Hoger beroep van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 19 de Marzo de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak19 de Marzo de 2013
Uitgevende instantie:Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden

afdeling civiel recht

zaaknummer gerechtshof 200.120.781/01

(zaaknummer rechtbank Assen 96464/KG ZA 12-245)

arrest van de tweede kamer van 19 maart 2013

in de zaak van

[appellant],

wonende in de Verenigde Staten van Amerika,

appellant,

in eerste aanleg: eiser in conventie en verweerder in reconventie,

hierna: [appellant],

advocaat: mr. A.J. van Steensel, kantoorhoudend te 's-Gravenhage, die ook heeft gepleit,

tegen

[geïntimeerde],

wonende te [woonplaats],

geïntimeerde,

in eerste aanleg: gedaagde in conventie en eiseres in reconventie,

hierna: [geïntimeerde],

advocaat: mr. M.T.N. Whiterod, kantoorhoudend te Utrecht, die ook heeft gepleit.

  1. Het geding in eerste aanleg

    In eerste aanleg is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in het vonnis van 17 december 2012 van de voorzieningenrechter van de rechtbank Assen.

  2. Het geding in hoger beroep

    2.1 Het verloop van de procedure is als volgt:

    - de dagvaarding in hoger beroep d.d. 14 januari 2013 met grieven,

    - het faxbericht van 14 februari 2013 van mr. Whiterod;

    - het faxbericht van 15 februari 2013 van mr. Van Steensel;

    - de op 20 februari 2013 van de zijde van [geïntimeerde] binnengekomen producties 4-7;

    - de op 1 maart 2013 van de zijde van [geïntimeerde] binnengekomen producties 8-10;

    - de op 4 maart 2013 van de zijde van [appellant] binnengekomen producties 1-4;

    - het gehouden pleidooi waarbij pleitnotities zijn overgelegd.

    2.2 Na afloop van het pleidooi heeft het hof arrest bepaald.

    2.3 De vordering van [appellant] in hoger beroep luidt:

    "het vonnis van beroep te vernietigen en opnieuw rechtdoende

    primair de vorderingen van appellant, eiser in eerste aanleg, zoals geformuleerd in de inleidende dagvaarding, alsnog toe te wijzen,

    subsidiair (…)in goede justitie een passende omgangsregeling op te leggen, waarbij hem ook wordt toegestaan middels skype en telefoon contact te houden met zijn kinderen en met dien verstande dat indien uw hof bepaalt dat de omgang tussen appellant en zijn kinderen voorlopig alleen in Nederland zal plaatsvinden, geïntimeerde alsdan wordt veroordeeld tot betaling van de helft van alle reis- en verblijfkosten, voor wat betreft die laatstgenoemde kosten met een maximum van € 100,- per dag die appellant in verband daarmee moet maken, met de veroordeling van geïntimeerde in de kosten van beide instanties."

  3. De vaststaande feiten

    Tegen de weergave van de vaststaande feiten in rechtsoverweging 2.1 tot en met 2.6 van genoemd vonnis van 17 december 2012 is geen grief ontwikkeld en ook anderszins is niet van bezwaren daartegen gebleken, zodat ook in hoger beroep van die feiten zal worden uitgegaan.

    Deze feiten, aangevuld met feiten die in hoger beroep zijn komen vast te staan, luiden:

    3.1 Partijen zijn [in 1999] in New Brunswick, New Jersey, in de Verenigde Staten van Amerika, hierna: de Verenigde Staten, met elkaar gehuwd.

    3.2 Uit dit huwelijk zijn geboren de thans nog minderjarige kinderen:

    - [kind 1], geboren [in 2004], Verenigde Staten, en;

    - [kind 2], geboren [in 2007], Verenigde Staten.

    3.3 Op 5 november 2009 heeft het District Court van Hays County in Texas in de Verenigde Staten, hierna: het District Court, de echtscheiding tussen partijen uitgesproken.

    3.4 Na de echtscheiding heeft [geïntimeerde] tot 2011 in Nederland gewoond. De kinderen woonden in die periode bij [appellant] in de Verenigde Staten.

    3.5 [geïntimeerde] is een procedure gestart teneinde het gezag over de kinderen te krijgen. Blijkens de "Charge of the Court" van het District Court van 29 februari 2012 heeft de jury beslist dat het gezag in die zin moet worden gewijzigd dat [geïntimeerde] het gezag krijgt en dat zij het hoofdverblijf van de kinderen mag bepalen, zij het binnen Nederland of de Verenigde Staten van Amerika.

    3.6 De vrouw is begin maart 2012 met de kinderen naar Nederland vertrokken.

    3.7 Op 29 juni 2012 is in de "final order on petition tot modify in suit affecting the parent child relationship" door het District Court bepaald dat [geïntimeerde] het gezag (als "sole managing conservator") over de kinderen van partijen zal hebben. Tevens is daarin een uitgebreide omgangsregeling tussen [appellant] en de kinderen vastgelegd. Die omgangsregeling houdt onder meer in dat [appellant], zolang hij in de Verenigde Staten woont en de kinderen in Nederland wonen, recht op omgang met de kinderen heeft vanaf 27 juli 2012 tot 30 juli 2012 en gedurende één week tijdens het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT