Kort geding van Rechtbank Den Haag, Voorzieningenrechter, 21 de Marzo de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak21 de Marzo de 2013
Uitgevende instantie:Voorzieningenrechter

RECHTBANK DEN HAAG

Team Handel - voorzieningenrechter

zaak- / rolnummer: C/09/437205 / KG ZA 13-167

Vonnis in kort geding van 21 maart 2013

in de zaak van

[eiser A.]

en 49 anderen, zoals vermeld in de aan dit vonnis gehechte bijlage,

allen wonende te Hillegom,

eisers,

advocaten mr. D.W. Giltay Veth te Nieuw-Vennep en mr. W. Brussee te Den Haag,

tegen:

de stichting

Sophia Stichting voor Katholiek Basisonderwijs in de Duin- en Bollenstreek,

gevestigd te Voorhout,

gedaagde,

advocaat mr. J. Schutter te Almere,

waarin zich hebben gevoegd aan de zijde van eisers:

  1. [B.],

  2. [B.B],

    handelend als wettelijk vertegenwoordiger van

  3. [leerling B.],

  4. [C.],

  5. [C.C.],

    handelend als wettelijk vertegenwoordiger van

  6. [leerling C.],

  7. [D.],

  8. D.D.],

    handelend als wettelijk vertegenwoordiger van

  9. [leerling D.],

    allen wonende te Hillegom,

    advocaten mr. D.W. Giltay Veth te Nieuw-Vennep en mr. W. Brussee te Den Haag,

    en waarin zich hebben gevoegd aan de zijde van gedaagde:

  10. [E.], wettelijk vertegenwoordiger van [leerling T.],

  11. [E.E.], wettelijk vertegenwoordiger van [leerling T.],

    allen wonende te Hillegom,

    advocaat mr. S.E.H. van Thoor te Haarlem.

    Partijen worden hierna respectievelijk aangeduid als ‘[eiser A.] c.s. ’, ‘de Sophia Stichting’, ‘[partij B. c.s.] ’ en ‘[partij T. c.s.] ’.

  12. De incidenten tot voeging en het procesverloop

    1.1. [partij B. c.s.]. hebben gevorderd zich te mogen voegen aan de zijde van [eiser A.] en [partij T. c.s.] hebben gevorderd zich te mogen voegen aan de zijde van de Sophia Stichting. Partijen hebben over en weer geen bezwaren geuit tegen de verzochte voegingen. [partij B. c.s.]. zijn vervolgens toegelaten als gevoegde partij aan de zijde van [eiser A.] en [partij T. c.s.] als gevoegde partij aan de zijde van de Sophia Stichting, aangezien zij aannemelijk hebben gemaakt dat zij daarbij voldoende belang hebben. Voorts is niet gebleken dat de toewijzing van de gevorderde voegingen in de weg staat aan de vereiste spoed bij dit kort geding en de goede procesorde in het algemeen.

    1.2. De advocaat van [eiser A.] en [partij B. c.s.]. heeft ter zitting verzocht enkele verklaringen alleen aan de voorzieningenrechter te mogen tonen. Dat verzoek is door de voorzieningenrechter afgewezen, aangezien de wens van de schrijvers van de verklaringen om anoniem te blijven een uitzondering op het beginsel van hoor en wederhoor niet rechtvaardigt. De advocaat van [eiser A.] en [partij B. c.s.]. heeft vervolgens ter zitting uit een verklaring geciteerd.

  13. De feiten

    Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van 7 maart 2013 wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.

    2.1. De Sophia Stichting heeft blijkens haar statuten ten doel kwalitatief goed basisonderwijs in de Duin- en Bollenstreek en aangrenzende gemeenten te bevorderen. De Stichting beheert daartoe meerdere basisscholen, waaronder de St. Jozefschool te Hillegom, de St. Josephschool te Lisse en de Johannesschool te Hillegom. De Sophia Stichting en haar scholen zijn aangesloten bij het samenwerkingsverband Weer Samen Naar School Duin- en Bollenstreek, waarin onder meer is voorzien in een school voor Speciaal Basisonderwijs (SBO) en een centrum voor Speciaal Onderwijs (SO).

    2.2. [partij T. c.s.] zijn de ouders van een zoon van (thans) zeven jaar oud (hierna: ‘de leerling’). De leerling staat sinds 2 maart 2010 ingeschreven bij de St. Jozefschool te Hillegom. Per juni 2012 is de leerling geschorst door de Sophia Stichting omdat hij op school grensoverschrijdend seksueel gedrag vertoonde ten opzichte van medeleerlingen. Sindsdien krijgt de leerling thuisonderwijs.

    2.3. De Sophia Stichting heeft geprobeerd de leerling te plaatsen op de St. Josephschool te Lisse. Omdat de plaatsing op die school op veel verzet stuitte van ouders van leerlingen op die school, hebben [partij T. c.s.] besloten om af te zien van de aanmelding van de leerling.

    2.4. Op 28 januari 2013 heeft op de Johannesschool te Hillegom (hierna: ‘de Johannesschool’) een ouderavond plaatsgevonden met de ouders van de leerlingen van groep 3A over de (mogelijke) plaatsing van de leerling in deze groep. [eiser A.] en [partij B. c.s.]. zijn leerlingen uit groep 3A en hun ouders, dan wel leerlingen uit andere groepen en hun ouders, van de Johannesschool.

    2.5. Op 31 januari 2013 heeft [directeur], directeur van de Johannesschool, schriftelijk aan de ouders van leerlingen uit groep 3A bericht, waarbij de leerling wordt aangeduid als “T.” en “het kind”:

    “Als bijlage vindt u het concept plan van aanpak, dat beschrijft hoe de school denkt om te gaan met de mogelijke plaatsing van T. in de groep van uw kind. (...)

    Er zijn vragen gesteld over de behandeling van T. en de mogelijkheid van herhaling van het gedrag. Ik heb hierover, na toestemming van de ouders van T. contact gezocht met de huisarts van het gezin, die voor zichzelf de afweging heeft gemaakt dat hij hier een rol in kan spelen. Een arts kent tenslotte een beroepscode en dient boven partijen te staan. Ook hij heeft hiervoor contact gehad met de ouders en toestemming gekregen om de behandelaar van T. te spreken. Ik mag u hierover het volgende berichten:

    De behandelaar van het Kinder-Jeugd en Traumacentrum acht de kans op herhaling zeer klein, omdat T. intensief wordt begeleid en zowel het kind als de ouders optimaal meewerken. Er is geen grotere kans op ongewenst gedrag dan bij elk ander kind, is de conclusie. De vraag van de huisarts of het kind toe is aan een schoolomgeving, werd dan ook volmondig positief beantwoord.”

    2.6. In het bij voornoemd bericht gevoegde “Concept Plan van Aanpak rondom T” staat onder meer vermeld:

    “Doel van dit plan:

    - Veiligheid van álle kinderen in de groep te waarborgen

    - Te voorkomen dat er grensoverschrijdend gedrag kan plaatsvinden van T op school

    - T te leren werken in een klassensituatie, regels in de klas en op school, en omgaan met andere leerlingen in de klas

    (...)

    T wordt beide keren door zijn ouder bij de klas gebracht en overgedragen aan de leerkracht en extra leerkracht.

    Bij het naar huis gaan wordt de hele groep naar buiten begeleid. T wordt door de leerkracht aan zijn ouder overgedragen.

    (...)

    Speelkwartier is 10.15-10.30 uur. De extra leerkracht gaat met T mee naar buiten en begeleidt, waar nodig het spelen buiten. De extra leerkracht leert T dat hij binnen haar gezichtsveld speelt en start met geleide activiteiten tijdens buitenspelen.

    (...)

    T gaat toiletbezoek bij de leerkracht melden. De extra leerkracht begeleidt zijn toiletbezoek.

    (...)

    Op maandag geeft de eigen leerkracht de gymles (op school). De leerlingen wisselen in het eigen lokaal van schoen/ evt. dikke truien uit. Toezicht hierbij door leerkracht en extra leerkracht.

    Op de donderdag is er een vakleerkracht. Leerlingen gaan naar “de Vosse” onder begeleiding van leerkracht en extra leerkracht. Jongens en meisjes kleden zich om in verschillende ruimtes. Zowel bij de jongens als bij de meisjes is vast toezicht (leerkracht en extra leerkracht).

    T krijgt een vast plekje in de kleedkamer bij de deur van de gymzaal.

    De extra leerkracht blijft aanwezig tijdens de gymles. Bij omkleden na de gym wordt toezicht gehouden door de leerkracht van groep 7A samen met de extra leerkracht, die de groep ook terug naar school begeleidt.

    (...)

    T is nooit zonder toezicht in de gang.

    (...)

    Tutorlezen vindt voor T altijd in een lokaal plaats. Daar is een leerkracht aanwezig en de extra leerkracht.

    (...)

    Op het moment dat T op de gang gaat werken/ spelen gaat de extra leerkracht mee.

    (...)

    Bij ziekte van de extra leerkracht wordt er contact opgenomen met ouders. Mogelijk zal T de eerste dag thuis blijven, zodat vervanging van de extra leerkracht geregeld kan worden.

    (...)

    Het plan wordt in aanwezigheid van ouders van T, leerkrachten, intern begeleider, directie, externe deskundigen geëvalueerd en bijgesteld waar nodig. (...)

    De eerste evaluatie vindt plaats binnen 2 weken nadat T op school is begonnen (gefaseerde wenperiode). Daarna is er elke maand een evaluatiegesprek. (...)

    Leerkrachten: Op teamniveau zijn de leerkrachten van de school reeds getraind in omgaan met grensoverschrijdend gedrag tussen leerlingen. Daarbij o.a. hoe signaleer je dit, hoe bespreek je dit met leerlingen en hoe bespreek je dit met ouders. Voorafgaand aan de komst van T vindt er een extra training plaats.”

    2.7. Op 11 februari 2013 heeft een...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT