Voorlopige voorziening+bodemzaak van Rechtbank Den Haag, Haarlem, 22 de Febrero de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak22 de Febrero de 2013
Uitgevende instantie:Haarlem

RECHTBANK 's-GRAVENHAGE

Nevenzittingsplaats Haarlem

Bestuursrecht

zaaknummers: AWB 12/24429 (beroep)

AWB 12/24432 (voorlopige voorziening)

uitspraak van de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken en de voorzieningenrechter van 22 februari 2013 in de zaak tussen

[eiseres],

geboren op [geboortedatum], van Iraakse nationaliteit,

eiseres, verzoekster,

hierna te noemen eiseres,

(gemachtigde: mr. S. de Schutter, advocaat te Amsterdam),

en

de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, voorheen de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel, verweerder,

(gemachtigde: mr. C.J. Tromp, werkzaam bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst)

Procesverloop

Bij besluit van 18 oktober 2011 (het primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres tot het verlengen van een verblijfsvergunning regulier voor het doel “verblijf bij echtgenoot” afgewezen en de verleende verblijfsvergunning ingetrokken.

Bij besluit van 19 juli 2012 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.

Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Eiseres heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. Zij verzoekt verweerder te verbieden haar uit te zetten tot vier weken nadat de rechtbank op het beroep heeft beslist.

Verweerder heeft op 17 januari 2013 een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 24 januari 2013. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

  1. De rechtbank betrekt bij de beoordeling de volgende feiten. Eiseres is op

    15 september 1993 met de heer [naam] in Irak in het huwelijk getreden. De echtgenoot van eiseres, hierna te noemen referent, is op 15 september 1994 als vluchteling in Nederland toegelaten. Eiseres is op 4 maart 2003 Nederland binnengekomen. Op 26 maart 2003 heeft zij een aanvraag ingediend tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, die bij besluit van 17 januari 2006 is afgewezen. Dit besluit is in rechte komen vast te staan. Referent heeft op 5 januari 2010 verzocht om advies ter zake een aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor eiseres met als doel ‘verblijf bij echtgenoot’. Op 21 januari 2010 is een positief advies uitgebracht. Eiseres is op 11 maart 2010 in het bezit gesteld van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking ‘verblijf bij echtgenoot’. Deze verblijfsvergunning is verleend met ingang van 9 maart 2010, geldig tot 9 maart 2011. Eiseres en referent hebben twee minderjarige kinderen. Beide kinderen hebben, evenals referent, de Nederlandse nationaliteit.

  2. In het bestreden besluit heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat de aan eiseres verleende verblijfsvergunning voor verblijf bij echtgenoot terecht met terugwerkende kracht tot 10 september 2010 is ingetrokken en dat zich geen grond voordoet voor verlenging van deze vergunning. Redengevend daartoe acht verweerder dat eiseres en referent vanaf 10 september 2010 niet langer duurzaam en zelfstandig over voldoende middelen van bestaan beschikken. De gevolgen voor eiseres zijn niet onevenredig in verhouding tot de met het middelenvereiste te dienen doelen.

  3. Eiseres heeft aangevoerd dat intrekking van de vergunning en afwijzing van de aanvraag tot verlenging van de verblijfsvergunning in onevenredige verhouding staan tot de met het middelenvereiste te dienen doel. Ten onrechte...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT