Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Breda, 20 de Diciembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak20 de Diciembre de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank Breda

RECHTBANK BREDA

Sector bestuursrecht, enkelvoudige belastingkamer

Procedurenummer: AWB 12/1704

Uitspraakdatum: 20 december 2012

Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 27d van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) in het geding tussen

[belanghebbende], wonende te [woonplaats],

belanghebbende,

en

de heffingsambtenaar van de [gemeente X],

de heffingsambtenaar.

De bestreden uitspraak op bezwaar

De uitspraak van de heffingsambtenaar van 28 maart 2012 op het bezwaar van belanghebbende tegen de aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslag parkeerbelasting (aanslagnummer [nummer]).

Zitting

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 6 december 2012 te Breda. Aldaar zijn verschenen en gehoord, belanghebbende, en namens de heffingsambtenaar mr. [gemachtigden].

  1. Beslissing

    De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

  2. Gronden

    2.1. Op 13 januari 2012, om 16:12 uur, stond de auto van belanghebbende, merk Hyundai, kenteken [kenteken], op een parkeerplaats aan de [adres] te [plaats X]. Deze plaats is ingevolge de Verordening parkeerbelastingen [plaats X] 2012 (hierna: de verordening) aangewezen als plaats waar tegen betaling van parkeerbelasting mag worden geparkeerd. Belanghebbende heeft geen parkeerbelasting voldaan.

    2.2. Aan belanghebbende is een naheffingsaanslag parkeerbelasting van € 55,80 opgelegd, wegens het niet hebben voldaan van de verschuldigde parkeerbelasting. Dit bedrag betreft het parkeertarief van € 1,80 per uur voor de genoemde locatie, vermeerderd met de in de tot de verordening behorende tarieventabel genoemde kosten van € 54,00.

    2.3. Tussen partijen is in geschil het antwoord op de vraag of belanghebbende de auto heeft geparkeerd, danwel zij de auto slechts heeft laten staan om goederen te laden.

    2.4. Ingevolge de verordening wordt onder “parkeren” verstaan:

    “het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden”.

    2.5. Onder het onmiddellijk laden en lossen zoals bedoeld in artikel 225 van de Gemeentewet dient te worden verstaan het onmiddellijk nadat het voertuig tot...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT