Voorlopige voorziening+bodemzaak van Council of State (Netherlands), 22 de Marzo de 2013

Datum uitspraak22 de Marzo de 2013
Uitgevende instantie:Council of State (Netherlands)

201302133/1/A3 en 201302133/2/A3.

Datum uitspraak: 22 maart 2013

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) en, met toepassing van artikel 8:86 van die wet, op het hoger beroep van:

[appellant], wonend te Amsterdam,

tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam van 5 februari 2013 in zaak nrs. 12/5304 en 13/194 in het geding tussen:

[appellant]

en

het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam.

Procesverloop

Bij besluit van 26 juli 2012 heeft het college een aanvraag van [appellant] om een urgentieverklaring voor woningtoewijzing afgewezen.

Bij besluit van 14 september 2012 heeft het college het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 5 februari 2013 heeft de voorzieningenrechter het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld. Tevens heeft [appellant] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 14 maart 2013, waar [appellant], vertegenwoordigd door mr. J.S. Vlieger, advocaat te Amsterdam, en het college, vertegenwoordigd door mr. M.A.H. van der Hijden, advocaat te Amsterdam, zijn verschenen.

Overwegingen

1. In dit geval kan nader onderzoek redelijkerwijs niet bijdragen aan de beoordeling van de zaak en bestaat ook overigens geen beletsel om met toepassing van artikel 8:86, eerste lid, van de Awb onmiddellijk uitspraak te doen in de hoofdzaak.

2. Ingevolge artikel 14, tweede lid, van de Regionale Huisvestingsverordening Stadsregio Amsterdam 2010 kan een urgentieverklaring worden verleend indien de aanvrager:

  1. in een acute noodsituatie verkeert;

  2. op grond van medische of sociale redenen dringend woonruimte nodig heeft;

    (...).

    Ingevolge artikel 63 kan het college afwijken van de verordening ten gunste van de aanvrager indien toepassing van de verordening naar zijn mening tot een bijzondere hardheid leidt.

    Bij de uitoefening van de bevoegdheid ingevolge artikel 14 van de Huisvestingsverordening hanteert het college beleidsregels die zijn neergelegd in Uitvoeringsinstructie 5 'Urgentieverklaring en medische indicatie', zoals dat luidde tot 1 januari 2013.

    Volgens paragraaf 2, eerste...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT