Hoger beroep van Gerechtshof Amsterdam (Nederland), 12 de Febrero de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak12 de Febrero de 2013
Uitgevende instantie:Gerechtshof Amsterdam (Nederland)

arrest

___________________________________________________________________ _ _

GERECHTSHOF AMSTERDAM

Afdeling civiel en belastingrecht

zaaknummer : 200.109.887/01

zaaknummer/rolnummer rechtbank : 176517/HA ZA 10-1729

arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 12 februari 2013

inzake

  1. [ APPELLANT sub 1 ],

  2. [ APPELLANT sub 2 ],

    beiden wonend te [ woonplaats ],

    APPELLANTEN,

    advocaat: mr. N. Türkkol te Amsterdam,

    tegen:

    de naamloze vennootschap

    ING BANK N.V.,

    gevestigd te Amsterdam,

    GEÏNTIMEERDE,

    advocaat: mr. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam.

  3. Het geding in hoger beroep

    Partijen worden hierna [ appellanten ] (afzonderlijk [ appellant sub 1 ] en [ appellant sub 2 ] ) en ING genoemd. Met ING wordt tevens geduid op Postbank N.V., rechtsvoorgangster van ING.

    [ appellanten ] zijn bij dagvaarding van 12 juni 2012 in hoger beroep gekomen van twee vonnissen van de rechtbank Haarlem van respectievelijk 9 maart 2011 en 14 maart 2012, gewezen tussen ING als eiseres en [ appellanten ] als gedaagden.

    Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:

    - memorie van grieven tevens eiswijziging, met producties;

    - memorie van antwoord.

    Ten slotte is arrest gevraagd.

    [ appellanten ] hebben geconcludeerd, zakelijk weergegeven, dat het hof het bestreden vonnis van 14 maart 2012 zal vernietigen en primair de vordering van ING alsnog zal afwijzen en subsidiair ING zal veroordelen tot betaling aan [ appellanten ] van een bedrag aan schadevergoeding van € 27.050,- met rente en kosten (met verrekening van de vordering van ING met dit bedrag), met beslissing over de proceskosten.

    ING heeft geconcludeerd tot – naar het hof begrijpt – bekrachtiging van het vonnis van 14 maart 2012, met beslissing over de proceskosten.

    Beide partijen hebben in hoger beroep bewijs van hun stellingen aangeboden.

  4. Feiten

    De rechtbank heeft in het bestreden vonnis van 14 maart 2012 onder 2.1 tot en met 2.7 de feiten vastgesteld die zij tot uitgangspunt heeft genomen. Deze feiten zijn in hoger beroep niet in geschil en dienen - waar nodig aangevuld met andere feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist zijn komen vast te staan - ook het hof tot uitgangspunt.

  5. Beoordeling

    3.1.Het gaat in deze zaak om het volgende.

    (i) [ appellanten ] hebben op 16 april 2008 de woning aan de Kazemat 5 te Vijfhuizen gekocht voor een koopprijs van € 270.500,-. De overdracht zou plaatsvinden op 1 december 2008. Op grond van de overeenkomst waren [ appellanten ] verplicht een bankgarantie te stellen voor een bedrag van € 27.050,-. De overeenkomst kon worden ontbonden als [ appellanten ] er niet in zouden slagen uiterlijk op 6 mei 2008 financiering te verkrijgen.

    (ii) Op 18 april 2008 hebben [ appellanten ] een hypotheekofferte aangevraagd bij ING. ING heeft een offerte gestuurd en verzocht om nadere informatie. Na ontvangst van een deel van die informatie heeft ING een verzoek om aanvullende informatie gedaan. Op 22 mei 2008 heeft ING de hypotheekaanvraag afgewezen wegens het niet tijdig en volledig verstrekt zijn van de aanvullende informatie.

    (iii) Op verzoek van [ appellanten ] heeft ING op 4 september 2008 een nieuwe hypotheekofferte gedaan. Deze offerte is op 8 september 2008 door [ appellanten ] ondertekend. Eveneens op 8 september 2008 hebben [ appellanten ] een contragarantie ondertekend, waarin zij, kort gezegd en voor zover hier van belang...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT