Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 18 de Septiembre de 2008
Datum uitspraak | 18 de Septiembre de 2008 |
Uitgevende instantie: | Centrale Raad van Beroep |
06/5829 AW
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[appellant], (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 21 augustus 2006, 05/3338 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht (hierna: gedeputeerde staten)
Datum uitspraak: 18 september 2008
-
PROCESVERLOOP
Appellant heeft hoger beroep ingesteld.
Gedeputeerde staten hebben een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 juli 2008. Appellant is in persoon verschenen. Gedeputeerde staten hebben zich laten vertegenwoordigen door mr. S. Noort, werkzaam bij Vijverberg Juristen te Zoetermeer.
-
OVERWEGINGEN
-
Op grond van de gedingstukken en het verhandelde ter zitting gaat de Raad uit van de volgende hier van belang zijnde feiten en omstandigheden.
1.1. Appellant was werkzaam bij de provincie Utrecht. Sinds 1 september 2000 heeft hij de functie vervuld van [functie] (hierna: [functie]) bij de [dienst] (hierna: [de dienst]) van de provincie. Medio 2003 hebben gedeputeerde staten een provinciebrede bezuinigingsoperatie in gang gezet, genaamd Kwatta. In het organisatie- en formatie-rapport Kwatta 1 van 17 augustus 2004 (hierna: rapport Kwatta 1) is onder meer vastgesteld welke functies als gevolg van Kwatta komen te vervallen.
1.2. Na een voornemen daartoe kenbaar te hebben gemaakt, hebben gedeputeerde staten in het kader van Kwatta appellant bij besluit van 15 april 2005 definitief met ingang van 1 juli 2005 aangewezen als herplaatsingskandidaat, omdat zijn functie van [functie] (met de nieuwe functienaam [nieuwe functienaam ]) bij de sector [de dienst] komt te vervallen. Gedeputeerde staten hebben het bezwaar van appellant tegen dat besluit bij het bestreden besluit van 27 september 2005 ongegrond verklaard.
-
Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard.
-
Naar aanleiding van hetgeen partijen in hoger beroep naar voren hebben gebracht overweegt de Raad als volgt.
3.1. Appellant heeft zich op het standpunt gesteld dat hij per 16 november 2004 in het kader van de procedureregeling methodische functiewaardering Provincie Utrecht (hierna: Fuwaprov) in de functie van [nieuwe functienaam ] is geplaatst. Deze functie bevat volgens appellant een ander samenstel van taken dan de functie van [functie] en is niet komen te vervallen, zodat hij ten onrechte als...
-
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT