Hoger beroep van Gerechtshof Amsterdam (Nederland), 5 de Marzo de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 5 de Marzo de 2013
Uitgevende instantie:Gerechtshof Amsterdam (Nederland)

arrest

___________________________________________________________________ _ _

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team II

zaaknummer: 200.098.285/01

zaaknummer rechtbank: 331341 CV EXPL 10-2166 (Alkmaar)

arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 5 maart 2013

inzake

[ APPELLANT ],

wonend te [woonplaats], [gemeente],

APPELLANT,

advocaat: mr. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam,

t e g e n

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[ GEÏNTIMEERDE ],

gevestigd te [ plaats ] , [ gemeente ],

GEÏNTIMEERDE,

advocaat: mr. J.L. Sintemaartensdijk te Dordrecht.

Partijen worden hierna [ appellant ] en [ geïntimeerde ] genoemd.

  1. Het verloop van het geding in hoger beroep

    [ appellant ] is bij dagvaarding van 21 november 2011 in hoger beroep gekomen van het op 22 augustus 2011 uitgesproken vonnis van de rechtbank Alkmaar, sector kanton, locatie Hoorn (verder: de kantonrechter), onder bovengenoemd zaaknummer gewezen tussen [ appellant ] als eiser en [ geïntimeerde ] als gedaagde.

    Bij memorie heeft [ appellant ] één grief aangevoerd, bewijs aangeboden, producties overgelegd en geconcludeerd dat het hof bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard arrest het bestreden vonnis zal vernietigen en, opnieuw recht doende:

    - voor recht zal verklaren dat het (aan [ appellant ] gegeven) ontslag kennelijk onredelijk is,

    - [ geïntimeerde ] zal veroordelen tot vergoeding aan [ appellant ] van de door deze geleden schade, begroot op € 232.144,=, met wettelijke rente, en

    - [ geïntimeerde ] zal veroordelen tot vergoeding aan [ appellant ] van de kosten van rechtsbijstand ter grootte van € 15.000,=, met wettelijke rente,

    een en ander met verwijzing van [ geïntimeerde ] in de kosten van het geding in beide instanties.

    [ geïntimeerde ] heeft bij memorie de grief bestreden, producties overgelegd en geconcludeerd dat het hof bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard arrest, zakelijk, het bestreden vonnis zal bekrachtigen, met verwijzing van [ appellant ] in de kosten van - naar het hof begrijpt - het hoger beroep.

    Ten slotte hebben partijen arrest gevraagd.

  2. Feiten

    De kantonrechter heeft in het bestreden vonnis onder 1.1 tot en met 1.4 een aantal feiten vastgesteld. Daarover bestaat geen geschil, zodat ook het hof van die feiten zal uitgaan.

  3. Beoordeling

    3.1. [ appellant ], geboren op 1 maart 1950, is sinds 2 februari 1993 op grond van een arbeidsovereenkomst bij [ geïntimeerde ] werkzaam geweest, laatstelijk als Projectleider Utiliteit. Zijn salaris bedroeg ten tijde van na te melden opzegging € 5.543,= bruto per vier weken exclusief 8% vakantiebijslag. Op 28 mei 2009 heeft [ geïntimeerde ] UWV Werkbedrijf verzocht haar...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT