Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Middelburg, November 07, 2012
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 2012/11/07 |
Uitgevende instantie: | Rechtbank Middelburg |
vonnis
RECHTBANK MIDDELBURG
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 75127 / HA ZA 10-458
Vonnis van 7 november 2012
in de zaak van
[eiser],
wonende te Middelburg,
eiser,
advocaat mr. I.M. van den Heuvel te Roosendaal,
tegen
[gedaagde],
wonende te Tholen,
gedaagde,
advocaat mr. drs. P.H.A. van Namen te Middelburg.
Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd worden.
-
De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 19 januari 2011
- het proces-verbaal van comparitie van 5 juli 2011
- de conclusie van repliek, gevolgd door een akte, waarbij enkele typefouten in de conclusie van repliek worden verbeterd
- de conclusie van dupliek.
-
De feiten
In 1999 heeft [eiser] een eerder, bij het aangaan van een hypothecaire lening ten bedrage van fl. 178.758,-- (nu € 81.116,84) overeengekomen spaarverzekering, ondergebracht bij Generali, omgezet in een beleggingsverzekering, het “Swiss Life BelegSpaarplan” van Zwitserleven. Het tot dan toe bij Generali gespaarde bedrag, fl. 23.283,50, is gestort op de polis van [eiser] bij Zwitserleven. Het BelegSpaarplan loopt tot 1 januari 2015; maandelijks legt [eiser] een bedrag van fl. 430,--/€ 195,13 in. Het saldo van het BelegSpaarplan bedroeg € 29.283,13 per 31 december 2009 en € 33.196,10 per 31 december 2011.
-
Het geschil
3.1. [eiser] vordert dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] veroordeelt om binnen acht dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis een bankgarantie stelt met de tekst, zoals in de dagvaarding opgenomen (opdat zekerheid wordt gesteld voor het verschil tussen € 81.116,84 en het door Zwitserleven op 1 januari 2015 uit te keren verzekerde bedrag op de polis met nr. [polisnummer]), dan wel een bankgarantie van een inhoud en een tekst althans een andere zekerheid als zoals door de rechtbank vast te stellen, zulks op verbeurte van een dwangsom van € 5.000,-- per dag (met een maximum van € 85.000,--) voor iedere dag (na genoemde acht dagen) dat [gedaagde] nalatig is de zekerheid te stellen, een en ander met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van het geding.
3.2. [eiser] stelt ter onderbouwing van zijn vordering het navolgende.
[gedaagde] heeft hem destijds in gesprekken in de privésfeer en later op het kantoor van [gedaagde] geadviseerd zijn spaarverzekering om te zetten in een beleggingsverzekering. [gedaagde] heeft [eiser] destijds niet goed geadviseerd. Hij heeft hem niet gewezen op de aan beleggen verbonden risico’s, terwijl [eiser] had gezegd een bepaald eindkapitaal (dat nodig was om zijn hypotheek af te lossen en dat op de einddatum...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT