Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Amsterdam, Sector kanton, 15 de Marzo de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak15 de Marzo de 2013
Uitgevende instantie:Sector kanton

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, teams kanton

Rolnummer: 1273896 CV EXPL 11-26338

Vonnis van: 15 maart 2013

F.no.: 025

Vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

[eiser in conventie ]

wonende te Naarden

eiser in conventie / verweerder in reconventie

nader te noemen [eiser in conventie]

gemachtigde: mr. S.J. de Jong

t e g e n

de stichting STICHTING ONZE LIEVE VROUWE GASTHUIS

gevestigd te Amsterdam

gedaagde in conventie / eiseres in reconventie

nader te noemen OLVG

gemachtigde: mr. W.K. Bischot/mr. B.A. Voerman

VERDER VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Op 21 september 2012 is een tussenvonnis gewezen. Ter uitvoering van dat tussenvonnis is op 24 januari 2013 een comparitie van partijen gehouden, in aanwezigheid van [eiser in conventie], de heer [naam] (bestuursvoorzitter) namens OLVG en de gemachtigden van partijen. Partijen hebben ter gelegenheid daarvan een pleitnota respectievelijk aantekeningen overgelegd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van hetgeen ter zitting is besproken.

De zaak staat thans weer voor vonnis.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Beoordeling

In conventie en reconventie

  1. De inhoud van het tussenvonnis van 21 september 2012 wordt als hier ingelast en overgenomen beschouwd. Gelet op de samenhang worden de vorderingen in conventie en reconventie gezamenlijk behandeld.

  2. Beide partijen zijn ter zitting uitgebreid ingegaan op de door de kantonrechter in het tussenvonnis geformuleerde vraagpunten.

  3. Daarbij is gebleken dat [eiser in conventie] erkent dat door de wijziging van de financiering van OLVG na 2008 de honoraria van de groep medisch specialisten waartoe [eiser in conventie] behoort, niet meer (volledig) worden gedekt door de daartoe bestemde inkomsten en er ook geen reden is om aan te nemen dat dat op afzienbare termijn anders zal worden. Sinds 1994 ontving OLVG voor de financiering van de (toen nog) vrijgevestigde specialisten van de zorgverzekeraars een zogenaamde “lumpsum”. Los daarvan beschikte OLVG over een ziekenhuisbudget (ook wel het kostendeel genoemd, in tegenstelling tot het honorariumdeel), waaruit de overige kosten van het ziekenhuis werden voldaan. De medisch specialisten declareerden formeel nog wel per prestatie, maar hun inkomen werd op basis van historische omzetten gefixeerd. In 1997 traden alle aan OLVG verbonden medisch specialisten in loondienst. De hoogte van het loon werd vastgesteld op basis van de in 1994 ingevoerde lumpsum. OLVG ontving de lumpsum en betaalde deze als loon door aan de diverse medisch specialisten. Deze situatie was anders dan bij andere ziekenhuizen met medisch specialisten in loondienst. Bij de andere ziekenhuizen werden de lonen betaald uit het ziekenhuisbudget, gebaseerd op de toepasselijke CAO.

  4. Per 2008 werd de sinds 1997 door OLVG van de zorgverzekeraars ontvangen “lumpsum” vervangen door de DBC-systematiek. In dat systeem moeten medisch specialisten (via het ziekenhuis) declareren per prestatie. Het geleverde zorgvolume was daarbij volledig bepalend voor de omzet van de vrijgevestigd medisch specialist. In het geval van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT