Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Groningen, 20 de Diciembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak20 de Diciembre de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank Groningen

RECHTBANK GRONINGEN

Sector Strafrecht

parketnummer: 18/630505-11 (promis)

datum uitspraak: 27 december 2012

op tegenspraak

raadsman: mr. J.H.L.C.M. Kuijpers

V O N N I S

van de rechtbank Groningen, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte],

geboren op [datum] te [plaats] (Land),

thans preventief gedetineerd in P.I. HvB ter Apel, Ter Apel.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 19 december 2011, 15 maart 2012, 11 juni 2012, 3 september 2012, 21 november 2012, 22 november 2012 en 20 december 2012.

Tenlastelegging

Aan verdachte is na toegestane vordering nadere omschrijving tenlastelegging ten laste gelegd dat:

  1. hij op of omstreeks 27 augustus 2011, te Tripscompagnie, althans in de gemeente Menterwolde, in elk geval in het arrondissement Groningen,

    ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade een of meer personen, te weten [Aangever 1] en/of [getuige 1] en/of [medeverdachte 2] van het leven te beroven, althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met dat opzet en al dan niet na kalm beraad en rustig overleg, met een of meer vuurwapen(s) een of meer kogels heeft afgevuurd op die [aangever 1] en/of die [getuige 1] en/of die [medeverdachte 2],

    terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

    art 289 Wetboek van Strafrecht

    art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht

    art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht

    althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat

    hij op of omstreeks 27 augustus 2011, te Tripscompagnie, althans in de gemeente Menterwolde, in elk geval in het arrondissement Groningen,

    tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer personen, te weten [aangever 1] en/of [getuige 1] en/of [medeverdachte 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) opzettelijk dreigend

    - met een of meer vuurwapen(s) een of meer kogels afgevuurd op en/of in de richting van die [aangever 1] en/of die [getuige 1] en/of die [medeverdachte 2] op en/of in de richting van het pand waarin die [aangever 1] en/of die [getuige 1] en/of die [medeverdachte 2] toen verbleef/verbleven, en/of

    - op zodanige wijze dat die [aangever 1] en/of die [getuige 1] en/of die [medeverdachte 2] dat kon(den) waarnemen met een of meer vuurwapens een of meer kogels afgevuurd op en/of in de richting van een auto (Volkswagen Polo);

    art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht

    art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht

  2. hij op of omstreeks 27 augustus 2011, te Tripscompagnie, althans in de gemeente Menterwolde, in elk geval in het arrondissement Groningen,

    tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een persoon, te weten [aangever 2], heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) opzettelijk dreigend

    - een of meer vuurwapens op (de/een knie(ën) en/of het hoofd van) die [aangever 2] gericht en/of gericht gehouden, althans een of meer vuurwapens aan die [aangever 2] getoond en/of hierbij aan die [aangever 2] de woorden toegevoegd: "Nu ga je er aan" en/of "je gaat dood", althans woorden van gelijke aard en/of strekking;

    art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht

    art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht

    Bewijsvraag

    Standpunt van de officier van justitie

    De officier van justitie heeft aangevoerd dat het primair ten laste gelegde, te weten de poging tot moord op [medeverdachte 2], [getuige 1] en [aangever 1] wettig en overtuigend bewezen kan worden. Verdachte is met medeverdachte [medeverdachte 1], en zijn zoons gewapend naar de boerderij van [medeverdachte 2] gegaan. [medeverdachte 3] zou daartoe het initiatief hebben genomen en zou de weg wijzen. [medeverdachte 1] en [verdachte] hadden vuurwapens meegenomen om zich zo nodig ter verdedigen tegen agressie van de kant van [medeverdachte 2]. Op het erf aangekomen zag verdachte een blauwe auto, waarin [aangever 2], de neef van [medeverdachte 2] (naam) zat. Hij hoorde [medeverdachte 1] vragen waar [medeverdachte 2] was, waarop [aangever 2] zei: “Boven”.

    Verdachte heeft zijn pistool getrokken en daarmee in de lucht geschoten. Nadat verdachte 1 of 2 keer achter de boerderij heeft geschoten is hij naar voren gerend, via de oprit naar de Hoofdweg. Hij zag daar [medeverdachte 2] rennen en een Hollandse jongen met een grijs vest aan. Dat was [getuige 1]. Verdachte heeft toen nog een keer geschoten, maar niet gericht.

    Het schieten in de richting van [getuige 1] wordt bevestigd door de verklaring van [getuige 4] en door [medeverdachte 3].

    Wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte gericht op dan wel in de richting van [getuige 1] heeft geschoten toen die in de weilanden op de vlucht was. Door met een vuurwapen te schieten op [getuige 1] heeft verdachte voorwaardelijk opzet gehad op diens dood.

    De officier van justitie heeft aangevoerd dat het onder 2 ten laste gelegde, te weten het medeplegen van bedreiging van [aangever 2], wettig en overtuigend bewezen kan worden. De officier van justitie wijst op de verklaring van [aangever 1] en [aangever 2].

    Standpunt van de verdediging

    De raadsman heeft verzocht verdachte vrij te spreken van het onder 1 ten laste gelegde.

    Verdachte heeft weliswaar geschoten maar [medeverdachte 2] heeft als eerste geschoten vanuit de boerderij. Op de dag van de schietpartij heeft een telefonisch gesprek plaatsgevonden waarin bedreigingen door [medeverdachte 2] zijn geuit. In de aanloop naar de schietpartij zijn eveneens bedreigingen geuit. Verdachte moest een bedrag van € 15.000,- betalen. Verdachte kreeg voorts te horen dat hij voor een vergoeding van € 3.000,- zou worden doodgeschoten. Inmiddels was er een molotov cocktail naar het huis van de vriendin van verdachte gegooid en verdachte was bang dat er nog meer zou gebeuren. Daarop heeft verdachte een wapen aangeschaft om zichzelf te verdedigen.

    Verdachte is met [medeverdachte 1] naar de boerderij gegaan voor een gesprek met [medeverdachte 2]. [medeverdachte 3] had aangeboden te bemiddelen. Uit het ping contact vlak voor ze er waren bleek dat er niemand op de boerderij aanwezig was. [medeverdachte 1] wilde toch naar de boerderij gaan voor het adres.

    Toen verdachte aankwam hoorde hij geknal heeft hij in paniek zijn wapen gepakt en heeft geprobeerd terug te schieten, maar dit is mislukt. [medeverdachte 1] heeft wel terug geschoten.

    Op grond van de bewijsmiddelen kan niet worden vastgesteld dat verdachte naar boven heeft geschoten. Verdachte heeft niet gericht geschoten op de plaats van het delict, ook niet toen er mensen wegliepen.

    De raadsman heeft verzocht verdachte tevens vrij te spreken van het onder 2 ten laste gelegde, nu de verklaring van [aangever 2] niet wordt ondersteund door andere bewijsmiddelen.

    Beoordeling

    De rechtbank heeft bij de beoordeling acht geslagen op de volgende bewijsmiddelen.

    Daarbij is ieder bewijsmiddel, ook in zijn onderdelen, slechts gebruikt met betrekking tot het feit of de feiten waarop het blijkens zijn inhoud in het bijzonder betrekking heeft.

    Ten laste gelegde onder 1 en 2

    De verklaring door verdachte op de terechtzitting afgelegd

    Het klopt dat ik een vuurwapen mee heb genomen naar de boerderij in Tripscompagnie. Ik had voor het gesprek gehoord dat [getuige 1] mij zou vermoorden voor € 3.000,-. Daarom besloot ik met [medeverdachte 1] mee te gaan. Het was de bedoeling om ons te verzoenen. Ik wilde weten waarom hij mij wilde doodschieten. Toen we aan kwamen zagen we [aangever 2]. [medeverdachte 1] vroeg waar [medeverdachte 2] was. Ik trok mijn vuurwapen en ik heb 1 of 2 schoten gelost.

    Toen ik wegrende zag ik [medeverdachte 2] achter de boerderij. Ik vluchtte via de voorkant en ik kwam op de weg. Ik zag ze op mij af komen rennen, een Hollandse jongen en [medeverdachte 2].

    Ik heb toen geschoten. U houdt mij voor dat op een afstand van 54 meter van het huis door de Technische Recherche een huls gevonden is. Ik zou daar geschoten kunnen hebben.

    Een proces-verbaal van aangifte d.d. 28 augustus 2011, opgenomen op pagina A.001 van dossier nr. 2011086140, d.d. 12 december 2012, inhoudende de verklaring van [aangever 1] (PLO1PC 2011086159-1)

    Ik ben op zaterdag 27 augustus 2011 naar de [straat] in Tripscompagnie gegaan. Ik zag dat er een man die ik herkende als [medeverdachte 1] naar de auto rende waar mijn broer in zat. Ik zag dat [medeverdachte 1] de deur van de auto open trok en vervolgens zag ik dat [medeverdachte 1] een vuurwapen richtte op mijn broer die nog in de auto zat. Vervolgens zag ik dat er nog een man aan kwam die ik herkende als [verdachte]. Ik zag dat [verdachte] de deur verder open trok en ook een vuurwapen op mijn broer richtte. Ik hoorde dat [verdachte] tegen mijn broer zei "nu ga je er aan". Vervolgens keek [medeverdachte 1] naar boven en zag mij staan. Ik zag dat [medeverdachte 1] zijn pistool in mijn richting richtte. Ik ben weg gedoken en hoorde gelijk een knal en zag dat er door het raam was geschoten. Ik hoorde terwijl ik over de grond kroop meerdere schoten.

    Een proces-verbaal van aangifte d.d. 28 augustus 2011, opgenomen op pagina AH.007 van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [aangever 2] (PLO1PC 2011086140-1)

    Ik was op zaterdag 27 augustus 2011 aan de [straat] in Tripscompagnie. Ik zat in mijn auto. Deze auto stond achter de woning van mijn oom aan de [straat]. Ik kwam een man aan die een pistool in zijn hand had. Ik zag dat het pistool op mij gericht was, want ik zag de voorkant van het pistool. Ik zag dat de man op mijn auto af kwam lopen. Toen de man dichter bij mijn auto kwam herkende ik deze persoon als [medeverdachte 1].

    Vervolgens zag ik dat [medeverdachte 1] naast...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT