Eerste aanleg - enkelvoudig van Centrale Raad van Beroep, 11 de Abril de 2013

Datum uitspraak11 de Abril de 2013
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

12/5712 WUV

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

Uitspraak in het geding tussen

Partijen:

[Appellante] te [woonplaats], Groot-Brittanië (appellante)

de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (verweerder)

Datum uitspraak: 11 april 2013

PROCESVERLOOP

Namens appellante heeft [naam dochter] beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder van

3 augustus 2012, kenmerk BZ01466123 (bestreden besluit). Dit betreft de toepassing van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 (Wuv).

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 28 februari 2013. Daar is namens appellante verschenen, haar dochter [naam dochter]. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door A.T.M. Vroom-van Berckel.

OVERWEGINGEN

  1. Op grond van de gedingstukken en het verhandelde ter zitting gaat de Raad uit van de volgende hier van belang zijnde feiten en omstandigheden.

    1.1. Appellante, geboren in 1917, is vervolgde en uitkeringsgerechtigde in de zin van de Wuv. Aanvaard is dat de bij haar aanwezige suikerziekte, gebitsklachten, nerveuze klachten en hart- en vaatziekten in verband staan met de ondergane vervolging. Aan appellante is in 1974 een vergoeding toegekend voor de kosten van vijfmaal per week een halve dag huishoudelijke hulp. Verder heeft verweerder in december 2010 aan appellante een vergoeding toegekend voor de kosten van haar verhuizing naar een aanleunwoning in Selig Court, een project van Jewish Care, te [woonplaats].

    1.2. In december 2011 heeft appellante een aanvraag ingediend om een vergoeding voor de kosten van verzorgingshulp van 12 uur per dag. Die aanvraag is afgewezen bij het besluit van 28 maart 2012. Wel is aan haar een vergoeding toegekend voor de kosten van (persoonlijke) verzorgingshulp voor 14 uur per week. In combinatie met de in 1974 toegekende 20 uren huishoudelijk hulp komt het totaal op 34 uur aan verzorgingshulp en huishoudelijke hulp. Meer dan 14 uur per week van de door appellante gevraagde hulp kan naar het oordeel van verweerder niet worden toegekend omdat er bij appellante geen sprake is van een contra-indicatie voor opname in een zorginstelling. Het tegen dit besluit ingediende bezwaar is bij het bestreden besluit ongegrond verklaard.

  2. De Raad overweegt als volgt.

    2.1. Met betrekking tot het toekennen van verzorgingshulp thuis hanteert verweerder voor de in het buitenland woonachtige gerechtigden het beleid dat bij een medische noodzaak op grond van causale...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT