Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Zwolle, President, 14 de Marzo de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak14 de Marzo de 2013
Uitgevende instantie:President

RECHTBANK OOST-NEDERLAND

Team bestuursrecht

Zittingsplaats Zwolle

Registratienummer: Awb 13/139

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser]],

wonende te Almelo, eiser,

en

De Minister van Veiligheid en Justitie, verweerder.

Procesverloop

Op 15 januari 2013 heeft eiser bij de rechtbank beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvraag van 23 augustus 2012.

Overwegingen

  1. Ingevolge artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de rechtbank, totdat partijen zijn uitgenodigd om op een zitting te verschijnen, het onderzoek sluiten indien voortzetting van het onderzoek niet nodig is, omdat zij kennelijk onbevoegd is dan wel het beroep kennelijk niet-ontvankelijk, kennelijk ongegrond of kennelijk gegrond is.

    Ingevolge artikel 8:55b, eerste lid, van de Awb doet de rechtbank, indien het beroep is gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit, binnen acht weken nadat het beroepschrift is ontvangen en aan de vereisten van artikel 6:5 van de Awb is voldaan, uitspraak met toepassing van artikel 8:54 van de Awb, tenzij de rechtbank een onderzoek ter zitting noodzakelijk acht.

  2. Ingevolge artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb wordt voor de toepassing van wettelijke voorschriften over bezwaar en beroep, het niet tijdig nemen van een besluit met een besluit gelijkgesteld. Tegen het niet tijdig beslissen staat dan ook beroep bij de rechtbank open.

  3. Ingevolge artikel 6:12, tweede lid, van de Awb, kan het beroepschrift worden ingediend zodra:

    1. het bestuursorgaan in gebreke is tijdig een besluit te nemen, en

    2. twee weken zijn verstreken na de dag waarop belanghebbende het bestuursorgaan schriftelijk heeft medegedeeld dat het in gebreke is.

    Ingevolge artikel 6:12, vierde lid, van de Awb is het beroep niet-ontvankelijk indien het beroepschrift onredelijk laat is ingediend.

  4. Op 23 augustus 2012 heeft eiser verweerder een e-mailbericht gezonden betreffende een beroep dat is ingesteld bij de rechtbank Almelo. Hierin staat: Om alle documenten in te zien vraag ik deze bij u op en vraag u dan ook de ontvangst- en verzendadministratie toe te zenden en openbaar te maken. Op 21 september 2012 heeft eiser verweerder laten weten dat er nog niet op zijn verzoek is beslist. Op 23 november 2012 heeft eiser verweerder verzocht te beslissen op het verzoek en daarbij de hoogte van de verschuldigde dwangsom vast te stellen. Op 15 januari 2012 heeft eiser beroep ingesteld wegens het niet-tijdig beslissen.

  5. Verweerder heeft betoogd dat eisers verzoek, gezien de relatie met de lopende rechtszaak, niet is aangemerkt als verzoek op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob), maar als verzoek om toepassing van het bepaalde in artikel 8:42, eerste lid, van de Awb. Verweerder merkt het e-mailbericht van 23 augustus 2012 dan ook niet aan als een verzoek om een besluit te nemen. Tegen het uitblijven van een reactie op dat...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT