Hoger beroep van Council of State (Netherlands), Gravenhage, 25 de Enero de 2013

Datum uitspraak25 de Enero de 2013
Uitgevende instantie:'s-Gravenhage

201211681/1/V3.

Datum uitspraak: 25 januari 2013

RAAD VAN STATE

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

[de vreemdeling],

appellant,

tegen de uitspraak van de rechtbank 's Gravenhage, nevenzittingsplaats 's Hertogenbosch, van 10 december 2012 in zaak nr. 12/36549 in het geding tussen:

de vreemdeling

en

de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie.

Procesverloop

Bij besluit van 17 november 2012 is de vreemdeling in vreemdelingenbewaring gesteld. Dit besluit is aangehecht.

Bij uitspraak van 10 december 2012 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld. Tevens heeft hij daarbij de Afdeling verzocht hem schadevergoeding toe te kennen. Het hogerberoepschrift is aangehecht.

Vervolgens is het onderzoek gesloten.

Overwegingen

  1. De vreemdeling klaagt dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat uit het proces-verbaal van aanhouding van

    17 november 2012 blijkt dat de verbalisanten de vreemdeling ter uitvoering van de algemene politietaak hebben gevraagd naar zijn personalia en dat de beroepsgrond dat de bewaring onrechtmatig is nu de staandehouding onrechtmatig heeft plaatsgevonden om die reden faalt.

    Daartoe voert de vreemdeling aan dat in het op ambtsbelofte opgemaakte proces-verbaal van aanhouding van 17 november 2012 niet inzichtelijk wordt gemaakt op grond van welke bevoegdheid naar zijn legitimatiebewijs is gevraagd. Evenmin was ten tijde van de staandehouding sprake van een naar objectieve maatstaven gemeten redelijk vermoeden van illegaal verblijf. Nu de staandehouding hiermee onrechtmatig is en de staatssecretaris geen belangen heeft gesteld die ertoe leiden dat de onrechtmatigheid van de staandehouding niet aan de rechtmatigheid van de bewaring in de weg staat, is de bewaring onrechtmatig, aldus de vreemdeling.

    1.1. De vreemdeling is op 17 november 2012 aangehouden wegens de verdenking van overtreding van artikel 447e van het Wetboek van Strafrecht. In het daarvan op ambtsbelofte opgemaakte proces-verbaal, staat, voor zover thans van belang, het volgende vermeld:

    "Op zaterdag 17 november 2012 omstreeks 04:00 uur bevonden wij verbalisanten (...) ons in uniform gekleed en rijdend in een opvallend surveillancevoertuig op de Bussemsestraat te

    's-Gravenhage. Op bovengenoemd tijdstip zagen wij (...) een man door de Bussemsestraat fietsen. Op het moment dat de man omkeek en ons zag, zagen wij dat de man de stoep op fietste. Wij zagen dat de man af stapte en iets zocht in zijn aanwezige fietstassen...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT