Hoger beroep van Gerechtshof Den Haag (Nederland), 19 de Marzo de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak19 de Marzo de 2013
Uitgevende instantie:Gerechtshof Den Haag (Nederland)

GERECHTSHOF DEN HAAG

Afdeling civiel recht

Zaaknummer : 200.083.016/01

Zaak/Rolnummer rechtbank : 175909/HA ZA 02-1006

arrest van 19 maart 2013

inzake

de publiekrechtelijke rechtspersoon de GEMEENTE ROTTERDAM,

zetelend te Rotterdam,

appellant, incidenteel geïntimeerde,

hierna te noemen: de RET,

procesadvocaat: D. Knottenbelt te Rotterdam,

behandelend advocaat: mr. R.W. van Harmelen te Rotterdam,

tegen

GETRONICS NEDERLAND B.V.,

gevestigd te Amsterdam,

geïntimeerde, incidenteel appellante,

hierna te noemen: Getronics,

advocaat: mr. C.G. van der Wiel te Amsterdam.

Het geding

Bij exploot van 25 januari 2011 is de RET in hoger beroep gekomen van de door de rechtbank Rotterdam tussen partijen gewezen vonnissen van 27 april 2005, 30 augustus 2006 en 24 november 2010. De RET heeft bij memorie van grieven 24 grieven tegen de vonnissen aangevoerd. Getronics heeft bij memorie van antwoord tevens incidenteel appel de grieven bestreden en incidenteel appellerende, 34 grieven tegen de vonnissen aangevoerd, welke door de RET zijn bestreden bij memorie van antwoord in het incidenteel appel. Vervolgens hebben partijen op 28 juni 2012 hun standpunten doen bepleiten, de RET door mr. van Harmelen voornoemd en mr. W.J. Brakenhoff, jurist in dienst van de RET, en Getronics door mr. van der Wiel voornoemd. Na pleidooi is de zaak enige tijd aangehouden om partijen in de gelegenheid te stellen buiten rechte al dan niet door mediation een minnelijke regeling te bereiken en is arrest gevraagd op een langere termijn voor het geval geen minnelijke regeling bereikt zou worden. Partijen hebben het hof bericht dat geen minnelijke regeling is bereikt en hebben het hof op zijn verzoek alsnog een aantal bij de pleidooistukken ontbrekende stukken uit de eerste aanleg doen toekomen.

Beoordeling van het hoger beroep

De feiten

  1. De door de rechtbank in overwegingen 2.3, 2.5, met uitzondering van de laatste zin ("in opdracht van de RET heeft Getronics toen tijdelijke (ontvangst-) antennes aangebracht onder 140 rijtuigen (zogeheten "sprietantennes)"), 2.6 en 2.9 tot en met 2.13 van het (eerste) tussenvonnis van 27 april 2005 als vaststaand aangemerkte feiten zijn niet bestreden, zodat ook het hof uitgaat van deze feiten, met uitzondering van voormelde zin.

  2. Het bovenstaande mede in aanmerking nemende, gaat het hof uit van de volgende - enerzijds gestelde en anderzijds erkende of niet (voldoende) gemotiveerd betwiste - feiten.

    2.1 In 1989 heeft Getronics (toen nog Koning en Hartman geheten, hierna ook aan te duiden als Getronics) ingeschreven op een door de RET uitgeschreven Europese aanbesteding voor de levering en installatie van een hoogfrequent transmissiesysteem, bestaande uit een hoogfrequent zendsysteem en een hoogfrequent ontvangstsysteem voor video-overdracht tussen (43) metro-stations en treinstellen - hierna ook: het TTV-systeem. Het systeem moest de bestuurder van de metro-trein in staat stellen om door middel van een monitor in de bestuurderscabine en camera's op het perron, het perron te overzien om te beoordelen op welk moment de deuren veilig kunnen worden gesloten. Het TTV- systeem moest het bestaande TTV-systeem vervangen. Het nieuwe systeem moest gebruik maken van de bestaande monitoren en de daaraan gerelateerde bekabeling in de rijtuigen en de camera's.

    2.2 Voor de aanbesteding gold een Programma van Eisen - hierna: PvE - (productie 30 bij conclusie van eis - hierna: CvE), waarin onder meer het volgende is bepaald:

    "5 Systeemeisen:

    Het TTV-systeem moet aan de volgende eisen voldoen:

  3. Over de lengte van het perron dient een ongestoorde overdracht van het station naar de trein gewaarborgd te zijn (veiligheid reiziger). Onafhankelijk van de rijrichting begint de overdracht aan het begin van het perron en eindigt 30 meter na het perron (...)

  4. Het gevraagde systeem dient te voldoen aan de "machtiging voor een treintelevisie systeem" zoals deze is verleend aan de RET door de Rijksdienst voor Radiocommunicatie (zie Bijlage B: machtiging van Rijksdienst voor Radiocommunicatie)

  5. (...)

  6. (...)

  7. Het signaal dat voor een perronspoor is bedoeld, mag onder geen beding door treinen op andere perronsporen ontvangen kunnen worden.

  8. Het TTV-systeem dient bij voorkeur compatibel (te) zijn met het bestaande RET transmissiesysteem. Zie ook onderdeel compatibiliteit.

  9. (...)

    5.6 Compatibiliteit.

    De RET wil geen verlies van inzetbaarheid tijdens de overgangsfase tussen het oude en het nieuw te installeren TTV-systeem. Van de leverancier wordt verwacht dat hiervoor in samenspraak, met de RET een oplossing gepresenteerd wordt. Vandaar dat de RET een sterke voorkeur heeft voor volledige compatibiliteit tussen de oude en nieuwe systemen.

    (...)

    Als aan bovenbeschreven compatibiliteit wordt voldaan zullen de volgende stations en bijbehorende sporen van de leveringsomvang vervallen: (...)

    8.6 Storingsgevoeligheid

    Het systeem mag niet gevoelig zijn voor externe stoorbronnen (...)"

    2.3 Op 23 april 1998 heeft Getronics een (eerste) aanbieding gedaan (overgelegd voor de comparitie van partijen in eerste aanleg - hierna: de Cvpp -), waarin is vermeld:

    Kwaliteit en betrouwbaarheid van het nieuw te implementeren systeem is daarbij van wezenlijk belang. (...) Om die kwaliteit en betrouwbaarheid van het transmissiesysteem te kunnen garanderen, is het van essentieel belang, dat alle onbekende (en soms ook onvoorspelbare ) externe factoren eerst goed in kaart te hebben gebracht. De mate van de voorkomende stoorsignalen (...) zijn van invloed op de goede werking van het systeem.

    (...)

    Met de verantwoordelijkheid om een goed werkend systeem op te leveren, is een pilot op lokatie naar onze mening noodzakelijk alvorens over te kunnen gaan tot de implementatie van alle resterende systemen.

    2.4 In het van de aanbieding deel uitmakende SYSTEEM CONCEPT HOOGFREQUENT TRANSMISSIESYSTEEM - hierna: Systeem Concept - d.d. 24 april 1998 (productie 49 bij conclusie van repliek in conventie tevens conclusie van antwoord in reconventie (hierna: CvRic) en overgelegd voor de Cvpp) is vermeld:

    "2.1 Machtiging

    De parameters van de zender hebben uiteraard veel invloed op de werking van het systeem. De zendmachtiging van de huidige transmissie apparatuur heeft de volgende kenmerken

    - Zendfrequentie: 50,5 MHz

    - Modulatietype: FM

    - Bandbreedte: 5 MHz bij - 20 dBc

    - Veldsterkte: maximaal 50 dBuV/m op 30 meter afstand

    Deze parameters stellen zeer hoge eisen aan de apparatuur. Bovendien worden er met deze specificaties ernstige beperkingen opgelegd aan het over te dragen signaal. Met name de beschikbare bandbreedte is te smal om met een goede kwaliteit een video signaal over te dragen. De door ons aangeboden apparatuur heeft een bandbreedte nodig van 8,7 MHz (bij -20 dBc) om een videosignaal FM-gemoduleerd over te dragen. Deze bandbreedte kan eventueel beperkt worden door het signaal minder dan nominaal te moduleren.

    Aangezien de bestaande machtiging van de RET alleen geldig is voor de huidige Sitrail apparatuur van Siemens, is het noodzakelijk om een nieuwe machtiging aan te vragen. Voor dit systeem concept is daarom aangenomen dat er geen concessies gedaan zullen worden aan de beeldkwaliteit en dat de nieuwe machtiging aangevraagd wordt voor een bandbreedte van 8,7 MHz (bij -20 dBc)

    2.5 ontvanger gevoeligheid

    Signaal sterkte

    De signaalsterkte bij de ontvanger wordt bepaald door de veldsterkte die bij de ontvangstantenne aanwezig is en de verliezen die veroorzaakt worden door het type antenne, de aansluitkabel en connectoren. Deze verliezen dienen van de veldsterkte afgetrokken te worden, waardoor de signaalsterkte in de ontvanger bekend is.

    (...)

    In-band storingen

    (...) Ook de signaalsterkte van ongewenste signalen beïnvloeden de werking van de ontvanger. In dit geval wordt voor de naburige perrons op de zelfde frequentie uitgezonden (...) Om deze beïnvloeding te vermijden kan er zonodig een extra afscherming onder het rijtuig aangebracht worden om het ongewenste signaal extra te dempen. Of deze maatregel benodigd is zal tijdens een meting bepaald moeten worden.

    Link budget

    (...) Dit link budget geeft aan hoeveel speling overblijft tussen de signaalsterkte van het ontvangen signaal en de gevoeligheid van de ontvanger. Hoe groter deze marge is, des te groter is de kans dat de beeldtransmissie probleemloos zal verlopen".

    Na een berekening die uitkomt op een marge van -8,1 dB is als conclusie vermeld:

    "(...) blijkt de maximaal toegestane veldsterkte niet genoeg is om het uitgezonden signaal probleemloos te kunnen ontvangen. Er van uitgaande dat alle aannames correct zijn, dient het zendvermogen met minimaal 8,1 dB verhoogd te worden om een goede dekking te kunnen realiseren. Dit houdt in dat ook de maximaal toegestane veldsterkte met minimaal 8,1 dB zal moeten toenemen.

    Uit het bovenstaande link budget kan overigens niet geconcludeerd worden dat de voorgestelde configuratie niet zou kunnen werken. Er zijn in dit budget namelijk marges opgenomen om een aantal onzekerheden te compenseren. Er bestaat een kans dat deze marges te ruim gesteld zijn waardoor de werkelijke speling tussen de signaalsterkte en de gevoeligheid van de ontvanger ruimer is dan uit bovenstaande tabel zou blijken. Ook de resultaten van de nog uit te voeren metingen kunnen de balans gunstig beïnvloeden".

    2.5 In de van de aanbieding deel uitmakende "TECHNISCHE CONFORMITEITENLIJST HOOGFREQUENT TRANSMISSIESYSTEEM" - hierna : Conformiteitenlijst - d.d. 13 augustus 1998 (overgelegd als productie 50 bij de CvRic en voor de Cvpp) is bij "5 Systeemeisen, 5.1 Algemene systeemeisen" aangegeven dat deze (slechts) gedeeltelijk akkoord zijn, waarbij is vermeld:

    "Punt 1: Indien uit de pilot blijkt dat er voldoende marge is om eventuele stoorsignalen te compenseren, kan de signaaloverdracht voor de overige perrons gegarandeerd worden.

    Punt 2; de aangeboden apparatuur heeft een bandbreedte kleiner dan 5 MHz (-20dBc) gemeten bij een z/w videosignaal 1 Vtt, beeldinhoud wit."

    Ook bij "5.6 Compatibiliteit" is aangegeven dat...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT