Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Groningen, 13 de Diciembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak13 de Diciembre de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank Groningen

RECHTBANK GRONINGEN

Sector Strafrecht

parketnummer: 18/670147-12 (promis)

datum uitspraak: 13 december 2012

op tegenspraak

raadsman: mr. M.S. Scheffers

V O N N I S

van de rechtbank Groningen, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen:

[naam veroordeelde],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],

wonende te [woonplaats],

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 29 november 2012.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:

  1. hij in of omstreeks de periode van 23 oktober 2006 tot en met 1 maart 2007 te

    Harkstede, in de gemeente Slochteren, met [aangever], geboren op 24

    juni 1993, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten

    echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, immers heeft

    verdachte zich in de aanwezigheid van die [aangever] afgetrokken en/of

    heeft verdachte die [aangever] zich laten aftrekken in zijn, verdachtes,

    aanwezigheid;

    art. 247 Wetboek van Strafrecht

  2. hij in of omstreeks de periode van 1 maart 2007 tot en met 23 juni 2009 te

    Harkstede, in de gemeente Slochteren, meermalen, met [aangever],

    geboren op 24 juni 1993, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die

    van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige

    handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het

    seksueel binnendringen van het lichaam van die [aangever], immers heeft

    verdachte

    - zijn penis in de mond van die [aangever] geduwd/gebracht en/of

    - de penis van die [aangever] in zijn, verdachtes, mond genomen en/of

    - zich door die [aangever] laten aftrekken en/of

    - die [aangever] afgetrokken;

    art. 245 Wetboek van Strafrecht

  3. hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2008 tot en met 23 juni 2009 te

    Harkstede, in de gemeente Slochteren, tezamen en in vereniging met een ander,

    met [aangever], geboren op 24 juni 1993, die toen de leeftijd van

    zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige

    handeling(en) heeft gepleegd, immers heeft verdachte zijn medeverdachte

    afgetrokken in aanwezigheid van die [aangever] en/of was verdachte erbij

    terwijl zijn medeverdachte die [aangever] aftrok en/of zich liet aftrekken

    door die [aangever];

    art. 248 Wetboek van Strafrecht

    art. 247 Wetboek van Strafrecht

    Bewijsvraag

    Standpunt van de officier van justitie

    De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden.

    Met betrekking tot het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft de officier van justitie aangevoerd dat naast de aangifte van [aangever] die gedetailleerde en consistent is, geput kan worden uit de verklaringen van [getuige 1], [getuige 2] en de verklaring van [medeverdachte].

    Met betrekking tot het onder 3 ten laste gelegde heeft de officier van justitie aangevoerd dat [medeverdachte], zowel ter zitting als bij de politie, heeft bekend dat er seksuele handelingen zijn verricht tussen aangever, [medeverdachte] en verdachte. Tevens heeft [medeverdachte] verschillende, in de aangifte beschreven details, bevestigd.

    De officier van justitie is van mening dat, gelet op de gedetailleerde en consistente verklaring van aangever, deze in zijn verhaal dient te worden gevolgd en dat de ontuchtige handelingen zijn gepleegd voor de zestiende verjaardag van aangever zoals ten laste is gelegd.

    Standpunt van de verdediging

    Ten aanzien van het onder 1 en 2 ten laste gelegde is door de raadsman aangevoerd dat er onvoldoende bewijs is voor een bewezenverklaring. De ten laste gelegde feiten zijn slechts gebaseerd op de verklaringen van aangever en vinden geen steun in overige bewijsmiddelen.

    Met betrekking tot het onder 3 ten laste gelegde is de raadsman van mening dat uit het dossier niet blijkt dat aangever ten tijde van de seksuele handelingen de leeftijd van zestien jaar nog niet had bereikt.

    Gelet op bovenstaande dient verdachte ten aanzien van alle ten laste gelegde feiten vrijgesproken te worden.

    Oordeel van de rechtbank

    Vrijspraak

    De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 en 3 ten laste gelegde heeft begaan.

    De rechtbank overweegt ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde als volgt.

    Verdachte heeft de ontuchtige handelingen met aangever ontkend en de rechtbank stelt vast dat het directe bewijs van deze handelingen ten aanzien van de ten laste gelegde periode slechts berust op de verklaring van aangever.

    ...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT