Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Noord-Nederland, 14 de Marzo de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak14 de Marzo de 2013
Uitgevende instantie:Rechtbank Noord-Nederland

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling bestuursrecht

Locatie Leeuwarden

procedurenummer: AWB LEE 12/2356

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 maart 2013 in de zaak tussen

[naam],

wonende te [woonplaats],

eiser (hierna: [X])

(gemachtigde: mr. D.F.W. Schalkwijk),

en

de stichting Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen,

verweerder (hierna: het CBR)

(gemachtigde: mr. J.A. Launspach).

Procesverloop

Bij besluit van 26 april 2012 (het primaire besluit) heeft het CBR [X] verplicht mee te werken aan een onderzoek naar zijn geschiktheid om een motorrijtuig te besturen en de geldigheid van zijn rijbewijs voor alle categorieën geschorst tot de dag waarop het besluit omtrent zijn geschiktheid wordt genomen.

Bij besluit van 31 augustus 2012 (het bestreden besluit) heeft het CBR het bezwaar van [X] ongegrond verklaard.

Tegen dit besluit heeft [X] beroep aangetekend.

Het CBR heeft een verweerschrift ingediend.

De zaak is behandeld ter zitting van de rechtbank, gehouden op 22 januari 2013. [X] is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Namens het CBR is genoemde gemachtigde verschenen.

De Wet Herziening Gerechtelijke Kaart is op 1 januari 2013 in werking getreden. De rechtbanken Assen, Groningen en Leeuwarden vormen met ingang van die datum tezamen de nieuwe rechtbank Noord-Nederland. Het rechtsgebied van deze rechtbank beslaat de provincies Drenthe, Fryslân en Groningen. De zaak wordt daarom verder behandeld en beslist door de rechtbank Noord-Nederland.

Overwegingen

  1. De rechtbank neemt de volgende, door partijen niet betwiste, feiten als vaststaand aan. Het CBR heeft het bestreden besluit gebaseerd op een proces-verbaal van 13 april 2012 en een schriftelijke mededeling van 17 april 2012 van de politie Fryslân. In de mededeling is opgenomen dat ten aanzien van [X] binnen een periode van vijf jaar tenminste viermaal proces-verbaal is opgemaakt op verdenking van overtreding van artikel 8, tweede, derde of vierde lid, van de Wegenverkeerswet 1994 (Wvw 1994). De overtredingen hebben plaats-gevonden op 13 april 2012, 3 december 2011, 2 december 2011 en 12 november 2011, waarbij het ademalcoholgehalte is vastgesteld op respectievelijk 120 ug/l, 210 ug/l, 135 ug/l en 205 ug/l.

  2. Het bestreden besluit betreft de handhaving van de aan [X] opgelegde verplichting om mee te werken aan een onderzoek naar zijn geschiktheid om een motorrijtuig te besturen en van de schorsing van de geldigheid van zijn rijbewijs voor alle categorieën tot de dag waarop het besluit omtrent zijn geschiktheid wordt genomen.

    3.1. Ingevolge artikel 7:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) stelt een bestuursorgaan, voordat het op het bezwaar beslist, belanghebbenden in de gelegenheid te worden gehoord.

    Ingevolge artikel 7:3, aanhef en onder c, kan van het horen van belanghebbenden worden afgezien indien de belanghebbenden hebben verklaard geen...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT