocedure voor Rechtbank Amsterdam, sector kanton. In deze procedure beroept [eiser] zich primair op vernietiging van de leaseovereenkomsten op grond van artikel 1:88 lid 1 sub 4 en 1:89 BW en vordert hij onder meer (terug)betaling door Dexia van het door hem betaalde bedrag van EUR 110.408,42. Subsidiair vordert [eiser] terugbetaling van voormeld bedrag wegens onrechtmatig handelen van Dexia.

    2.5. [eiser] is bestuurder/enig aandeelhouder van een pensioenvennootschap.

  3. Het geschil

    3.1. [eiser] vordert dat Dexia zal worden veroordeeld tot betaling bij wijze van voorschot aan [eiser] van een bedrag van EUR 100.000,- of een door de voorzieningenrechter te bepalen bedrag, met veroordeling van Dexia in de kosten van het geding.

    3.2. [eiser] baseert zijn vordering op de volgende stellingen. Gelet op vaste rechtspraak van Rechtbank Amsterdam in de zogenoemde Dexia-zaken is het vrijwel zeker dat die rechtbank in de bodemprocedure op grond van art. 1:88 en 89 BW de vordering van [eiser] tot betaling van een bedrag van EUR 110.134,- althans EUR 66.000,-, zal toewijzen. Wegens de achterstanden bij de Rechtbank Amsterdam zal die uitspraak...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT