Eerste aanleg - meervoudig van Council of State (Netherlands), 27 de Febrero de 2013

Datum uitspraak27 de Febrero de 2013
Uitgevende instantie:Council of State (Netherlands)

201106262/1/A4.

Datum uitspraak: 27 februari 2013

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

[appellant], wonend te Sint Kruis, gemeente Sluis,

en

het college van burgemeester en wethouders van Sluis,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 19 april 2011 heeft het college aan [vergunninghoudster] een revisievergunning als bedoeld in artikel 8.4 van de Wet milieubeheer verleend voor een akkerbouwbedrijf met varkenshouderij aan de [locatie] te Sint Kruis.

Tegen dit besluit heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 6 juni 2011, beroep ingesteld.

Het college heeft een verweerschrift ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 3 september 2012, waar [appellant], bijgestaan door mr. J.A.J.M. van Houtum, en het college, vertegenwoordigd door mr. M.M.C. Janssen, drs. M.G.A. van den Brink, A.M. Ingels en ing. M. van Leening, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Voorts is ter zitting [vergunninghoudster], vertegenwoordigd door [gemachtigde], bijgestaan door ir. W.A. van Aerle, gehoord.

De voorzitter heeft het onderzoek ter zitting geschorst, de zaak aangehouden en het college in staat gesteld om binnen zes weken na de zitting een nieuw besluit te nemen.

Bij besluit van 9 oktober 2012 heeft het college aan [vergunninghoudster] een revisievergunning als bedoeld in artikel 8.4 van de Wet milieubeheer verleend voor een akkerbouwbedrijf met varkenshouderij aan de [locatie] te Sint Kruis. Bij dat besluit is het besluit van 19 april 2011 ingetrokken.

[appellant] en het college hebben nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaak verder ter zitting behandeld op 21 januari 2013, waar [appellant], bijgestaan door drs. H.P.W. Havens, en het college, vertegenwoordigd door mr. M.M.C. Janssen en drs. M.G.A. van den Brink, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Voorts is ter zitting [vergunninghoudster], vertegenwoordigd door [gemachtigde], bijgestaan door mr. J. Schoneveld, gehoord.

Overwegingen

Overgangsrecht Wabo

1. Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo) in werking getreden. Bij de invoering van deze wet is een aantal andere wetten gewijzigd. Uit het overgangsrecht, zoals dat is opgenomen in artikel 1.2, tweede lid, van de Invoeringswet Wabo, volgt dat de wetswijzigingen niet van toepassing zijn op dit geding, omdat de aanvraag om een vergunning is ingediend voor de inwerkingtreding van de Wabo. In deze uitspraak worden dan ook de wetten aangehaald, zoals zij luidden voordat zij bij invoering van de Wabo werden gewijzigd.

De besluiten van 19 april 2011 en 9 oktober 2012

2. Het besluit van het college van 9 oktober 2012 is een besluit in de zin van artikel 6:18 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), zoals deze wet luidde ten tijde van de bekendmaking van dat besluit. Derhalve moet het beroep van [appellant] tegen het besluit van 19 april 2011 ingevolge artikel 6:19, eerste lid, van de Awb (oud) mede geacht te zijn gericht tegen het besluit van 9 oktober 2012, aangezien dit besluit niet geheel aan het beroep tegemoet komt.

3. Bij het besluit van 9 oktober 2012 heeft het college het besluit van 19 april 2011 ingetrokken. Niet is gebleken dat [appellant] nog enig belang heeft bij een beoordeling van het beroep tegen het besluit van 19 april 2011.

4. Gezien het vorenstaande is het beroep gericht tegen het besluit van 19 april 2011 niet-ontvankelijk.

Vergunning

5. Met de bij besluit van 9 oktober 2012 verleende vergunning wordt een uitbreiding van het veebestand met 37 guste en dragende zeugen, 608 gespeende biggen en 306 vleesvarkens mogelijk gemaakt. Verder ziet de vergunning op het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT