Cassatie van Supreme Court (Netherlands), 5 de Abril de 2013

Datum uitspraak 5 de Abril de 2013
Uitgevende instantie:Supreme Court (Netherlands)

5 april 2013

Eerste Kamer

11/04483

TT/LZ

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

in de zaak van:

MULTIQUEST N.V.,

gevestigd in Curaçao,

EISERES tot cassatie, verweerster in het incidenteel cassatieberoep,

advocaten: mr. B.T.M. van der Wiel en mr. D.A. van der Kooij,

t e g e n

1. FRICORP B.V.,

gevestigd te 's-Gravenhage,

2. [Verweerster 2],

wonende te [woonplaats],

3. [Verweerster 3],

wonende te [woonplaats],

4. [Verweerder 4],

wonende te [woonplaats],

5. [Verweerder 5],

wonende te [woonplaats],

6. [Verweerster 6],

wonende te [woonplaats],

VERWEERDERS in cassatie, eisers in het incidenteel cassatieberoep,

advocaat: aanvankelijk mr. K.G.W. van Oven, thans mr. F.E. Vermeulen.

Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als MultiQuest en Fricorp c.s.

1. Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:

  1. de vonnissen in de zaak 182856/HA ZA 02-1973 van de rechtbank Rotterdam van 31 maart 2004, 28 juni 2006 en 16 april 2008;

  2. het arrest in de zaak 200.008.829/02 van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 28 juni 2011.

    Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

    2. Het geding in cassatie

    Tegen het arrest van het hof heeft MultiQuest beroep in cassatie ingesteld. Fricorp c.s. hebben incidenteel cassatieberoep ingesteld. De cassatiedagvaarding en de conclusie van antwoord tevens houdende incidenteel cassatieberoep zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.

    Partijen hebben over en weer geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

    De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor Fricorp c.s. mede door mr. B.F.L.M. Schim, advocaat te Amsterdam.

    De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt in het principale cassatieberoep tot verwerping en alleen voor het oordeel over de buitengerechtelijke kosten tot vernietiging. Het incidentele cassatieberoep dient in zijn geheel verworpen te worden.

    De advocaten van MultiQuest en Fricorp c.s. hebben ieder bij brief van 25 januari 2013 op de conclusie gereageerd.

    3. Beoordeling van het middel in het principale beroep

    3.1 Onderdeel 4 is gericht tegen het oordeel van het hof over de door MultiQuest gevorderde buitengerechtelijke kosten. Het hof heeft deze nevenvordering afgewezen op de grond dat de desbetreffende incassowerkzaamheden waren gericht op invordering van een veel hoger bedrag dan door het hof toewijsbaar is geacht (rov. 2.21).

    3.2 Het door MultiQuest gevorderde bedrag in hoofdsom beliep € 4.198.844,68; daarvan heeft het hof een bedrag toegewezen van € 282.160,77. De enkele omstandigheid dat aldus slechts een klein gedeelte van de vordering is toegewezen, brengt echter niet mee dat alle gevorderde kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte van ook dit laatstgenoemde bedrag, niet redelijk zijn geweest in de zin van art. 6:96 lid 2, aanhef en onder c, BW. Indien het hof dit heeft miskend, heeft het van een onjuiste rechtsopvatting blijk gegeven. Indien het hof van een juiste rechtsopvatting is uitgegaan, heeft het zijn oordeel onvoldoende gemotiveerd. Het onderdeel treft dus doel.

    3.3 De overige klachten van het middel kunnen echter niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

    3.4 Nu MultiQuest grotendeels in het ongelijk wordt gesteld, zal zij worden veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van Fricorp c.s.

    4. Beoordeling van het middel in het incidentele beroep

    De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

    5. Beslissing

    De Hoge Raad:

    in het principale beroep:

    vernietigt het arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 28 juni 2011, maar uitsluitend ten aanzien van de door het hof gegeven beslissing over de door MultiQuest gevorderde buitengerechtelijke incassokosten;

    verwijst het geding in zoverre naar het gerechtshof Amsterdam ter verdere behandeling en beslissing;

    verwerpt het beroep voor het overige;

    veroordeelt MultiQuest in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Fricorp c.s. begroot op € 6.065,99 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris;

    in het incidentele beroep

    verwerpt het beroep;

    veroordeelt Fricorp c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van MultiQuest begroot op € 68,07 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

    Dit arrest is gewezen door de vice-president F.B. Bakels als voorzitter en de raadsheren C.A. Streefkerk, M.A. Loth, G. Snijders en G. de Groot, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.A. Loth op 5 april 2013.

    11/04483

    Mr. L. Timmerman

    Zitting 11 januari 2013

    Conclusie inzake:

    de naamloze vennootschap MultiQuest N.V.

    eiseres in het principaal cassatieberoep,

    verweerster in het incidenteel cassatieberoep,

    (hierna: MultiQuest)

    tegen

    1. de besloten vennootschap Fricorp B.V.

    2. [Verweerster 2]

    3. [Verweerster 3]

    4. [Verweerder 4]

    5. [Verweerster 5]

    verweerders in het principaal cassatieberoep,

    eisers in het incidenteel cassatieberoep,

    (hierna tezamen: Fricorp c.s.)

    De kern van de zaak

    Deze zaak gaat in cassatie om de vraag of het hof de tussen partijen bestaande overeenkomst van opdracht juist heeft uitgelegd en/of het hof buiten de grenzen van de rechtsstrijd is getreden door opdrachtnemer MultiQuest een redelijk loon in de zin van art. 7:411 BW toe te kennen in plaats van ofwel de overeengekomen basis fee danwel de overeengekomen succes fee.

    1. Feiten(1)

    1.1 [Betrokkene 1] was middellijk eigenaar van de aandelen in een aantal vennootschappen, actief in de bouw en projectontwikkeling. Deze groep vennootschappen wordt hierna aangeduid als: "de BBF Groep". Fricorp B.V. - voorheen [A] B.V. - is de houdstermaatschappij van [betrokkene 1].

    1.2 [Betrokkene 1] had om uiteenlopende redenen het voornemen zijn aandelen te verkopen. Hierover heeft hij gedurende het jaar 1998 onderhandeld met [B] N.V. In het kader hiervan is een prijs van tien miljoen gulden genoemd. Uiteindelijk is met [B] N.V. geen overeenstemming bereikt omdat zij garanties verlangde die een aanzienlijke feitelijke verlaging van de koopprijs zouden bewerkstelligen.

    1.3 Hierna schakelde [betrokkene 1] MultiQuest in. Zij heeft zowel werkzaamheden uitgevoerd binnen de BBF Groep als daarbuiten. Intern heeft zij zich beziggehouden met het op één lijn krijgen van de directie en het management. Extern heeft zij zich gericht op het zoeken van kopers.

    1.4 Bij brief van 14 januari 1999 bericht MultiQuest onder andere het volgende aan [betrokkene 1]:

    Wij spraken af dat MultiQuest zich ervoor zal inspannen om, eventueel met inschakeling van derden, de BBF Groep of onderdelen van de BBF Groep aan derden te verkopen. De interne kosten inzake verkoop van de BBF Groep, welke MultiQuest doorberekent aan [A] B.V of BBF, zullen worden afgetrokken van een eventuele vergoeding gelijk aan het hieronder beschreven deel van de opbrengst boven de NLG 10.000.000,--.

    Als richtprijs voor de aandelen of de onderneming houden we NLG 10.000.000,-- aan. Eventuele kosten van door MultiQuest ingeschakelde derden zullen voor rekening zijn van [A] B.V. of BBF.

    MultiQuest zal recht hebben op een vergoeding gelijk aan 50% van het bedrag waarmee de opbrengst voor de aandeelhouder een bedrag van NLG 10 miljoen overschrijdt.

    [A], dan wel Frilex B.V. zal voorts aan MultiQuest een optie verlenen inhoudende dat MultiQuest het recht heeft om indien de aandelen in en of de ondernemingen van de BBF Groep worden verkocht al het onroerend goed van Frilex B.V. te kopen voor een waarde gelijk aan de boekwaarde. Zodra MultiQuest het onroerend goed heeft vervreemd aan enige derde, zal MultiQuest aan u, als aandeelhouder van de BBF Groep 50% van de nettowinst (i.e. winst na aftrek van alle kosten en belastingen) voldoen.

    De brief van 14 januari 1999 is door [betrokkene 1] voor akkoord ondertekend.

    1.5 In de brief van 17 februari 1999, die eveneens door [betrokkene 1] voor akkoord is ondertekend, wordt onder andere het volgende vermeld:

    "This letter sets forth the terms and conditions upon which [betrokkene 1] and [A] B.V. (the "Shareholders") has engaged MultiQuest N.V. ("Multiquest") to act as its exclusive financial advisor with respect to potential disposition of all the shares in Bouw en Aannemingsmaatschappij B.B.F. B.V, Frilex B.V. and Frion B.V - including, without limitations their subsidiaries - (the "Business"), hereinafter referred to as the "Sale".

    (...)

    Multiquest can charge all external expenses to Frilex B.V. or B.B.F. Multiquest can invoice Frilex B.V or B.B.F, for all internal cost, but in case the Sale is achieved before l0 October 1999, in the amount of 10 million guilders or more, Multiquest will bear these initial cost, only to a maximum of half of the amount of which the Sale exceeds 10 million guilders after deduction of selling expenses. For the amount of the internal cost that Multiquest will bear; a credit invoice will be sent to Frilex B.V. or B.B.F.

    (...)

    As is conventional in such transactions, Multiquest will be engaged by the Shareholders on an exclusive basis during the term hereof. Multiquest's engagement hereunder may be terminated at any time with or without cause by the Shareholders or Multiquest upon ten days written notice thereof to the other party, provided, however, that any termination of Multiquest engagement thereunder will not affect the Shareholders' obligation to pay any fees earned and expenses incurred prior to such termination as provided above, and to indemnify Multiquest and certain related persons and entities a provided in the separate letter agreement referred to above.

    In connection with this engagement, Multiquest is acting as an independent contractor with...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT