Voorlopige voorziening+bodemzaak van Council of State (Netherlands), 27 de Febrero de 2013

Datum uitspraak27 de Febrero de 2013
Uitgevende instantie:Council of State (Netherlands)

201300967/1/A1 en 201300967/2/A1.

Datum uitspraak: 27 februari 2013

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) en, met toepassing van artikel 8:86 van die wet, op het hoger beroep van:

[appellant A] en [appellant B], wonend te Lage Mierde, gemeente Reusel-De Mierden (hierna tezamen in enkelvoud: [appellant]),

tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 17 december 2012 in zaak nr. 12/2404 in het geding tussen:

[appellant]

en

het college van burgemeester en wethouders van Reusel-de Mierden.

Procesverloop

Bij besluit van 27 januari 2012 heeft het college [appellant] gelast de in afwijking van de verleende bouwvergunning gebouwde schuur op het perceel [locatie] te Lage Mierde te verwijderen en verwijderd te houden dan wel in overeenstemming te brengen met de verleende bouwvergunning.

Bij besluit van 29 juni 2012 heeft het college het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 17 december 2012 heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld. Verder heeft hij de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

Het college heeft een verweerschrift ingediend.

[appellant] heeft een nader stuk ingediend.

De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 14 februari 2013, waar [appellant A], bijgestaan door mr. M. Woestenenk, advocaat te Nieuwerkerk aan de IJssel, en het college, vertegenwoordigd door S. Verouden, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.

Overwegingen

1. In dit geval kan nader onderzoek redelijkerwijs niet bijdragen aan de beoordeling van de zaak en bestaat ook overigens geen beletsel om met toepassing van artikel 8:86, eerste lid, van de Awb onmiddellijk uitspraak te doen in de hoofdzaak.

2. Bij besluit van 14 juli 1987 heeft het college aan [appellant] bouwvergunning verleend voor het vernieuwen en vergroten van een schuur tot schuur annex veestal. Niet in geschil is dat de schuur 12 m zuidelijker dan in de bouwvergunning is aangegeven, is gesitueerd en een oppervlakte heeft van 230 m². De last heeft alleen betrekking op de oppervlakte van de schuur.

3. [appellant] betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat niet in afwijking van de in...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT