Cassatie van Supreme Court (Netherlands), 12 de Marzo de 2013

Datum uitspraak12 de Marzo de 2013
Uitgevende instantie:Supreme Court (Netherlands)

12 maart 2013

Strafkamer

nr. S 11/04208

SG/ARA

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 2 september 2011, nummer 22/000400-11, in de strafzaak tegen:

[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1987.

  1. Geding in cassatie

    Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. A.W. Syrier, advocaat te Utrecht, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

    De Advocaat-Generaal Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

  2. Bewezenverklaring en bewijsvoering

    2.1. Het Hof heeft ten laste van de verdachte bewezenverklaard dat:

    1. hij op 18 maart 2010 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in een woning gelegen aan de [a-straat], heeft weggenomen ongeveer tienduizend (10.000) euro en een horloge, toebehorende aan [het slachtoffer], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld tegen die [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld bestond uit het

    - plakken van tape/plakband over de mond van die [slachtoffer] en

    - (krachtig) beetpakken van die [slachtoffer] en

    - meeslepen/-sleuren van die [slachtoffer] en

    - naar beneden duwen van het hoofd van die [slachtoffer] en

    - meermalen slaan en stompen op/tegen het hoofd van die [slachtoffer] en

    - met tape vastbinden van de armen en polsen en benen van die [slachtoffer] en

    - plaatsen van een deken over het hoofd van die [slachtoffer] en

    - meermalen slaan met een vaas op/tegen het hoofd van die [slachtoffer] waarna die [slachtoffer] het bewustzijn is verloren;

    2. hij op 18 maart 2010 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk [het slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd, immers heeft hij, verdachte, en zijn mededader met dat opzet

    - de mond van die [slachtoffer] met tape/plakband afgeplakt en

    - die [slachtoffer] (krachtig) beetgepakt en

    - die [slachtoffer] meegesleept/-gesleurd en

    - die [slachtoffer] op een bed geduwd en

    - de armen en polsen en benen van die [slachtoffer] met tape vastgebonden en

    - een deken over het hoofd van die [slachtoffer] geplaatst en

    - vervolgens die [slachtoffer] vastgebonden achtergelaten.

    2.2. Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsvoering:

    "1. Het proces-verbaal van aangifte d.d. 20 maart 2010 van de politie Rotterdam-Rijnmond, nr. PL17F0 2010089537-1, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren (p. 58-63).

    Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven:

    als de op 20 maart 2010 tegenover deze opsporingsambtenaren afgelegde verklaring van [het slachtoffer]:

    Op donderdag 18 maart 2010 zag ik twee mannen op de galerij staan voor mijn voordeur aan de [a-straat 1] te [plaats]. Ik zag dat die mannen blauwe overalls droegen met een witte tekst op de borst. Ik heb de deur geopend en die mannen zeiden tegen mij dat ze van de waterleiding waren en dat ze even kwamen kijken naar de meterstand. Ik zag dat de mannen niet van Nederlandse afkomst waren. Ze waren zeg maar, lichtbruin. Ik zag dat beide mannen zwart kort haar hadden. Ze waren ongeveer net zo groot als ik, te weten ongeveer 1.76 meter lang. De mannen leken wel een beetje op elkaar. Een van de mannen had een soort kleine plooitjes in zijn gezicht. De mannen spraken gewoon Nederlands.

    Ik keek naar de man met de plooitjes en ik zag dat deze man ineens doorzichtig plakband in zijn handen had die hij uit zijn zak had gehaald. Ik hoorde dat de man met de plooitjes mij om geld vroeg. Ik heb toen gezegd dat ik een oude man was en dat ik geen geld had. Ik zag en voelde dat deze man dit plakband over mijn mond plakte. Ik voelde dat de andere man mij ook beetpakte. Ik voelde dat ik beetgepakt werd bij mijn nek. Dit deed de man met de plooitjes. Ik ging wat tegenstribbelen. Ik voelde dat de andere man mij ook beetpakte. Ik voelde dat ik meegesleurd werd het gangetje uit. Ik werd meegesleurd, het kleine kamertje in, waar ik normaal slaap. Ik werd op het bed geduwd. Mijn hoofd werd naar beneden geduwd en ik zag niks meer. Ik voelde dat ik een harde klap op mijn hoofd kreeg. Ik voelde dat ik daarna nog meerdere klappen op mijn hoofd kreeg. Ik hoorde dat de mannen iedere keer om geld vroegen. Ik gaf aan dat ik geen geld had.

    Ik merkte dat de mannen boos werden en ik hoorde dat ook aan de manier waarop ze aan mij om geld vroegen. Op de witte kast in dat slaapkamertje lag geel tape. Ik voelde dat de mannen mijn bovenarmen, polsen en benen met tape vastbonden. Ik voelde dat het tape heel erg stevig werd aangetrokken. Hierna werd ik met een voorwerp op mijn hoofd geslagen. Ik denk dat er wel vier keer met dit voorwerp is geslagen. Ik hoorde het voorwerp ook breken. Ik werd op verschillende plaatsen op mijn hoofd geslagen. Ik ben ook met de vuisten geslagen. Mijn hoofd werd door de mannen naar beneden gehouden, ik kon niet zien wie er sloeg. Op een gegeven moment ben ik bewusteloos geraakt. Later zagen mijn zussen aan de glasscherven dat dit een vaas was geweest die op de kast in dat kamertje stond. Toen ik weer bijkwam was ik nog in het kamertje waar ik normaal slaap. De mannen waren toen weg. Ik denk dat wel een kwartier of twintig minuten heeft geduurd voordat ik het tape los kon krijgen. Ik zag dat er overal bloed lag. Ik ben daarna naar het kamertje gelopen aan de voorkant van het huis. Ik zag dat er geld weg was. Op de plank had ik een stapeltje geld gelegd. Dat waren zeven stapeltjes van ieder tien bankbiljetten van vijftig euro. In totaal 3500 euro. Er was ook een plastic bus weg. In deze plastic bus zaten ook bankbiljetten. Ik weet niet hoe groot het bedrag is wat in deze bus zat. Het zou zomaar zes duizend euro kunnen zijn geweest. Verder mis ik een zilverkleurig herenhorloge met drie knopjes aan de zijkant.

  3. Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 24 april 2010 van de politie Rotterdam-Rijnmond, nr. PL17F0 2010089537-55, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren (p. 143-153). Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven:

    als de op 24 april 2010 tegenover deze opsporingsambtenaren afgelegde verklaring van [medeverdachte]:

    Ik ken [betrokkene 1] van school. Vorig jaar zei [betrokkene 1] dat de oudere man, een soort aangemaakte opa, veel geld had. We zijn een keer naar zijn woning gegaan. Ik zag een man. [Betrokkene 1] zei dat hij het was.

    Op 18 maart (het hof begrijpt: 2010) had ik geld nodig. Ik ben toen samen met een jongen met de auto daar naartoe gegaan. Ik had zo'n pak. We hadden ons omgekleed. We gingen naar boven. We hebben aangebeld bij de meneer. Hij deed open. We zeiden dat we voor de meterstanden kwamen. We hadden plakband bij ons. We hebben hem vast gepakt en vast getaped. Die andere jongen heeft toen twee klappen gegeven volgens mij. Toen hadden we hem in een andere kamer bij een bed. Daar was nog meer tape. Toen hebben we hem vastgebonden. Ik ben toen op zoek gegaan naar het geld. Ik heb het geld gevonden. We zeiden tegen hem: "Doe rustig we willen alleen je geld". Hij zei dat hij niks had. Volgens mij deed hij toen alsof hij sliep. We lieten hem toen even los. Hij wilde toen opstaan. Toen hadden we hem weer een paar minuten vast. Toen sliep hij wel echt. We hebben toen de deur achter ons dicht gedaan en zijn weggegaan.

    V: Hoeveel was het?

    A: Rond de 10.000 euro.

    V: Wat heeft die andere jongen gehad? Hebben jullie samsam gedaan?

    A: Ja, we hebben de helft gedaan.

    V: Waar stond de auto toen je wegging?

    A: Bij de woningen bij het water bij de parkeerplaatsen.

    V: Hoe zijn jullie weggereden?

    A: Dat weet ik niet meer.

    V: Wat hebben jullie in Bleiswijk gedaan?

    A: Effe afkoelen buiten de stad. We hadden daar de kleren weggegooid.

    V: Jullie hadden allebei toch zo'n pak?

    A: Ja allebei.

    V: Hoe heet deze jongen?

    A: Het is mijn neef.

    V: [Verdachte]?

    Opmerking verbalisanten: verdachte knikt.

  4. Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 25 april 2010 van de politie Rotterdam-Rijnmond, nr. PL17F0 2010089537-58, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren (p. 163-169). Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven:

    als de op 25 april 2010 tegenover deze opsporingsambtenaren afgelegde verklaring van [medeverdachte]:

    V: [Medeverdachte], gisteren heb jij verklaard dat je de overval op de bewoner van de [a-straat 1] te [plaats] gepleegd hebt samen met je neef [verdachte]. Wat hebben jullie afgesproken?

    A: Gewoon zeggen dat we van een waterleidingbedrijf waren en dat we in de meterkast zouden kijken. Dat we daarna om het geld zouden vragen. Dan zouden we het geld pakken en weggaan. [Verdachte] zou de man rustig houden en ik zou naar het geld zoeken.

    V: Zoals we gisteren ook al tegen je zeiden, hebben we de historische gegevens van je telefoon bekeken. Ook blijkt dat je op de dag van de overval rond 18:00 uur gebeld hebt met [betrokkene 1]. Wat hebben jullie toen besproken?

    A: Ik heb gezegd dat het gebeurd was.

    V: Met welke auto zijn jullie naar de [a-straat] gereden?

    A: Met een groene Rover.

    V: Van wie is die auto?

    A: Van mijn neef [verdachte], of zijn moeder.

    V: Wie was de bestuurder van deze auto?

    A: [Verdachte].

    V: Wat gebeurde er precies toen jullie in de woning waren?

    A: We zeiden dat we van de waterleiding waren en vroegen of we in de meterkast konden kijken.

    V: En toen?

    A: Eerst probeerde [verdachte] om hem vast te pakken, maar dat lukte niet. Toen hebben we hem samen vast gepakt. De man begon om hulp te roepen. Ik zei tegen de man dat hij rustig moest doen. We hebben hem toen meegenomen naar de kamer waar dat bed stond. We hebben hem toen op het bed geduwd. De man bewoog heel veel. We hebben de man toen met tape vastgebonden aan het bed. [Verdachte] heeft de man volgens mij twee keer tegen zijn slaap geslagen. De man ging bloeden. We zeiden dat hij rustig moest zijn en dat we hem...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT